Erwin de Vries weet niet van ophouden
Erwin de Vries is zonder twijfel de meest succesvolle Surinaamse beeldend kunstenaar vandeze tijd. Werken van de schilder en beeldhouwer zijn over de hele wereld tevinden, een van zijn laatste opvallende creaties is het Nationaal MonumentSlavernijverleden in Amsterdam, dat in 2002 door koningin Beatrix werd onthuld.“Ik blijf een simpele boy, heb geen kapsones. Ik ben alleen blij dat ik talentheb.”
De toekomst van de nu 77-jarige De Vries werd volgens zijnzeggen al in zijn vroege jeugd bepaald. “Ik was linkshandig, wat door mijnjuffrouw van de derde klas niet werd toegestaan. Ze sloeg mij op mijnlinkerhand als ik er toch mee schreef. Toen dat niet hielp werd mijn handvastgebonden. Maar met rechts kon ik helemaal niets, zelfs geen aap, noot, miesschrijven. Ik bleef daardoor regelmatig zitten en werd door iedereen DommeErwin genoemd. Ook door mijn vader. Het is heel bepalend voor mijn verdere levengeweest. Als ik een normale schooljeugd had gehad, was ik misschien architectgeworden.”
In plaats daarvan stortte jonge De Vries zich op hettekenen, ook linkshandig. “Ik was daar gek op. Mijn vader bezorgde mijtoen ik zestien was een baantje bij het ministerie van Openbare Werken, in eengebouw dat is verdwenen, maar stond tegenover waar nu ’t Vat is. Ik verdiendedaar als technisch tekenaar vijftig cent per dag. Maar daarnaast bleef ik ookvoor mijzelf tekenen en ging met mijn werken altijd naar Wim Bos Verschuur. Diezei tegen mijn vader dat ik talent had en naar het buitenland moest voor mijnopleiding. Maar mijn vader, H. J. de Vries, zag dat helemaal niet zitten, hijvond dat weggegooid geld.”
De Vries zette door en pa zwichtte. “Maar hij zei: ‘Je gaatgeheel op eigen risico. ’ Met de Cotica ben ik toen naar Nederlandgevaren, waar mijn broer ervoor had gezorgd dat ik langs kon komen bij deKoninklijke Academie in Den Haag. De directeur was in eerste instantie nietenthousiast, want om toegelaten te worden was een HBS-diploma nodig. En ik hadalleen lagere school. Maar hij oordeelde dat ik helemaal uit Suriname wasgekomen, en dus maar moest worden toegelaten. ‘Probeer het maar’, zei hij. Ikmoest wel een verkorte HBS-opleiding Wiskunde doen. Daar staat normaal vijfjaar voor, ik heb het in vier maanden gedaan. Dat was heel bijzonder.Uiteindelijk heb ik met gemak mijn M.O. Tekenen gehaald. Ik dacht van ‘shitman, ik ben geslaagd. Ik ben helemaal niet dom.’”
Vóór zijn vertrek naar Nederland had hij zijn eerstetentoonstelling in de toenmalige Loge Concordia aan de Gravenstraat, die op 22mei 1948 werd geopend. ‘Erwin de Vries neemt hierbij de vrijheid U en Dame zeerbeleefd uit te nodigen’, zo valt op de uitnodiging te lezen die hij met enigetrots laat zien. Want trots is hij op wat hij heeft bereikt. En dat steekt hijniet onder stoelen of banken.
Beeldhouwen
De expositie in Loge Concordia was immers de eerste in eenzeer indrukwekkende reeks. In eerste instantie keerde hij na de Koninklijke Academieterug naar Suriname om als tekenleraar te gaan werken. “Ik had een contractvoor vijf jaar, maar heb na vier jaar gevraagd of ik mocht vertrekken. Ik vondhet werk niet leuk, wilde mijn eigen ding doen. Toen ben ik teruggegaan naarNederland om in Amsterdam aan de Rijksacademie beeldhouwen te gaan studeren. Ikhad daar ook als enige student een eigen atelier en na een paar weken al mijneerste tentoonstelling.
