EuroSuri
Het juiste tijdstip
Bij honden wordt in Nederland tegenwoordig net zo vaak de diagnose kanker gesteld als bij mensen. Dit keer had ik de ziekte gesignaleerd bij de hond van een Surinamer en vertelde hem het slechte nieuws. Het had een vernietigende uitwerking op hem. Ik legde uit dat chemotherapie mogelijk was, maar toen hij de kosten hoorde, schudde hij slechts somber zijn hoofd. Mijn Surinaamse cliënten zijn slechts zelden goed bij kas.
Euthanasie was nu de enige optie. Hij ging het met zijn vriendin bespreken. Even later belde ze. Zij was zo te horen niet Surinaams, maar Nederlands. Ik moest eerst een stuk of twintig vragen beantwoorden over de ziekte en de euthanasie. Uiteindelijk begreep ze wel dat het zo niet verder kon. “Laten we het dan morgen doen. Ik wil er absoluut bij zijn”, zei ze. “Hij mag het niet doen als ik er niet bij ben.” Ze legde uit dat ze twee kinderen hadden, maar niet samenwoonden. “Als hij dat toch doet, kijk ik hem nooit meer aan!”
Even later belde de man. Hij klonk erg emotioneel. De hond kon nauwelijks meer lopen. Hij wilde hem direct brengen voor euthanasie. Ik vertelde hem wat zijn vriendin had gezegd.
Ik raakte een verkeerde en kennelijk overgevoelige snaar. “Wat! Moet die hond dan hier bij mij in huis doodgaan? Moet hij tot het einde lijden?” Ik: “Eh, nee, natuurlijk niet. Overlegt u even met uw vriendin.” Dat zou hij doen.
Hij belde terug. “Ze doet moeilijk! Ze wil er per se bij zijn. Ik laat een vriend haar ophalen. Zij woont in oost, dus het duurt wel even voor ze er zijn.” Ik zuchtte, het was inmiddels al kwart voor zes. Maar als het om leven en dood gaat, begin je niet gauw over honger en gezellig eten met je gezin. Dus zei ik dat ik zou wachten. Na een kwartier belde de vriendin. Er was nog geen spoor van de vriend die haar op zou halen. ”Dat wordt niks meer vanavond”, zei ze. Ik was het volledig met haar eens. “Maar die hond mag niet inslapen als ik er niet bij ben! Ik was al niet meer in die man geïnteresseerd, maar zeg tegen hem dat het dan echt over is!” Ik realiseerde mij voor de zoveelste keer hoe moeilijk relaties tussen Surinaamse mannen en Nederlandse vrouwen zijn.
Even later kwam de man met de Dobermann aanlopen. De hond, volledig uitgemergeld, liep verrassend monter voor hem uit. De man keek mij indringend aan vanachter zijn dreadlocks. “Hij lijkt nu wel fit, maar hij is echt ziek hoor, doodziek….” “Ja”, zei ik, “maar ik heb net je vriendin gesproken. Als je de hond vandaag laat inslapen, wil ze je nooit meer zien.” Hij keek somber. “Kan ik haar niet nog even ophalen?” vroeg hij. Ik begon te lachen. “Ik heb al een uur op je gewacht. Nu vind ik het wel mooi geweest. Als ik de hond zo bekijk, gaat hij vannacht echt niet dood hoor.” Hij knikte en staarde naar het mobieltje in zijn hand. “Wilt u haar bellen met uw telefoon?” vroeg hij, ”als ik bel, neemt ze niet op.”
Ik belde. Toen ze opnam, gaf ik hem de telefoon. Hij begon te praten, maar stopte abrupt. “Ze heeft opgehangen.” Het mobieltje van de man ging. Hij nam op. Het geluid aan de andere kant was zo luid dat ik de woorden bijna kon verstaan. Hij hield het mobieltje op een paar centimeter van zijn oor en kneep zijn ogen tot spleetjes. Plotseling overhandigde hij het aan mij. “Probeert u met haar te praten.” Voorzichtig bracht ik de telefoon naar mijn oor. “Waarom moet je altijd zo egoïstisch zijn?” schreeuwde zijn vriendin in mijn oor. De lastigste vragen worden niet tijdens consulten gesteld, maar tijdens echtelijke ruzies.
“Je spreekt nu met de dierenarts”, zei ik. “Sorry, sorry”, zei ze. “Ik heb de hond gezien”, zei ik, “hij hoeft niet per se vanavond in te slapen. Morgen kan ook, dan kan je erbij zijn.” Ze kalmeerde en ik gaf het mobieltje aan de man terug. Hij glimlachte. “Ja, dat doe ik voor jou schatje, voor jou doe ik alles.” Hij knipoogde naar mij.
Ik gaf de hond nog een flinke oppeppende injectie en maakte een afspraak voor de volgende dag. “Ik wil wel zeker weten dat jullie morgen op dat tijdstip beiden hier aanwezig zijn”, zei ik tegen de man. “Natuurlijk, natuurlijk…” zei hij alsof dat vanzelfsprekend was. Ik keek ze na toen ze praktijk verlieten. De hond trok aan de lijn alsof er niets aan de hand was en ze verdwenen de donkere Bijlmer in.
Chris Polanen woont en werkt als dierenarts en schrijver in Nederland