EuroSuri
Boos
Ik had diepe snijwonden in de poten van zijn pitbull gehecht. Hij had met enorme tegenzin de rekening betaald. Ik had het verband daarna twee keer verwisseld, maar de genezing ging niet vlot. De Antilliaanse jongeman kwam nu voor de derde keer. Hij meldde zich aan de balie en keek mij aan met een blik die mij een ongemakkelijk gevoel gaf. Hij had een T-shirt zonder mouwen aan. De schouders en armen die daar uit tevoorschijn kwamen waren indrukwekkend. De tatoeages ook. Het waren niet de sierlijke kunstwerkjes die de jeugd tegenwoordig, zonder lang nadenken, op het lichaam plant. Het waren grillige letters, die slordig over de zware spierbundels liepen.
Hij kwam de praktijk binnen, voortgetrokken door de pitbull. In zijn andere hand had hij iets dat ik niet direct thuis kon brengen. Toen hij het voor mijn gezicht hield, herkende ik het verband dat ik om de poot van de hond had aangebracht. Het was er kennelijk van afgegleden. ‘Kijk hier!’ riep hij, terwijl hij het verband onder mijn neus hield. Zo dicht dat ik de muffe geur kon ruiken. ‘Je hebt mij verdomme zoveel laten betalen en die hond is nog steeds niet beter!’
Het was alsof er een orkaan de praktijk binnengewaaid was. Ik was het tropische eilandje, dat moest zien te overleven. De man stond dichter bij mij dan mij lief was. Mijn blik ging van de getatoeëerde biceps langzaam omhoog via de opgezwollen aders in zijn nek naar zijn verkrampte kaakspieren. Ik kwam binnen een seconde tot de conclusie dat een fysieke confrontatie vermeden moest worden. En dan had ik de pitbull nog niet eens meegerekend. Dan maar de ‘Mr. Nice Guy-aanpak’, zoals ik die op een cursus geleerd had. ‘Dat verband kan ik weer aanbrengen. Dat is geen enkel probleem’, zei ik met iets dat voor een glimlach moest doorgaan.
‘En weer dertig euro betalen zeker!’ schreeuwde hij. Hij richtte het verband op mij alsof het een wapen was. ‘Nee, dat is gratis’, zei ik en deed een stap achteruit. Hij schudde zijn hoofd en keek even naar zijn hond. ‘Wat heb je met mijn hond gedaan, godverdomme?’ schreeuwde hij en bracht zijn gezicht dicht bij het mijne.
Mijn hart bonkte en duizenden zweetklieren werden actief. Ik zag geen pijnloze uitweg. Redding kwam uit een onverwachte hoek. ‘Meneer, wilt u niet zo schreeuwen?’ riep mijn assistente van achter de balie, ‘ik ben aan de telefoon en kan mijzelf niet eens verstaan’.
De onderbreking werkte als een bliksemafleider. ‘Ik praat met deze man hier!’ riep hij naar mijn assistente. ‘Kan dat wat zachter?’ vroeg mijn assistente, terwijl ze demonstratief de telefoon omhoog hield. Ik nam mij voor haar een salarisverhoging te geven. De man keerde zich weer naar mij. ‘Shit!Help mijn hond gewoon man. Help mijn hond!’ zei hij en trok de pitbull in de richting van de behandeltafel.
Ik had nu behoorlijk wat adrenaline in mijn circulatie en voelde mijn zelfvertrouwen terugkomen. ‘Ik wil je wel helpen, maar niet op deze manier’, zei ik en kruiste mijn armen voor mijn borst. Mijn woorden hadden de uitwerking van een wespensteek.Bliksemsnel draaide hij zich om. Hij keek mij aan met een blik die niet direct dodelijk was, maar mij wel verlamde. Met een grote stap stond hij weer vlak bij mij. ‘Op welke manier dan wel?’ vroeg hij. Zijn stem was nu gevaarlijk kalm.De pitbull gromde zachtjes. ‘Eh… ik kijk wel even’, zei ik.
Ik probeerde alvast een verklaring te bedenken voor het niet genezen van de wonden. Een geloofwaardige verklaring. Ik pakte de poot van de hond en trok hem langzaam naar mij toe. De wonden van de hond bleken vrijwel genezen te zijn. Bestond God dan toch? Of had ik wat gunstig karma opgebouwd tijdens talloze vorige levens?
Ik nam onwennig de rol van zelfverzekerde dierenarts weer aan. ‘Kijk, het is bijna genezen, ik geef je alleen nog een zalfje mee.’ Hij keek verbaasd naar de wonden en daarna naar mij. ‘Echt waar?’ vroeg hij. Ik knikte. Mijn assistente kwam erbij staan. ‘Mooi genezen hoor’, zei ze en glimlachte vriendelijk naar hem. Hij twijfelde. Wist zich geen houding te geven. De pitbull sprong vrolijk van de tafel. ‘Kijk, ik hou gewoon van mijn hond, dokter’, zei hij. Al zijn woede was verdwenen. Als sneeuw voor een tropische dierenarts.
‘Natuurlijk, ik begrijp het’, zei ik, ‘de assistente zal je een zalfje meegeven. Drie maal per dag op de wond smeren en na een week is alles genezen.’ Hij haalde diep adem en knikte. ‘Bedankt dokter’, zei hij en trok de pitbull naar de balie. Ik glimlachte naar mijn assistente en veegde het zweet van mijn voorhoofd.
Chris Polanen woont en werkt als dierenarts en schrijver in Nederland