Etnische politiek moet afslijten
Het is duidelijk dat 117 jaar nadat de eerste immigrantenuit Java naar Suriname kwamen de Javanen hun plaats in de samenleving hebbenveroverd. De Surinaams-Javaanse bevolking telt procentueel gezien de minstecriminelen, wat gezien hun sociale cohesie en emotionele intelligentie niet zoverwonderlijk is. Maar tegelijkertijd hebben zij sinds de eerste algemeneverkiezingen van 1949 legendarisch onbetrouwbare en contraproductieve politiekeleiders: wijlen Iding Soemita, Willy Soemita en Salam Somohardjo. Hoe komt dat?Een prangende vraag die we, naast wat persoonlijke vragen, voorlegden aanantropoloog en politicus drs. Soewarto Moestadja.
De opCommewijne geboren Moestadja, ook bekend als Moes, isde kleinzoon van eenimmigrant uit Java. Hij was onder president JulesWijdenbosch minister vanSociale zaken en Volkshuisvesting en is tegenwoordigvoorzitter van D21, eenpartij die bij de laatste verkiezingen geen zetelbinnensleepte. Daarnaast ishij medeoprichter en eigenaar van het radio- entelevisiestation Mustika, dat in2004 de lucht in ging.
Waarom kiezen Javanen voor bewezenonbetrouwbarepolitici?
“Ik weetdat alle Surinaamse politici gefaald hebben: nietalleen de Javaans Surinaamse.Daarmee steek ik ook de hand in eigen boezem. Dedemocratie hier is geenvolkswil, maar kenmerkt zich door het onderlingegeregel van de elite. Daardoorontstaan kartelvorming en ondeskundig bestuur.Het kernprobleem is dat deproductie in Suriname te klein is en de import tegroot. Daardoor zijn banen,geld en ontwikkelingskansen schaars en zeerongelijk toegankelijk. Mensengeloven in deze schaarste en middenin een overvloedaan hulpbronnen wordtarmoede gecreëerd. Politici houden mensen voor dat kiezenvanuit hun etnischhokje hun de grootste kans biedt op vergunningen, grond,banen, beurzen encontracten. Alleen al daarom kiest men voor een leider die ophen lijkt, al komtzijn gedrag in opspraak.
“Ook kweektde Javaanse opvoeding een angstcultuur. Kinderenworden in het gareel gehoudendoor angst te kweken voor alles dat en iedereendie anders is. Van daaruit makenze veel eerder een etnisch politieke keuze.Tot slot is het kiessysteemovergeërfd van de kolonisator. Suriname is een(post)koloniaal geconstrueerdesamenleving die per definitie geenparticipatiedemocratie kent, maar welverdeel- en heerspolitiek.”
Ondanks de keus voorcontraproductieve leiders komenJavanen vooruit…
“Javanenbestrijden armoede vaak door een tweede baan tenemen of door alsmicro-ondernemer aan de slag te gaan. Ook studerenvoornamelijk de jonge vrouwenvaak verder. Vrouwen en mannen zijn doorgaansondernemend in traditioneelJavaanse productie en allerlei andere vakken dieinzicht, creativiteit, liefdeen handigheid vereisen. Zo komen ze tot eenzekere ontwikkeling die toch eenbuffer tegen armoede vormt. Ook omdat men viacoöperatieve groepen (gotongrojong) kleine bouw en productieprojecten doet enindividueel de klein- engroothandel ingaat.
“Het heeftme altijd geboeid hoe de ontwikkeling van debasis uitgaat. Ik wilde altijdweten hoe dat ging en was daarom eerst van planom economie te studeren. Toendat niet mogelijk was hier, ging ik naarNederland om met een beurs antropologiete studeren. In Nederland ontdekte ikook dat de sterke familieband tussenSurinaamse Javanen in Nederland enSuriname een geld- en pakkettensteun op gangheeft gebracht die een deel van dearmoede verbloemt. Suriname kent een groteinformele economie waar niet ofnauwelijks cijfers over bestaan. En er is helaaseen narco-economie.
Omdat ik derealiteit van Suriname ken, heb ik Surinamersdie willen remigreren altijdgestimuleerd: ga naar Suriname met zoveel mogelijkkennis, kapitaal en tools.Zelf ben ik in 1995 geremigreerd. Ik was in mijnNederlandse tijd acht jaarvoorzitter van de KTPI, afdeling Nederland.”
Wat doet u zelf aan samenwerking,productie enontwikkeling via Mustika?
