Faya lobi
‘Dag mevrouw, komt het vliegtuig uit Trinidad volgens schema binnen?’
‘…….’
‘Ik bedoel, is het op tijd vanuit Trinidad vertrokken?
‘Jaja…’
‘Dus het toestel is niet vertraagd?’
‘Neenee…’
Mmmm. De overtuiging aan de andere kant van de lijn is ver te zoeken. Moet ik nu echt al naar Zanderij rijden? Of kan het ook een uurtje later? Aan de infolijn heb ik niet veel, zo heeft de ervaring geleerd. ‘Jaja’ is meer een garantie dat het verwachte toestel ooit wel eens aankomt: misschien nu maar het kan ook pas over 24 uur zijn. De infodame heeft immers nooit zoveel info, alleen strakke schema’s waar weinig van deugt.
Mijn buurman zaliger zei altijd: ‘In de buurt van Zanderij hebben ze toevallig wat asfalt achtergelaten, als het zo uitkomt valt er een paar keer per week wat uit de lucht.’ Dat was in zijn cynische perceptie onze internationale luchthaven. Kennelijk ook van die dame die ik via 433111 keer op keer, meestal tevergeefs, probeer te bereiken om te checken of diegenen die ik moet afhalen wel een beetje op tijd zijn. ‘Komt er een vliegtuig aan? Hier, in Suriname? Goh, da’s ook nieuws voor mij!’, zo hoor je haar door de telefoonlijn denken.
De dame van 433111 staat niet alleen als het gaat om gebrek aan servicegerichtheid. Het lijkt eerder regel dan uitzondering om het bloed onder de nagels van de beller vandaan te halen, positieve uitzonderingen (vooral bij commerciële bedrijven) daargelaten. Vooral overheidsinstanties en staatsondernemingen hebben er een handje van om je via info- en klachtenlijnen van het kastje naar de muur te sturen. Meestal op een toon van: ‘Wat zeur je nou?’.
Maar het kan ook andersom: vage lieden die jou bellen en na het zeggen van je naam enigszins onbeschoft roepen: ‘Met wie?’
‘Dat wil ik eerst ook wel eens weten. Met wie?’
‘Ja, met wie spreek ik?’
‘Hallooo, jij belt! Zeg eerst maar eens met wie ik spreek.’
‘…..’
Einde gesprek dus. Mij overkomt dit gemiddeld twee keer per dag. Nee, dan liever 433111. Die dame geeft tenminste antwoord. Ook al word je daar niet wijzer van.