Essay
Schrijver en publicist Karin Lachmising
opereert in het maatschappelijk middenveld als
‘communicatiestrateeg met een filosofische inslag’
Accepteren en aanpassen
‘Voorlopig kunnen we niet weg’. Niemand van ons had kunnen bedenken dat dit de boodschap zou zijn op de tweede dag van onze training. De wind trok aan, zware regenbuien en misschien ook wel vloed, Jamaica stond onder ‘storm watch’. Zeven mensen die nog maar net een dag eerder met elkaar kennis hadden gemaakt, zouden vijf dagen lang gedwongen aan elkaar overgeleverd zijn.
In het solide, uit steen opgetrokken massief gebouw in de Blue Mountains regio, waar de Jablum-koffie wordt verbouwd, veranderde de heerlijk geurende omgeving in rap tempo tot een mistige beklemmende gevangenis waarin alles, dat een dag tevoren nog mogelijk was, door orkaan Sandy onmogelijk werd gemaakt. Wat een training over ontwikkelingscommunicatie in een veranderende omgeving zou worden, samen met rurale gemeenschappen, werd een regelrechte confrontatie met hoe wij zelf met veranderende omstandigheden omgaan. De slogan die een week later op een bijeenkomst in Kingston werd geprojecteerd, werd tijdens de storm Sandy werkelijkheid. ‘Climate change, we have to change’. Voor natuurvolken een normaal gegeven, maar voor de stadsmens blijkt aanpassen aan veranderende omstandigheden een complex gegeven te zijn. De eerste dagen probeer je nog te doen wat gepland staat maar na een paar uur, met een heen en weer bengelende lamp veranderde elke volgende stap met de toename van de windkracht. Wat er van al die dagen terecht zou komen, wist ik niet. Wel wist ik dat ik mij niet kon verzetten en dat aanpassing een soort tweede natuur werd waarop ik me liet varen, zoals ik ook gewend was te zien als ik in onze eigen binnenlanden was. In één keer leek ook alles langzamer te gaan. Prioriteiten verschoven in denken en handelen, niet alleen bij mij, van het vreemde vaste Zuid-Amerikaanse continent, maar ook bij de andere deelnemers uit Jamaica, Turks en Caicos eilanden en uit de kleine gemeenschap van Blue Mountains en Portland beach. Ik had niet veel met deze groep gemeen, althans daarop leek het. Geen orkanen, geen tornado’s of aardverschuivingen, geen taal noch eetgewoonten. Maar toch werd al heel snel duidelijk dat aanpassing aan wat er veranderde in deze dagen, ons bracht tot een gezamenlijk handelen en bewust omgaan met verandering. Climate change vraagt dat ook van ons. Maar met hoevelen accepteren we dat er werkelijk iets aan onze omgeving verandert dat ons tot gezamenlijk handelen moet aanzetten? De hitte in september en oktober bracht ons tot het 24 uur draaien van de airconditioning. Acceptatie van wat er verandert, blijft op vele fronten uit en lijkt meer op het oplossen van de gevolgen, zoals de bulldozer die een dag na Sandy de weg door de bergen vrijmaakte.
Bescherming en overleving
Op veel veranderingen reageren wij inderdaad wel positief, zonder dat we er bij stil staan dat we ons hebben aangepast. De straten van Suriname zijn keurig geasfalteerd, dus rijden we harder. Er zijn stoepen in het uitgangscentrum aangelegd, dus durven we weer met hakken over straat te lopen. Niet ‘sms’en’ maar even ‘whatsappen’ en zonder telefoon op zak is bijna al ondenkbaar geworden. Beelden vernieuwen zich voor onze ogen en we raken er aan gewend. Aanpassing aan veranderende consumptiegoederen blijkt niet zo moeilijk te zijn. Maar passen we ons ook zo gemakkelijk aan als het om de natuur gaat, als we moeten zoeken naar de balans van ontwikkeling, bescherming en overleving. Een week na Sandy zat ik aan bij de stakeholders meeting in Jamaica, over ‘klimaatverandering en rampenmanagement’ met de slogan ‘Climate change, we have to change’. Voor gemeenschappen die dicht bij de natuur leven, is deze aanbeveling overbodig. Natuurvolken passen zich automatisch aan omdat hun dagelijks leven direct afhankelijk is van hun omgeving. De waarde die zij om die reden hechten aan de natuur lijkt bij de stadse mens niet aanwezig. In een snel veranderende samenleving met zoveel keuzes blijken we losgeraakt te zijn van waarvan we daadwerkelijk afhankelijk zijn, onze voedselbron, onze zuurstofbron. De beelden waar alles vandaan komt dat ons leven in stand houdt, zijn zoekgeraakt in ons streven naar meer en beter. Aanpassing lijkt apathisch, non actief, volgzaam en zou misschien het idee wekken dat we zelf niet meer in control zijn. Dat we ons eigen leven op een andere manier vorm kunnen geven, blijkt te zijn vergeten. De levensscholen van Griekse filosofen, zoals Socrates en Plato, zouden in deze tijd goed van pas komen. Nadenken over je rol als mens op aarde in relatie met de natuur en haar ontwikkeling en van daaruit een levensmissie bepalen die wat meer in balans is met onze omgeving? Wat je niet direct ziet, is blijkbaar moeilijker te accepteren. Wie geen ijsschots ziet smelten, zal zich niet zo druk maken over de verwarmde oceaan. Dat de storm daardoor heftiger raast, rivieren dreigen over te stromen, de aarde zich onder ons roert… ‘Ach dat zeggen ze al jaren’, is een veel gebezigde tegenwerping, ‘maar zie, we leven nog steeds toch, zo’n vaart zal het niet lopen, ach die ene graad warmer, over hoeveel jaar is dat niet?’ Die ‘ene graad’ is moeilijk te waarderen en het verloop ervan ook niet. Inheemsen hebben zo hun eigen methoden om één graad te bepalen. Ze zien het in de dieren die niet meer verschijnen op bekende plekken, of begroeiing die zich anders ontwikkelt.
