Fayalobi: Geen knippa meer voor mij
Geregeld, nee wat zeg ik, dagelijks passeer ik jonge en oudere knippaverkopers die tussen de auto’s laveren om hun zurige, wrange vruchtjes aan de man te brengen. En ik stoor me, net als veel andere Surinamers, aan de jeugdigheid van de verkopertjes. Misschien komt het omdat op mijn dagelijkse route aan de Van ’t Hogerhuysstraat, de moeders op enige afstand onder een aftandse parasol zitten toe te kijken, dat ik me er niet meer echt druk over maak. Triest, ik weet het.
In ieder geval stond mijn hart afgelopen week bijna stil toen ik dat oude vertrouwde beeld in een heel andere omgeving zag: bij de stoplichten op de hoek van de Jagernath Lachmon- en de Coesewijnestraat. Er zigzagde plotseling een babymeisje tussen de nog niet eens stilstaande auto’s door. Een meisje van nog geen zeven jaar oud. Zo klein en nietig als ik zelf moet zijn geweest toen ik zes was. Ze kwam niet eens tot raamhoogte van de hogere vehikels. Ze kon zo overreden worden. Ik draaide resoluut mijn raampje naar beneden, en terwijl zij naar de potentiële koper die ze in mij verwachtte toesnelde, kwam ook een iets groter kind – hooguit tien jaar oud – naar de auto toe. Hij was dichterbij dus ik sprak hem streng toe: ‘Hé jongen, waar is je moeder? Gaan jullie naar huis en zeg aan je moeder dat je zusje veel te klein is om knippa’s te verkopen’. Ze staarden me niet eens aan, ze keken weg, langs me heen, op zoek naar echte kopers wellicht. ‘Hoor je wat ik zeg? Dit meisje moet naar huis, nu, direct!’. Ze begonnen schoorvoetend, met hun blikken nog steeds op nul weg te wandelen, en ik kon niets anders doen dan mijn raampje maar weer omhoog draaien. Ik zal de gemeenplaatsen die bij mij opborrelden maar achterwege laten; u kent ze en spreekt ze met regelmaat van de klok zelf uit. Dit moet stoppen, het loopt de spuigaten uit en niemand doet er iets aan. Er wordt waarschijnlijk gewacht tot zo’n knippameisje als platgewalst dubbeltje eindigt. Laten we alsjeblieft met zijn allen, nooit en nooit meer ook maar één knippa kopen, niet van een babymeisje, maar ook niet van volwassenen die op de meest gevaarlijke plekken hun hossel uitvoeren. Laten we in opstand komen. Laten we stickers ontwerpen met: ‘Boycot knippa’s van kinderen’; ‘Geen knippa’s in het verkeer’; ‘Geef kinderen school, geen knippa’. Ik weet het niet, ik ben niet goed in het bedenken van deze dingen, maar laten we iets doen, laten we geen knippa meer kopen. Ik begin.
Tekst Renate Sluisdom