Fatsoenlijke bananenrepubliek
Laat ik er maar eerlijk voor uitkomen: ik houd van Zuidoost. Er wordt nog wel eens schamper gesproken over de Bijlmer als een bananenrepubliek, en helemaal onjuist is dat predikaat niet. Er zijn weinig plekken te vinden in Nederland waar wetten en regels zo openlijk en met zo veel enthousiasme met voeten worden getreden. Denk aan de tientallen illegale taxichauffeurs, de snorders, die open en bloot op straat hun klantjes oppikken. Denk aan de gekozen volksvertegenwoordigers die na de deelraadsvergadering nog even samen een glaasje gaan drinken in de illegale nachtclub van de fractievoorzitter van D66.
Er is in het keurig aangeharkte Nederland een sterke neigingom dit soort praktijken met grote stelligheid te veroordelen. Wie zich niet aande regels houdt, is een sjoemelaar en een slecht mens. Er is echter ook eenandere kijk op het fenomeen mogelijk. De welig tierende informele economie inZuidoost stelt duizenden mensen in staat het hoofd boven water te houden. Deschade die deze kleine zwartwerkers de fiscus berokkenen, valt bovendien in hetniet in vergelijking met het gesjoemel van, ik noem maar wat, de grotebouwondernemingen in dit land.
De keuze tussen een principiële en een praktische benaderingis een lastige, zeker voor bestuurders. Als stadsdeelvoorzitter heeft ElviraSweet er op toe te zien dat Zuidoost op een ordentelijke manier wordt bestuurd.Tegelijkertijd weet zij maar al te goed dat het strikt naleven van de regelszeer nadelig kan uitpakken voor een aanzienlijk deel van de bevolking. In de praktijkleidt dat tot een gedoogcultuur: door de vingers zien en wachten met ingrijpentot het echt niet anders kan.
Is dat erg? Nee, dat is niet erg. Zolang de mantel derliefde maar niet wordt gebruikt om het bestuur zelf uit de wind te houden. Deafgelopen maanden kwam Sweets’ eigen partij tot vier keer toe in opspraak. Allevier de incidenten bleven zonder gevolgen, enkel en alleen omdat de PvdA, dieover een meerderheid beschikt in de deelraad, de eigen mensen de hand boven hethoofd hield. Ik vond dat een gemiste kans en een strategische blunder. Doorkrachtig op te treden, had het bestuur duidelijk kunnen maken: goed, wij zijndan misschien een bananenrepubliek, maar wij zijn wel een fatsóénlijkebananenrepubliek.
Patrick Meershoek is journalist van het Amsterdamse dagbladHet Parool.