“Tijdens een tentoonstelling in Paramaribo, voordat ikterugkeerde naar Nederland, kocht Lou Lichtveld –ook bekend onder zijnschrijversnaam Albert Helman.’ AS- voor vijfhonderd gulden een werk van mij.Dat was destijds twee maandsalarissen! Mijn vader begreep daar helemaal nietsvan. Lichtveld zei tegen mijn vader dat het werkt het waard was en dat er meermet die jonge Erwin zou gaan gebeuren.”
Lichtveld kreeg gelijk. De Vries kan inmiddels bogen op eenlange lijst exposities, zowel solo (in onder meer het Stedelijk Museum inAmsterdam) als groepstentoonstellingen (met onder andere Picasso en Zadkine).Het Rijksmuseum in Amsterdam heeft drie werken van hem aangekocht. “Daar hangenalleen Rembrandts en andere grote meesters. Als ze, terwijl je nog leeft, driebeelden van jou nemen, ben je zeer vereerd. Veel levende kunstenaars durvendaar niet eens van te dromen.
“Toen ik 26 was, kocht het Museum of Modern Art in New Yorkeen werk van mij. Dat is toch machtig! Dat nare mannetje, Ben Mitrasingh, hijis en was altijd negatief over me, heeft later een keer geschreven dat dit nietwaar was, maar ik heb de bewijzen toen kunnen overleggen. Het is gewoonjaloezie, die man heeft zelf nooit iets in zijn leven gepresteerd.
“Natuurlijk is al dat succes leuk, zeker als je bedenkt datik dat ding van Domme Erwin jarenlang met mij heb meegedragen. Door mijn successenben ik mij op den duur gaan realiseren dat wat ze allemaal over mij vertelden,waanzin was. Maar de hoogtepunten zijn geweest.”
Met jaloezie heeft De Vries wel vaker te maken, maar daarligt hij niet echt wakker van. Wel kan hij zich kwaad maken over het gebrek aanSurinaamse erkenning. Zo voelde hij zich ‘belazerd’ toen toenmalig premierHenck Arron hem in de tweede helft van de jaren zeventig drie jaar lang aan hetlijntje hield. “Ik was teruggekeerd naar Suriname en kwam bij Arron en zei hemdat het raar was dat ik als bekende kunstenaar nergens in het land een vrijwerk had staan. En dan bedoel ik niet een beeld van Lachmon of zo, dat soortdingen maak je vooral voor het geld. Nee, een echt vrij werk.
“Arron zei dat dit best geregeld kon worden, maar dat ik daneerst mijn Nederlandse paspoort moest inruilen voor een Surinaams. Dat heb ikgedaan en vervolgens ook aan hem laten zien. Daarna heeft hij mij drie jaarlang belazerd. Lou Lichtveld waarschuwde mij dat ze in Suriname echt niets voormij zouden doen, dus heb ik mijn Nederlandse paspoort weer teruggenomen. Numaak ik in opdracht een beeld van Arron. Dat hij mij destijds bedonderd heeft,maakt mij niks uit.
Over de toekomst van de Surinaamse kunst, is De Vries sombergestemd. “Nee, ik zie niet wie er van de huidige generatie kunstenaars inSuriname in mijn voetsporen zal treden. Dat heeft niks met verwaandheid temaken. Er zijn wel jongens met talent hoor. Maar er zijn zoveel talenten in de wereld,als je echter niet volledig gek bent op dat ding, begin er dan niet aan. Wat ikermee wil zeggen is dat je wel ergens goed in kunt zijn, maar dat als je erniet dag en nacht mee bezig bent, het niet in je hart met je meedraagt, dat jeer dan waarschijnlijk nog niets mee bereikt. Een goed voorbeeld van iemand diedat wel doet is de Braziliaanse voetballer Ronaldinho. Die was al op zesjarigeleeftijd niet met een bal van straat weg te slaan. Hij had het talent, maarheeft het ook benut.”
