Een terugblik op het COVID-19-schrikkeljaar – Parbode Sneak Peek
“Het sterftecijfer van COVID-19 valt in Suriname achteraf gezien mee als je het vergelijkt met landen als de VS en Nederland”, verklaart doctor John Codrington (62), viroloog, klinisch chemicus en hoofd van het laboratorium van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP). Aan welke factoren dat ligt, is nog niet bekend. Hij is van mening dat een heleboel Surinamers die besmet zijn geraakt, nooit getest en dus ook niet meegeteld zijn.
Tekst Chenarda van Aron, Radjilva Cambiel en Samantha Waridjan
“De toekomst ziet er heel slecht uit! Dit virus moet weg”, zegt de 28-jarige Uriella Pansa. “Ik kan nergens gaan, ik kan me niet ontspannen en moet thuisblijven. Zo kan ik gefrustreerd raken. De verplichting van het dragen van mondkapjes vind ik goed, omdat je op deze manier jezelf beschermt. De openbare activiteiten kunnen voorlopig wel stopgezet worden, maar het dichthouden van bedrijven vind ik niet goed, omdat mensen werkloos worden en geen inkomen hebben.”
Ook voedingsassistent Cheryl Gooding-Alves (59) ziet haar toekomst niet al te best vanwege de veranderde situatie. “We moeten eraan gaan wennen”, zegt ze. “Ik vind het erg dat het virus in Suriname is, omdat het gehele land eronder lijdt. De maatregelen van de regering zijn terecht. Ik vind niet dat mijn burgerrechten worden vertrapt, omdat niet alleen mijn gezondheid van belang is, maar van iedereen. De avondklok is goed, omdat er nu een virus heerst dat veel mensen het leven heeft gekost.”
Noodfonds
COVID-19 maakte van 2020 een veelbewogen jaar, met een grote impact op onder meer sociaal en economisch gebied. Meer dan vijfduizend Surinamers ondervonden bovendien COVID-19 aan den lijve, anderen verloren een dierbare. Het COVID-19 Noodfonds, ingezet om burgers tegemoet te komen die in financiële nood zaten door de COVID-19-pandemie, was voor velen een grote teleurstelling.
Een van de gelukkigen, die wel geld ontving uit het noodfonds, is Saskia Hoepel, eigenaar van een crèche te Sunnypoint. “Aan het begin van de situatie toen de crèche de deuren gesloten had, heb ik afspraken gemaakt met de ouders dat ze een deel van het oppasgeld zouden betalen.” Hoepel zegt dat de ouders het eens waren met die regeling. Er ontstond echter enige verwarring toen de directeur van Sociale Zaken en Volkshuisvesting bekendmaakte dat de ouders het geld niet moesten betalen. “Ik heb toch geld ontvangen van enkele ouders om een deel van de kosten te kunnen dekken. Niet alle ouders kunnen het geld vrijmaken, omdat ook zij door de situatie zonder werk zitten. Ik heb veel begrip daarvoor.” De procedure die de crèche hanteert is dat ouders gewoon doorbetalen, ook in de vakantieperiode. “Wij leven van het geld dat de ouders maandelijks betalen.” Hoepel had zich samen met haar zes medewerkers geregistreerd om in aanmerking te komen voor de sociale steun en zij hebben allemaal het geld over de maand mei ontvangen. “Ik heb al mijn medewerkers kunnen behouden en aan de hand van het aantal geregistreerde kinderen werken wij in ploegen.” Hoepel kan met de ruimte waarover de crèche beschikt, dertig kinderen opvangen met inachtneming van het protocol.
Dr. Codrington is het in grote lijnen eens met de COVID-19-maatregelen die de overheid heeft getroffen, echter mag wat hem betreft de nadruk meer worden gelegd op gedragsverandering en betrokkenheid van de gemeenschap in plaats van op angst.
Lees het hele artikel in het januarinummer van de Parbode.
Nu ook digitaal abonneren mogelijk