EuroSuri
Chris Polanen woont en werkt als dierenarts en schrijver in Nederland
Legende
Nu Michael Jackson dood is, zijn er niet veel artiesten meer die ik in levenden lijve wil zien optreden. Toen ik hoorde dat Prince naar Nederland kwam, twijfelde ik echter geen moment. Kosten: negentig euro. Van Amsterdam naar Rotterdam rijden. Aanvang kwart over een ‘s nachts. Allemaal geen probleem. Dus sta ik 9 juli kwart over een ‘s nachts samengedrukt in een compacte mensenmassa. Ik adem lucht in vol bedwelmende wietdamp, vleugjes knoflook en geconcentreerd zweet. De lengte van de gemiddelde Nederlandse man maakt het niet makkelijk om het podium te zien.
Om kwart voor twee barst het los. Mijn trommelvliezen sidderen. De bas ontregelt mijn hartslag. Plotseling staat hij daar. ‘Good morning’, roept hij. Cooler kan iemand niet zijn. Hij kijkt strak voor zich uit, zijn gitaar een verlengstuk van zichzelf, het podium zijn natuurlijke omgeving. Het wordt een langdurige jamsessie. Prince zweept het publiek op, spoort ze aan te zwaaien. Ik hou daar niet zo van. Ik voel zelf nooit de behoefte om te zwaaien, maar als iedereen om je heen zwaait, voel je je verplicht mee te doen. Wat je ook doet, vroeg of laat word je keihard door een knokige elleboog geraakt. Vanavond is geen uitzondering. Prince zelf zingt nog niet veel. Dat laat hij aan zijn achtergrondzangeressen over, twee wild rondspringende, stevige dames, waarvan er één zo kaal is als een biljartbal.
De dreunende beat gaat door. Prince concentreert zich vooral op zijn gitaarspel. Hij kondigt een saxofoonspeler aan. Een zekere Maceo Parker, die zo’n beetje door God gezonden zou moeten zijn. Hij blaast een aardig deuntje, maar door God gezonden of niet, het kan mij niet boeien. De mensen om mij heen worden er echter helemaal wild van. Naast mij staat een jong meisje. Wij zijn de enigen die niet zwaaien en bedenkelijk kijken. Plotseling herken ik haar. Ze heeft pas met succes meegedaan aan de talentenjacht The Voice of Holland. Nu kondigt Prince een zangeres aan, een tenger meisje met een indrukwekkende afro, die alle kanten op waaiert. Ze speelt gitaar en zingt Let’s get it on van Marvin Gay. Een ontwapenende glimlach en een mooie zuivere stem. Het meisje naast mij lijkt te ontwaken. ‘Dit is geil! Wat een geile stem’, roept ze naar haar vrienden. Ik zucht. Ik kwam voor de stem van Prince. Eén van de geilste ter wereld. Prince begint weer met een dreunende jamsessie. ‘Dance with me!’ roept hij. De grote man voor mij begint acuut wild te dansen, waarbij hij het niet erg lijkt te vinden dat zijn achterwerk hard tegen mij aan bonkt. Ik probeer uit te wijken naar achteren, maar er is geen ruimte. We zijn nu bijna een uur verder en Prince zingt nog steeds nauwelijks. Hij springt heen en weer. Ik bekijk hem nog eens goed. Zijn kapsel doet denken aan een oudere dame die net een permanentje heeft laten zetten. Zijn ronde brilletje is, nou ja, gewoon stom. De ketting met de enorme zilveren ballen, zou niet misstaan op een extravagant Amsterdams homofeest. Voor het lange wapperende hemd, waar zijn spillebeentjes onderuit steken, geldt hetzelfde (let wel: ik beweer niet dat Prince een homo is of dat homo’s geen grote zilveren sieraden en lange hemden boven spillebenen mogen dragen!) Ik kijk op mijn horloge. Ik stuur een sms’je naar mijn zus die ook ergens in de mensenmassa moet staan: ‘Is het vreemd als ik liever naar bed ga?’ Ik twijfel. Prince is een levende legende. Misschien ligt het aan mij? Iedereen om mij heen schijnt het fantastisch te vinden. Als ik wegga, mis ik misschien iets geweldigs. Dan raakt een elleboog mijn oor. Ik draai mij om en baan mij een weg door de massa.
Mensen kijken mij verbaasd aan. Buiten motregent het. Terwijl ik naar mijn auto loop, vraag ik mij af waar ik net afscheid van heb genomen. Van een legende? Of van mijn jeugd?