Faya lobi, 40
Taal die ons (niet) bindt
Bij een zeer bekende broodjeszaak in het centrum van Paramaribo doet een Hindostaanse heer uit Nederland zijn bestelling in het Nederlands (met de zo herkenbare aanwezige aardappel in zijn keel) bij een ‘gemengde’ medewerkster met glad haar aan de kassa. Die geeft de bestelling door aan degene die het broodje bereidt, net naast haar: een donkere dame met een mooie bos kroeshaar. De man zegt “I kan pot pepre jere”, op een toon die hem waarschijnlijk makkelijker verstaanbaar moet maken.
De kassadame kijkt des duivels en zegt in haar mooiste Nederlands: “Komt in orde meneer.”
De man kijkt niet echt gelukkig en zegt in het Hindostaans iets tegen zijn medegezel. Dat maakt de dame achter de kassa nog bozer en ze zegt iets in het Hindostaans terug. De klant loopt naar zijn auto, zonder brood trouwens, en rijdt schijnbaar boos (gierende banden en remsporen leken daarvan een bewijs) weg. Ik kan het niet laten en vraag aan de dame wat er nou eigenlijk gebeurd is. “Hij heeft gezegd: ‘Domme neger, de meeste praten echt geen Nederlands’ en ik antwoordde: ‘Domme Hindostaan weet niet dat we niet meer op boiti wonen’.”
Het verhaal van de Toren van Babel en de verspreiding over de aarde van de mensen die verschillende talen spreken, leert ons dat taal ons kan binden maar ook kan scheiden. Het accent dat wij leggen op de betekenis van taal is een persoonlijke. Echter het accent moet erop liggen elkaar te verstaan. Zolang woorden hetzelfde zeggen en door iedereen te verstaan zijn, werken ze bindend.
De Culturele Unie Suriname (CUS) wilde een Sarnami-couplet toevoegen aan dat wat staat voor natievormend en bindend; ons volkslied. Als wordt gekeken naar de functie van ons met elkaar verbonden te laten voelen, op dit stukje bodem waar wij met zijn allen bij elkaar kwamen en tot grotere hoogte komen, dan zal het toevoegen van een couplet aan dit nationaal eenheidssymbool, dat niet door iedereen wordt verstaan en begrepen, dit doel niet dienen. En zoals het vanaf de tijd van de Toren van Babel al werd gebruikt, moet taal dienen als iets dat een brug slaat tussen mensen om elkaar te begrijpen. De vraag is of de toevoeging van een Sarnami-couplet of een couplet in welke andere (Surinaamse) taal dan ook dit doel wel zou dienen of dat het bedoeld is zoals de man bij de broodjeszaak dat deed: het accent leggen op dat wat ons scheidt en ons per definitie dus niet bindt.