Erotisch
Zijn eigen talent uit De Vries vooral via erotisch getintewerken. “Ik begrijp opmerkingen ook nooit van dat ik wel een extreme aandachtheb voor vrouwen, omdat ze veel in mijn werk voorkomen. Maar dat slaat echtnergens op. Bovendien, als je als man geen passie hebt voor vrouwen of nietgraag naar vrouwelijke vormen kijkt, dan moet je naar de dokter, dan is er ietsmis met je. Tenzij je homo bent uiteraard. Ik kijk zoals de meeste mannen graagnaar vrouwen en gebruik ze toevallig in mijn werk.”
De Vries bespeurt hypocrisie bij zijn mannelijke medemens.“Niemand zegt van ‘ik heb een kut gelikt’ of ‘ik trek mij af’ of geeft toe datie naar porno kijkt. Ik doe dat wel en dus vinden ze mij een viespeuk. Maar zijdie liegen dat ze het niet doen zijn nette mensen. Ik begrijp dat niet. Maarvoor hun is een kut gewoon een kut en naaien is gewoon naaien. Ik kijk daaranders naar. Ik zie steeds weer een andere structuur van een hoofd, van tenenenzovoorts. “Ik heb altijd al mijn eigen opvattingen gehad. Als kind al. Opmijn twaalfde was ik zo briljant door te beslissen niet meer naar de kerk tegaan. Ik zeg briljant ja, omdat als kind van die leeftijd al doorhad datreligie allemaal oplichterij is. Ja toch? Zo’n paus weet toch ook als hij ineen stampvolle kathedraal is waar eens per jaar zogenaamd een Mariabeeldje gaathuilen, dat dan er een machientje in dat beeld zit? En waarom knijpen al diepriesters de misdienaars in hun kont? Of, al die lui die op drietelevisiezenders iedere dag hallelujah lopen te roepen met een rinkelendcollectebakje. “Maar ook in het binnenland maken religieuzen de bevolking vanalles wijs. Zelfs dat je van een bepaald drankje een erectie krijgt. Nou, ikheb het vijf keer geprobeerd en het heeft niets geholpen. En wat te denken vandie gekken binnen de islam, die kleine jongens zeggen dat ze bij Allah komenals ze een bomgordel omdoen en zichzelf opblazen? Maar als je aan de bazen diedeze jongens sturen vraagt waarom ze zelf die gordel niet omdoen, kijken ze jeaan of je gek bent geworden.”
Vitaliteit
Ondanks zijn leeftijd weet hij nog niet van ophouden. “Ikben geestelijk niet bezig met het ouder worden. Over twee jaar word ik tachtig.Natuurlijk merk ik wel dat ik wat sneller moe ben en ik durf ook geenwedstrijdje honderd meter hard lopen meer met een jonge vent van twintig. Maarik heb gelukkig mijn vitaliteit en kracht nog om te werken en de andere dingente doen die ik leuk vind. Ik heb nog altijd mijn erotische uitspattingen.Weliswaar niet meer zo als toen ik veertig was, maar toch: ik ben zeertevreden. Ik ben blij dat ik een gezond mens ben, daar kies je immers niet zelfvoor.” De Vries heeft eigenlijk nog één echte droom: het maken van eenNationaal Monument voor Suriname. “Het heeft lang geduurd, maar Venetiaan heefthet ontwerp gezien en staat erachter. Het moet komen op de rotonde die nu wordtaangelegd nabij het Academisch Ziekenhuis. Er is zelfs een commissie ingestelddie het benodigde geld moet inzamelen. Maar die gaat pas aan de slag als deregering echt toestemming geeft. “Maar ja, ik zie het nog wel gebeuren dat hetzolang duurt dat ik dood ga en het beeld nog niet af is. Dan moet iemand andershet maar doen. Nee, dan draai ik mij echt niet om in mijn graf, daar geloof ikniet in. Dood is dood, hoor. Mensen geloven in de meest idiote dingen op aarde.Maar geen enkele ziel zal dwalen, anders is het wel superdruk daarboven.”