Etnobotanicus Angela Grant: ‘Medicinale kruiden mogen niet als ‘alternatief’ gezien worden’ – Parbode Sneak Peek
Etnobotanicus Angela Grant (48), werkzaam op het Nationaal Herbarium van Suriname, heeft zich gecommitteerd aan het inventariseren en vastleggen van planten die van oudsher bekend zijn als medicijn. “Planten krijgen niet de plaats die ze verdienen. Indien de mens wist wat de betekenis van planten in hun leven is, zouden zij de kruiden niet bespuiten met verdelgingsmiddelen. Dan zouden ze geen grote lappen grond openstoten, zonder ervoor te zorgen dat het gebied weer beplant werd”, betoogt ze vurig.
Tekst Serano Ramcharan
Angela Grant is van jongs af geïntrigeerd door medicinale planten. De belangstelling daarvoor werd gewekt door osodresi die haar Antilliaanse moeder voor haar kinderen gebruikte. “Een deel van mijn jeugd bracht ik door te Onverwacht, omdat mijn vader, Alwin Grant, daar was gestationeerd als politieagent. Wij speelden vaak modderoorlog in het bos met de struiken als dekking. Die struiken zaten vaak onder luizen die jeuk veroorzaakten op onze huid. Mijn moeder kreeg als advies om een aftreksel van de plant brokobakawiwiri te gebruiken en ons een warm bad daarmee te geven. Dat bleek een succesvolle remedie te zijn. Die plant groeide gewoon op bermen van straten. Zo werd mijn interesse gewekt voor planten als hulpmiddel voor het bestrijden van kwalen”, vertelt ze.
Op het IOL rondde Grant haar MO-B Biologie af met onderzoek naar planten die gebruikt worden voor het maken van cosmetica. Vervolgens koos ze voor haar masteropleiding als afstudeeronderwerp ‘PPP: de weg naar een volwaardig medicinale industrie in Suriname’. In 2001 trad Grant in dienst van het Nationaal Herbarium van Suriname als documentatieassistent, waarbij de publicaties over medicinale planten haar aandacht trokken. Toen al werd veel onderzoek naar de medicinale planten gedaan, vooral door Nederlandse wetenschappers en studenten. “Het toenmalige hoofd van het Nationaal Herbarium, wijlen mevrouw Marga Werkhoven, bood mij de gelegenheid om te assisteren bij veldwerkzaamheden. Het was leuk dat er onderzoek gedaan werd naar deze kostbare planten, echter zat het mij dwars dat heel weinig Surinamers dat onderzoek deden.” Zelf gebruikt de wetenschapper, die moeder is van zeven kinderen – “zes biologische en een die mijn hart gestolen heeft” –, volop kruiden. “Kruiden als stoombaden, voor na de bevalling, de redi katoenknop voor de behandeling van oorontsteking, semprevisi voor mijn gezicht, louisawiwiri voor hoofdschimmels en noem maar op.”
Lees dit artikel verder in de aprileditie van Parbode, ook digitaal verkrijgbaar