Erfgoed
Het is één van de weinige zekerheden in het leven: met Kwakoe is altijd iets aan de hand. Opschudding en tumult kleven aan het grote multiculturele festival in het Bijlmerpark. De ene keer wordt een rapper neergeschoten, de andere keer staan partijen voor de rechter om het rechtmatige gebruik te claimen van de slogan ‘I feel fine, it’s Kwakoe Time!’ Vaak gaat het gedoe over geld. Structureel zijn de problemen tussen organisatie, standhouders en verhuurders van tenten en apparatuur over het betalen van de rekeningen. Dit jaar liet de verhuurder halverwege het festival zelfs enkele grote tenten afbreken omdat er nog niet voldoende geld was ontvangen.
De financiële problemen laten zich deels verklaren door de bijzondere opzet van Kwakoe. Van oudsher is zo dat het festival zich in de loop van de zes weken terugbetaalt. De standhouders dragen een deel van hun inkomsten af aan de organisatie en die gebruikt dat geld om de aankleding van het festivalterrein te betalen en andere uitgaven te doen. Het is een riskante manier van opereren, want vooraf weet niemand zeker dat de rekeningen ook daadwerkelijk kunnen worden betaald. Als het prachtig weer is, is Kwakoe een goudmijntje. Maar als de bezoekersaantallen tegenvallen, kan het lang duren voor de laatste betalingen zijn overgemaakt.
Om een einde te maken aan het gedoe, is een nieuwe festivalleiding een paar jaar geleden de weg ingeslagen van de professionalisering. Het door velen als charmant ervaren rommelige karakter van Kwakoe maakte plaats voor een zakelijke benadering. De zelfgebouwde kraampjes van houten palen en oranje of zwart zeildoek, veranderden in frisse witte partytenten. Ook de opzet van het festival kreeg een ander gezicht: minder Surinaams, meer multicultureel met onder meer Ghanezen en Nigerianen. Op het voetbaltoernooi van Kwakoe maakten de Afrikanen trouwens al langer de dienst uit. Sommige Surinamers mopperen dat Kwakoe Kwakoe niet meer is. Zij vinden het maar niks dat Little Miss Kwakoe niet meer tijdens het festival wordt gekozen maar op een ander tijdstip in het nieuwe Bijlmerparktheater. Met afgrijzen hebben ze moeten aanzien dat het voetbaltoernooi, vanouds het kloppend hart van Kwakoe, deze zomer geen doorgang kon vinden. Zonder voetbal ontbreekt er iets essentieels aan het festival, stellen de liefhebbers vast. Zonder voetbal is Kwakoe een veredelde braderie. Dus dat is de opdracht voor de festivalleiding voor volgend jaar: Kwakoe financieel gezond maken en houden, en tegelijkertijd het bijzondere karakter behouden. Het stadsdeel Zuidoost is bereid om daar een bijdrage aan te leveren. Eerder schrapte het stadsdeelbestuur de precariorechten voor het gebruik van het Bijlmerpark, in het verleden een molensteen om de nek van de organisatie. En tijdens de opening stelde stadsdeelvoorzitter Marcel La Rose voor Kwakoe voor te dragen als immaterieel cultureel erfgoed bij de Unesco. Zo’n bijzonder keurmerk zou het festival een vaste plaats geven in Nederland en daarmee mogelijk ook de nodige organisatorische stevigheid. Het ligt dan voor eens en altijd vast: geen Kwakoe zonder bere en fladder, kaseko en kawina, bier en voetbal.
Columnist Patrick Meershoek is journalist bij het Amsterdamse dagblad Het Parool