Eeuwenoude aquarellen van Louise van Panhuys
Maar weinig Surinamers hebben van haar gehoord. Toch heeft Louise van Panhuys bij haar overlijden in 1844 een belangrijke erfenis achtergelaten in de vorm van aquarellen, waarop unieke beelden van Suriname zijn vastgelegd. De Stichting Charlotte van Lith wist in het Duitse Frankfurt am Main een groot aantal van deze schilderijen te traceren. Parbode publiceert exclusief een indrukwekkende selectie.
Louise van Panhuys werd op 10 oktober 1763 geboren als zesde kind van Charlotte en Karl Andreas Freiherr von Barckhaus-Wiesenhütten in Frankfurt am Main. Al snel kwam ze in contact met kunst. Haar moeder was schilderes en haar neef Christian Georg Schütz was één van de toonaangevende Duitse landschapschilders van de achttiende eeuw. Louise volgde haar opleiding in landschap- en aquarelschilderkunst bij haar artistieke familieleden.
Begin negentiende eeuw verbleef Louise in Engeland. Hier kwam ze in contact met Engelse naturalisten en botanische illustratoren. Zo ontwikkelde ze een eigen schilderstijl. In 1805 trouwde ze met de in Maastricht geboren officier Willem Benjamin van Panhuys. In 1811, tijdens het Engelse tussenbestuur (1804-1816) trok ze samen met haar man naar Suriname. Willem was dankzij een eerder huwelijk met Alexandra Elisabeth Reynsdorp, kleindochter van een vooraanstaand lid van de civiele justitie, in het bezit van de koffieplantage Nut en Schadelijk, aan de rechteroever van de Beneden Commewijnerivier. Omstreeks die tijd verwierf hij ook plantage Alkmaar, aan de linkeroever van de Commewijne. In 1813 vertrok Willem van Panhuys met zijn vrouw naar Engeland. Daar vormde hij als luitenant-kolonel in Yarmouth een Nederlands bataljon. Na de definitieve val van Napoleon werd Van Panhuys, inmiddels tot generaal-majoor gepromoveerd, door koning Willem I in 1815 tot gouverneur-generaal van Suriname benoemd, waar het echtpaar beschermd door een eskader van ongeveer duizend man, op 26 januari 1816 per zeilschip arriveerde. Precies een maand later nam hij officieel de kolonie Suriname van de Engelsen over. In ruil hiervoor kregen de Engelsen Nieuw-Amsterdam (het huidige New York).
Het bewind van Willem van Panhuys was echter van korte duur. Hij overleed op 18 juli van dat jaar en werd begraven in de Nieuwe Oranjetuin aan de Gravenstraat (nu Henck Arronstraat). Weduwe Louise van Panhuys schreef later in brieven dat zij ervan overtuigd was dat haar man was vermoord. Hiervoor is echter nooit bewijs gevonden. Ze liet Suriname op 10 augustus 1816 voorgoed achter zich. Kunstkenners beschouwen haar vooral als een begaafd botanisch- en landschapschilderes en een uiterst nauwkeurig waarneemster. Toch spreken haar werken van Paramaribo het meest tot de verbeelding, niet in de laatste plaats vanwegen het historische karakter. Zo heeft zij het huidige Onafhankelijkheidsplein geschilderd, enkele jaren voor de grote stadsbrand van 1821. Daardoor kan bijna twee eeuwen later worden aanschouwd welke gebouwen destijds door het vuur zijn verslonden. Ze heeft ook grote invloed gehad op kunstenaar Gerrit Schouten (1779-1839), die veel van zijn diorama’s baseerde op haar aquarellen. Negentig aquarellen met Surinaamse afbeeldingen schonk Louise van Panhuys later aan de Senckenbergische Naturforschende Gesellschaft in Frankfurt. In die stad overleed zij in oktober 1844.
Bernd Katz
Op pagina 31: De Nederlandse vlag wordt gehesen op het Gouvernementsplein, vijf jaar voor de grote brand waarbij veel van de afgebeelde panden werden verwoest (1816). Alle afbeeldingen zijn afkomstig uit de collectie van de Senckenbergische Naturforschende Gesellschaft.
Met dank aan Stichting Charlotte van Lith.