Essay: Een heerlijke vakantie langs de Maratakkarivier – Parbode Sneak Peek
Enige tijd geleden was ik op Bigi Pan bij goede vriend Kasidi en hij zei tegen me: ‘Dominiek, weet je, wij hebben ook een kleine ecolodge opgestart langs de Maratakkarivier, je moet echt eens langskomen. Ik zeg: wat? Dit klinkt te mooi om waar te zijn: met Gerda en Kasidi logeren in hun lodge langs de Maratakkarivier!
Door Dominiek Plouvier
De Maratakka is een zijrivier van de Nickerierivier, en beide vloeien samen in het verlaten stadje Wageningen, ooit de trots van de Stichting Machinale Landbouw. Nu is het in Wageningen vergane glorie, met verlaten grote silo’s voor padi die er niet meer aankomt. We spreken er af en plaatsen de auto op een bewaakte parking om vanuit Wageningen met de boot verder te varen, enkele uurtjes stroomopwaarts de Maratakka. Na enige kilometers varen vallen mij onmiddellijk de majestueuze Morabomen op, dat denk ik althans. ‘Dis na Mora noh?’, vraag ik aan Jason, de inheemse jongeman die met ons meevaart, en hij knikt van ja.
De rest van de bomen langs de rivier zijn zowat dezelfde als waar ik woon in Commewijne, met als belangrijkste: mira-udu, tafrabon, babunudu, een enkele kankantri, en verderop veel watrabiri, soemaroeba, enkele rode lokussen en wat barklaks. Maar die Mora is zo speciaal, hij komt niet voor ten oosten van de Coppename, en hier langs de Maratakka zo massaal.
Ik had al vaak gehoord hoe ‘unspoilt’ die Maratakka wel was, je kon er nog reuzenotters zien en zeekoeien, lamantijn of manatee in het Engels.
Lees het hele artikel in het novembernummer van Parbode, te koop in de winkel (in Suriname)
Voor informatie over het afsluiten van een (digitaal) abonnement, klik op www.parbode.com/abonneren