Een keffer als waakhond
Het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) is in 2007 veelvuldig bekritiseerd ten opzichte van haar voedselveiligheidsbeleid. Begin dit jaar beloofde het BOG om voortaan meer naar buiten te treden met onzichtbaar, in rapporten opgeschreven, werk. Directeur Lesley Resida verdedigt zijn status als waakhond van de Surinaamse volksgezondheid tegenover Parbode.
Hadden de kritieken op voedselveiligheid niet meer te maken met de werkwijze van het BOG op zich?
“Nee, deze kritieken komen voort uit onzekerheid van de samenleving. Omdat het BOG vaak samenwerkt met andere instanties, treden wij niet altijd op de voorgrond, waardoor vraagtekens ontstaan over de positie en taken van het BOG. Om deze onzekerheid weg te nemen, willen we het volk er meer bij betrekken.”
Wat is dan precies de positie en taak van het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg?
“Het BOG is er om te waken over de gezondheid van de samenleving. Bijvoorbeeld door verlopen producten uit de schappen te halen. Ook houden we het Surinaamse volk een spiegel voor van hun gezondheid. Het BOG is een afdeling van het ministerie van Volksgezondheid en heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een autoriteit met veel verantwoordelijkheden, maar deze verantwoordelijkheden zijn steeds wettelijk afgeleid van de directeur van Volksgezondheid, waardoor we eigenlijk vastzitten in de politieke hiërarchie en bureaucratie. We streven dus naar een nieuwe organisatiestructuur, in de vorm van een wet waardoor het BOG wordt aangesteld als Public Health Autoriteit. Zo krijgen we meer vrijheid in handelen en contacten leggen en kan het BOG een grotere slagvaardigheid creëren.”
In het artikel verklaart u een nieuw laboratorium nodig te hebben, om het BOG in staat te stellen keuringen te verrichten op basis van internationale erkende standaarden gericht op de export. Waarin schiet het huidige lab tekort?
“In de loop der jaren zijn er heel veel producten op de markt gekomen, bestaande uit nieuwe voedingsstoffen. Daar moeten technieken op worden afgesteld, om onderzoek te kunnen verrichten. Momenteel is het BOG vooral afhankelijk van documentatie en fysiek onderzoek. Wanneer bijvoorbeeld een blikje explodeert of de vervaldatum ervan verlopen is, verwijderen we het product uit de winkels.”
Toch is het BOG altijd de autoriteit geweest met de bevoegdheid om malafide producten uit de winkelschappen te halen. In hoeverre is deze positie terecht gezien het gebrek aan onderzoeksmateriaal?
“Op het gebied van fysieke zaken zijn we nooit tekort geschoten en wat we zelf niet aankonden, hebben we uitbesteed. Bijvoorbeeld aan buitenlandse instanties die wel over de juiste middelen beschikken.”
Behalve het gebrek aan laboratoriummateriaal, blijkt het BOG tevens tekort te schieten in het geven van relevante opdrachten. Terwijl er tijdens de Yammi-affaire klachten waren over het ontbreken van de gebruikelijke beschermlaag aan de binnenzijde van de blikjes en over de aanwezigheid van tin, liet u de buitenzijde onderzoeken en de aanwezigheid van zink. Graag uw reactie.
“Is het product op de buitenkant getest?” Bij het zien van documenten waar dit zwart op wit staat, gaat Resida verder: “We kunnen nu eenmaal niet alles onderzoeken, daarom maakten we in eerste instantie de keuze om de zuurgraad van het sap te laten testen door de Keuringsdienst van Voedingsmiddelen en Waren. Hier was niets mis mee, waardoor de conclusie kon worden getrokken dat de samenstelling van het sap niet gewijzigd was en er dus geen reactie had plaatsgevonden tussen de inhoud en omslag van het blik. Verder was de klacht over het ontbreken van de beschermlaag aan de binnenkant van het blik niet gegrond. Wanneer de coating niet te zien is, wil het niet meteen zeggen dat deze er ook niet is. Wij constateerden namelijk een kleurloze.”
Maar waarom liet u Yammi sap tijdens het tweede onderzoek checken op de aanwezigheid van zink terwijl er klachten waren over het giftige tin?
Resida bladert aandachtig door de rapporten, op zoek naar een antwoord. “Volgens mij hebben wij wel gevraagd om tin te laten onderzoeken.Ik denk dat hier iets mis is gegaan in de communicatie tussen SAF Trade en BOG. De scheikundige vertalingen lijken nogal op elkaar, hè. Zn betekent zink en Sn is tin.”
Wat slordig. Maar is het ook niet erg naïef om een onderzoek uit te besteden aan de importeur van Yammi (SAF Trade), terwijl deze moet verdienen op het product?
“We moesten de zaak wel uitbesteden, want niemand in Suriname is in staat om tin te onderzoeken. Verder acht ik de kans klein dat SAF Trade de zaak gemanipuleerd heeft.”
Desondanks gaat het wel mis met jullie onderlinge communicatie, waar u vervolgens erg onzorgvuldig mee omgaat. Want met een rapport over zink in de hand, beweert u op de persconferentie van 28 september 2007 dat onderzoek is gedaan naar de voorkomens van tin. Hoe kunt u als waakhond van de volksgezondheid een product veilig achten op basis van zulke irrelevante testresultaten?
“We kunnen Yammi wel blijven opsturen om te laten testen, maar op basis van reeds gedane onderzoeken is er geen reden om het product onveilig te verklaren en het uit de handel te halen. De coating is goed, het sap bevat geen roest en de zuurgraad is volgens de norm.”
Dus u zou Yammi-sap door uw kinderen laten drinken?
“Ik mag geen reclame maken.”
U mag geen reclame maken, maar u zei tijdens de persconferentie wel dat u het betreurde dat betrokken bedrijven economische schade hebben geleden. Dat zou toch geen issue moeten zijn, wanneer u als taak heeft te waken over de volksgezondheid?
“Absoluut. Daarom laten we bedrijven regelmatig sluiten. Maar het BOG is er voor het hele volk, dus ook voor de ex- en importeuren.”
Nadat het BOG een giftige lichting Diamond oliesardines had afgekeurd, werden de blikken een week later nog steeds in de winkels gesignaleerd. Is het niet naïef om te denken dat winkeliers dit product zelf uit de schappen verwijderen?
“BOG is niet in staat het hele land door te gaan, maar we halen weg wat we kunnen. We lichten de mensen in en adviseren hen om de giftige producten niet te kopen. Wanneer we na instructie tot verwijdering toch nog producten in de winkels aantreffen, dan spreken we de winkelier daarop aan.”
Beetje slap: de winkelier ‘aanspreken’. Waarom niet straffen? Waarom geen strenge invoerrechten, zoals in elk ander land? Waarom geen hardere wetten, zodat het BOG niet achter de feiten aan blijft lopen?
“Suriname heeft inderdaad een agressiever beleid nodig, vooral op het gebied van invoer. Ondanks de zwarte lijst met malafide producten, kan teveel nog te makkelijk de douane passeren. Ik vraag me alleen af of we de capaciteit zullen hebben om nieuwe wetten ook daadwerkelijk uit te voeren.”