Eerst feesten, dan werken
Het was weer zover: op het laatste moment besloot de raad van ministers dat we op 31 januari allemaal thuis mochten gaan zitten, omdat de viering van Chinees Nieuwjaar was verheven tot een nationale vrije dag. Ondernemers boos, lesprogramma’s op scholen in de war geschopt en veel, heel veel afspraken die niet door konden gaan. Van het voornemen van de regering om het aantal vrije dagen in te dammen, is bar weinig terecht gekomen
Eigenlijk was het te verwachten dat op dinsdag werd aangekondigd dat vrijdag een vrije dag zou zijn. De regering- Bouterse heeft immers bewezen wel vaker ondoordachte besluiten te nemen. Zoals de deal die vorig jaar plotsklaps werd aangegaan met de internationale kwaliteitswaakhond SGS S.A., die de douane moest bijstaan bij de controle van importgoederen. Voor het bedrijfsleven was dat een verrassing, de douane zelf was er niet voldoende op voorbereid. Na weken van administratieve chaos en protesten, was de regering gedwongen de overeenkomst met SGS S.A. voortijdig te beëindigen, wat de staatskas miljoenen srd’s kostte. In juli vorig jaar viel de gratis zorgverzekering voor jongeren en oudjes uit de lucht. Ook slecht voorbereid en met veel onduidelijkheid over de financiering was dat vragen om problemen. En die kwamen dus ook: artsen en medische instellingen zitten met stapels onbetaalde rekeningen en nog altijd komen verzekerden voor verrassingen te staan omdat ze voor bepaalde behandelingen toch nog flink zelf moeten bijpassen. En zo zijn er nog tal van voorbeelden. En toen was daar opeens het Chinese Nieuwjaar. Waarom dit nu bijzonderder was dan de vorige nieuwe jaren, is een raadsel. Waarschijnlijk was het een plotselinge opwelling met een politiek doel: veel van onze Chinese broeders en zusters hebben ook stemrecht en moeten dus gepaaid worden met het oog op de verkiezingen van volgend jaar. Dat ons land daardoor een dag werd ontwricht, was bijzaak. Terecht vloog het bedrijfsleven collectief in de hoogste boom en maakte Shaam Binda, voorzitter van de Associatie van Kleine en Middelgrote Bedrijven (Akmos), de opmerking dat president Bouterse feesten belangrijker vindt dan arbeid. Maar het mocht niet baten. Zelfs een smeekbede bij raadsadviseur en oud-president Jules Wijdenbosch haalde niets uit. Overigens wilden de boze ondernemers een onderhoud hebben met vicepresident Robert Ameerali, maar die moest het rustig aan doen. Wellicht was hij moe van al het feesten. Ook boeren zaten met hun handen in het haar. Ze hadden al een moeilijke week achter de rug omdat ze hun producten niet kwijt konden op de Centrale Markt, die een periodieke schoonmaakbeurt kreeg, de extra vrije dag dreef ze tot wanhoop. Maar niet alleen ondernemers, van grote bedrijven tot kleine zelfstandigen, werden voor het blok gezet. Ook binnen het onderwijs leverde de onverwachte vrije dag problemen op. Scholen zijn verplicht gedurende het jaar een lesprogramma af te werken, dat al maanden van tevoren is gepland. Veel docenten beklagen zich erover dat dezelfde overheid die deze verplichting oplegt, ze op deze manier dwingt de regels te overtreden, met het risico dat leerlingen achterstanden oplopen. Terwijl goed onderwijs juist een van de speerpunten is van deze regering. Tenminste, dat zeggen ze. En je zou voor die ingelaste vrije dag maar net die langverwachte afspraak bij die medisch specialist of tandarts in je agenda hebben staan. Die ging mooi niet door vanwege het Chinese feestje. Nieuwe afspraak dus, maar die is misschien pas over een paar weken, terwijl je nog steeds met je kwaaltje rondloopt of dringend toe bent aan een controlebeurt voor het gebit. Maar, zo redeneert onze regering, dat moet allemaal maar even wachten om de eenheid in ons geliefd Suriname te benadrukken. Die eenheid kwam echter door de vrije 31 januari juist onder druk te staan. Niet-Chinese ondernemers en anderen hebben er in ieder geval een naar gevoel aan overgehouden en begrijpen niet waarom de Surinamers van Chinese afkomst net zo lang hebben lopen drammen tot de regering zwichtte. Trouwens, zelfs de verschillende Chinese verenigingen waren zo overdonderd door het besluit, dat ze niet meer in staat waren gezamenlijke festiviteiten te organiseren. Dus verschanste iedereen zich in zijn eigen verenigingsgebouw om het nieuwe jaar in te luiden, terwijl dat aan de rest van de Surinaamse gemeenschap voorbijging. Dus zo nationaal was het feest nou ook weer niet.
Wereldtop
In de wereld draaien we in de absolute top mee voor wat betreft het aantal vrije dagen. Alleen Colombia overtreft ons met zeventien dagen, Maleisië, India, Libanon en Thailand evenaren ons met de zestien dagen die wij dit jaar hebben. Ter vergelijking: Nederlanders komen er met zeven dagen (en eens in de vijf jaar ook 5 mei, Bevrijdingsdag) bekaaid vanaf. Dat wij in Suriname zoveel te vieren en herdenken hebben, is natuurlijk een gevolg van onze pluriforme samenleving. Hindostanen, javanen, stadscreolen, marrons, inheemsen, chinezen, christenen, moslims en hindoes hebben allemaal wel een of meer speciale gedenkdagen. En het is uiteraard doodnormaal dat we samen onze onafhankelijkheid vieren. Maar er zijn grenzen, er moet ook nog worden gewerkt om geld te verdienen en het land verder tot ontwikkeling te brengen. Dat lukt niet als iedereen verplicht is om om de haverklap thuis te zitten. Dat leek deze regering bij haar aantreden eind 2010 ook te beseffen. En dus werd de Commissie Nationale Vrije Dagen Suriname in het leven geroepen, onder de paraplu van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Die moest uitzoeken of en hoe een sanering van het aantal nationale vrije dagen tot stand kon worden gebracht. De commissie was overigens nauwelijks ingesteld, of president Bouterse bepaalde dat 25 februari als Dag van de Revolutie aan het al imposante rijtje werd toegevoegd. Slechts weinig Surinamers die dat beschouwen als een gedenkwaardig hoogtepunt, maar het ego van het staatshoofd en zijn militaire getrouwen van weleer moet ook gestreeld worden.
Voorspoed
Dat het feestdagenbeleid van deze regering niet deugt, moge duidelijk zijn. De vraag is of men bereid is het ook daadwerkelijk te herzien. Met de verkiezingen van volgend jaar mei in het vizier, zal men het niet aandurven om dagen te schrappen. Dat leidt hoe dan ook tot protesten van bepaalde groepen, waardoor men de kans loopt potentiële kiezers tegen het zere been te schoppen. Maar het zou in ieder geval wel verstandig zijn om niet out of the blue weer een extra vrije dag uit de hoge regeringshoed te toveren. Inmiddels zitten we volgens de Chinese kalender in het Jaar van het Paard. Laat het een troost zijn dat dit volgens Stephen Tsang, voorzitter van Stichting Sociale Belangen Chinese Gemeenschap, staat voor ‘voorspoed, vooruitgang middels hard werken, ook voorspoed en vooruitgang voor het bedrijfsleven, de regering en het volk van Suriname’. Nu maar hopen dat die woorden vooral tot de regering doordringen.