FayaLobi
Het draait in het leven vooral om
Afronden
De muren hadden een rampzalige veerkracht, de trap was gevaarlijk wankel en liggend in bed kon ik de houtluizen horen knagen aan de houten vloer. De verbouwing zou heel veel kosten. Maar overal waar we kwamen, kregen wij hetzelfde antwoord: ‘Het is boedel. U moet dat eerst regelen’. Regels zijn regels, maar een beetje common sense moet toch prevaleren? Ik woon op een perceel van ongeveer achthonderd vierkante meter, dat al vijf generaties in de familie is. Mijn betovergrootmoeder heeft het ooit gekocht. Zij was getrouwd en het totale nageslacht dat daaruit voorvloeide, had recht op een stukje perceel. Dat waren ongeveer honderd mensen (waar wij van wisten), verspreid over minstens vier continenten. Wij wonen er met zijn drieën, drie generaties. Hoe realistisch is het dan dat één van de honderd plotseling in Suriname komt wonen, de wereld rondreist, iedereen opzoekt en uitkoopt om speciaal dat stukje perceel te hebben en wij dakloos worden en niet meer kunnen aflossen? Maar de financiële instellingen bleven onverbiddelijk. Kansen nemen zij niet, integendeel, zij spelen zodanig safe dat het geleende geld dankzij de hoge rente bijna driemaal wordt terugbetaald. Dan maar naar het Low Income Shelter Program, ofwel LISP. Ook daar was een eigen perceel noodzakelijk. Zelf had ik al vier jaar eerder een stuk perceel aangevraagd. Tevergeefs. Maar in nood leer je je vrienden kennen. Een goede vriend werd ons toen gezonden, in mijn ogen een engel: mijn stiefvader. Onnavolgbaar geduld had hij. Nachten lang berekenen, praten en overpeinzen. Financiële instellingen benaderen voor de zoveelste persoonlijke lening, families die weigeren te steunen, de problemen bleven elkaar maar opvolgen. Na een klein startkapitaal te hebben verzameld, begon een cyclus van verhuizen, bouwen, stilleggen, sparen, lenen en dan alles weer herhalen. We zijn er sterker door geworden, maar na zes jaar zijn wij nog steeds niet klaar. Het huis moet nog geschuurd worden, de vloer betegeld en een deel van de inrichting moet vervangen worden. En elke dag rij ik er weer met alle plezier naartoe, want ik weet dat het alleen maar beter wordt. Onze engel heeft ons geholpen tot de oplevering en is toen heengegaan. Op zijn sterfbed drukt hij ons op het hart: ‘Afmaken die handel’. Wij gaan hem niet teleurstellen.