Wachten
Maar accepteren en niet veranderen legt nog geen zoden aan de dijk, of kunnen we toekijken op een overstromende rivier zonder buffers van zandzakken? Jamaica kon in die dagen niet meer op Suriname lijken dan wat ik me had voorgesteld. Terwijl Sandy over het eiland raasde en op zoek ging naar haar volgende slachtoffers op Cuba en Haïti, liepen mensen gelaten rond. ‘Ja, straks zal er een bulldozer komen. Dan wordt de weg vrij gemaakt. Meestal gaat dat zo’, vertelde het pensionmanager. ‘We moeten wachten’. Ik heb het vaak gehoord als ik weer eens wat wou oppakken of veranderen: ‘accepteer toch dat het zo is’. Sinds wanneer is acceptatie iets lijdzaams geworden? De dood accepteren is immers ook aanpassen aan de omstandigheden, ziek zijn of verlaten worden, vergt ook een andere houding en geen slachtofferschap als een handige beschermende deken waar je niet onder vandaan hoeft te kruipen. Soms gaat iets echt niet vanzelf, maar wanneer gaat acceptatie dan in handelen over? Zit het woord apathisch ook in accepteren opgesloten? Als ik in het binnenland ben, denk ik daar vaak over na. Dat inheemsen iets apathisch over zich heen zouden hebben, lijkt me erg kortzichtig bedacht. Wat ik zie, is adaptatie. Het veranderen naar de omstandigheden, aanpassen omdat je het accepteert. In de gehele discussie over climate change speelt dit laatste vooral. Dat we niet mogen en kunnen toekijken hoe warm het wordt, of hoeveel het regent, of hoe onstuimig orkanen zich nu ontwikkelen. Daar waar er grote bedragen en belangen bij komen kijken, is het misschien nog voor te stellen dat veranderingen niet gewenst zijn. Maar ook de ‘kleine man’ laat de verandering aan hem voorbijgaan. Het lijkt een ver-vanmijn- bed-show om te bedenken dat ijsbergen iets aan het weer in Suriname zouden veranderen. De vorige minister van ROGB riep zelfs verontwaardigd: ‘Waarom zouden wij geen industrieën bouwen en onze bossen kappen. Immers zij daar (de rijke industrielanden) hebben dat toch ook al die jaren gedaan. En waarom zouden wij ook niet eens het grote geld mogen verdienen?’ Dat de verwarmde aarde werkelijk een moeilijkere plek wordt om te overleven, dat droogte en overstromingen onze voedselveiligheid in gevaar brengen, is misschien niet denkbaar als we de fris geplukte groenten of handig in cellofaan verpakte goederen uit de winkel halen.
Verwrongen relatie
Ontwikkeling, acceptatie, aanpassen, slachtofferschap vormt een rijtje van woorden dat in onze Surinaamse samenleving in deze periode veel van ons vergt. Het nieuwe jaar zal vooral van ons vragen om te veranderen. Maar nog meer zal het gaan om het accepteren dat verandering van ons leven zoals we dat hebben gekend de afgelopen jaren, nodig is. Het is net als een verwrongen relatie die beklemt. Tot het moment dat je nog denkt dat wat je voelt en ziet niet werkelijk fout is, kan je er nog mee leven. Maar op het moment dat je accepteert dat het werkelijk fout gaat, volgt de weg van aanpassing en daarmee een verandering. De waarde die we hechten aan wat ons leven kan verbeteren, zal zich in de komende tijd steeds meer laten zien. Het zal onze beslissingen kunnen beïnvloeden of we ons huis nog in het uiterste noorden neerzetten, of dat we een restaurant aan de oever van de Commewijnerivier zullen bouwen. Ons aanpassen aan veranderende omstandigheden is niet zo complex als het lijkt. Het start met het besef over wat ons leven voortbeweegt. De scholen van Plato en Socrates liggen misschien wel binnen handbereik, aan de oevers van onze rivieren en in de bossen van het binnenland. Een mooi bezoek voor het begin van het nieuwe jaar.