“InNederland was ik al betrokken bij multiculturelemigranten en natuurlijk zal iknooit alleen werken voor mensen die op melijken, want ik ben Surinamer. Dit iseen gevleugelde uitspraak die ik ook alsminister in de assemblee heb gedaan,die me door mijn eigen groep soms kwalijkwordt genomen. De aandeelhouders vanMustika brengen bewust multiculturele tven radio en Mustika heeft een aantaleigen programma’s waarvan de belangrijkstede muziekprogramma’s zijn met eigenSurinaams-Javaanse populaire muziek, die ikSurijapop noem. Voor producties vandeze Surijapop-muziek en van muziekvideo’sis een speciale stichtingopgericht. “Het station is meertalig en één van de vier radio- entelevisiestationswaarop ook Javaans wordt gesproken. Verder zijn er programma’swaarin BahasaIndonesia, Engels, meestal met Nederlandse vertaling of Nederlandswordtgesproken. Nederlands wordt als officiële taal op het nieuws gebruikt, datdriemaal per week wordt uitgezonden en de interviews worden vaak gelijk vanhetJavaans of Sranan in het Nederlands vertaald. Zondagmiddag komen dekleinemensen met hun ideeën en ervaringen aan bod, die je anders nooit zouhoren.
“Verderhebben we politieke en actuele onderwerpen en danhoor je altijd datvolksvertegenwoordigers actiever moeten worden in voor het volkspreken enwerken. Over het algemeen vindt men dat er genoeg Surinamers vanJavaanseafkomst in het machtscentrum zijn, maar dat hun output te wensen
overlaat…Democratie stimuleren we ook met het Politiek Spreekuur, eenpopulairopbelprogramma, daarin praten de bellers Javaans, Sranan enNederlands. Onslaatste onderwerp was de kleine en lang uitgebleven verhogingvan de AOV, waarmen verontwaardigd over is. De laatste maand hebben we ‘smorgens zendtijdverhuurd voor de Chineestalige uitzending.” Wat ziet u als eengoede toekomst?“Alleen met ontwikkelen van de productie benutten we het feit dat we dehulpbronnen hebben om echt hetzeventiende rijkste land ter wereld te worden.Het is een schande dat zestigprocent van de Surinamers hier onder de armoedegrensleeft. Patronage zouuitgebannen moeten worden, etnische politiek moet afslijtenen de participatievan mensen in de democratie moet groeien.
“AlleSurinamers hebben er baat bij als kiezers en leiderszich beijveren vooralgehele samenwerking, transparantie, productie. ElkeSurinamer moet gelijketoegang hebben tot scholing, hulpbronnen enontwikkelingskansen. Om beteronderling te gaan samenwerken moeten we elkaarscultuur en mentaliteitbegrijpen. Etniciteit moeten we onderkennen, dat is geenracisme, wel moet hetmet nadruk op de overeenkomsten onderzocht engepresenteerd worden. Dit is eenproces dat begint met de cultuur van de eigengroep te kennen. Ik ben blij metde trend dat wij onze geschiedenisopschrijven, onze traditionele culturenvastleggen en verder ontwikkelen. Depro’s van elke etnische groep moeten weaccentueren om van elkaar te leren omtot integratie te komen.”
Javaanse politici: landjepik en etnische vriendjespolitiek Iding Soemita was een charismatische leider die de eersteelf jaar van zijn politieke carrière gretig gebruik maakte van de heimwee enhet remigratieverlangen onder de Javanen. Na een teleurstellend aanbod van deIndonesische president in 1955 om in de heuvelachtige bossen van Sumatralandbouw te komen ontwikkelen, richtte Iding zich meer op Suriname. InCommewijne en in Saramacca kwamen de zogeheten Soemita-projecten, hij gafgrondbeschikkingen op plantages waar men al woonde. Bijna al deze projectenzijn in verval geraakt wegens gebrek aan management van de landbouwproductie endiversificatie en watermanagement. Willy Soemita, zoon van Iding, erfde het leiderschap. Opdezelfde manier als zijn vader maakte hij daar misbruik van om voordelen voorzijn partijelite te eisen, zoals hogere ambtenarenposten, plezierreisjes ingrote delegaties, dienstauto’s en gronden. Tevens zette hij een uitgebreidproject op dat landbouwcoöperaties zou moeten opleveren, maar hij bleek zoveelpartijleden te hebben opgelicht, dat het hem in 1974 een veroordeling opleverde.Desondanks werd hij onder Venetiaan begin jaren negentig weer minister. Paul Salam Somohardjo heeft 25 jaar gevochten om de grootsteJavaanse politieke leider te zijn. Hij komt regelmatig in opspraak als gevolgvan dubieuze praktijken. Als voorzitter van Pertjajah Luhur en van de NationaleAssemblee probeert hij iedereen en alles naar zijn hand te zetten, en richt hijzich vooral op landjepik, waarbij zijn partij grote stukken grond annexeert.Ook hij heeft een strafblad, na te zijn veroordeeld wegens onzedelijk gedrag.
|