EuroSuri
Chris Polanen woont en werkt als dierenarts en schrijver in Nederland
Preuts
Surinamers preuts? Nederlanders beginnen hartelijk te lachen als ik het zeg. Ze zien ons immers als sensuele, oversekste wezens. Dat laat ik maar zo. Ik heb het dan niet over seks, maar over je omkleden in een gezamenlijke kleedkamer. Een van de zuurste appels waar de integrerende Surinamer door moet bijten. Zo verdomd zuur, dat het doorbijten alleen met hele kleine hapjes lukt en het jaren duurt. Echte Nederlanders kleden zich in een gezamenlijke kleedkamer om zonder enige schaamte voor hun geslachtsdelen. De meeste echte Surinamers hebben daar moeite mee. Ik ook.
Tijdens mijn integratie of hoe je dat gedoe waarbij je aan alles gaat twijfelen ook wilt noemen, overwon ik langzaam mijn schaamte. Aangezien ik elke dag het zwembad bezocht, had ik genoeg tijd om te oefenen. Na vele, vele jaren begon ik net als de Nederlanders de discreet omgeslagen handdoek belachelijk vinden. Ik deed het niet meer. Tot ik in het zwembad met een nieuw probleem geconfronteerd werd. Moeders die hun zoontjes voor en na de les kwamen helpen met omkleden. In de herenkleedkamer. De meesten waren zich van geen kwaad bewust. Als ik een van de volgende opmerkingen hoorde, greep ik snel naar mijn handdoek.
‘Ik kijk niet hoor.’
‘Ik ben zo weer weg hoor.’
‘Ik kan wel even binnen komen, hè?’
De Nederlandse mannen hadden hier geen probleem mee, ze leken het niet eens op te merken. Voor mij was het echter een stap te ver in mijn integratieproces. En het was gelukkig ook in strijd met de regels van het zwembad. Moeders met zonen moesten immers gebruik maken van de dameskleedkamer.
Ik besloot de moeders hierop aan te spreken. De gesprekken verliepen allemaal ongeveer zo:
‘Mevrouw u bent in de verkeerde kleedkamer. U moet uw zoon in de dameskleedkamer omkleden.’ Stomverbaasde blik van de moeder die omslaat in verontwaardiging.
‘Maar meneer, mijn zoon is een man.’
‘U moet toch naar de dameskleedkamer.’
Geїrriteerde blik. Snelle inschatting van mijn standvastigheid en eventuele agressie.
‘Nou ja als u er een probleem van gaat maken.’
‘Sorry, het zijn de regels.’ Mijn schijnheiligste gezicht.
‘Kom op Joris/Bram/Jasper, we moeten naar de andere kleedkamer. Deze meneer vindt het niet leuk dat ik je hier omkleed.’ Kleding van zoon wordt bij elkaar gegrist. Gemopper. Zoon wordt de kleedkamer uitgetrokken. Ik kreeg genoeg van deze gesprekken. Ik ging aan mijzelf twijfelen. Werd het niet tijd om deze laatste barrière te nemen ? Het laatste restje schaamte te overwinnen? Of vasthouden aan een laatste restje Surinaams-zijn?
Ik vroeg anderen naar hun mening. Mijn vrouw: ‘Je schaamt je gewoon voor je kleine toli.’ Spottend lachje. Einde discussie. Nederlandse vrienden: gelach, flauwe grapjes over lengte en kleur van piemels. Einde discussie. Surinaamse vrienden: ‘Je hebt groot gelijk!’ Einde discussie. Een paar dagen geleden was ik mij na het zwemmen aan het afdrogen. In de ene hoek van de kleedkamer stond een oudere Nederlandse man, in de andere hoek twee Nederlandse jongens van een jaar of tien. De man was net als ik, geheel naakt, de jongens half aangekleed.
‘Mama, kom even hier!’ riep een van de jongens.
De stem van de moeder klonk achter mij in de open deur. Enigszins angstig. Ze had kennelijk naar binnen gekeken.
‘Ik kan daar nu niet binnenkomen.’
‘Mama kom nou. Pap is aan de telefoon, hij moet je iets vragen.’
‘Het is de herenkleedkamer, ik mag niet naar binnen.’ Lichte paniek in de stem.
‘Mam, kom nou, pap moet je heel nodig spreken.’
‘Heren, kan ik naar binnenkomen?’
Ik had razendsnel mijn onderbroek aangetrokken, maar de Nederlander stond nog in zijn blote piemel. ‘Ja hoor kom maar naar binnen’, zei hij onverschillig.
De vrouw haastte zich naar binnen, ging rakelings langs de blote piemel, die ze niet leek te zien en greep het mobieltje. De man droogde zich nog eens uitgebreid tussen zijn benen af. Ik was weer eens de enige met een probleem.