Feiten en gebeurtenissen op een rij
Pitti en Kieboom
In de nacht van 11 op 12 juni 2004 werd Suriname opgeschrikt door de dubbele moord op Roland Pitti en Ronald Kieboom. Tot op heden is dit één van de meest spraakmakende onopgeloste moordzaken in Suriname. Maar wie het strafdossier goed leest, zal tot de conclusie komen dat er wel degelijk veel zaken met elkaar in verbinding staan, die tot de mogelijke moordenaar kunnen leiden. Tijd om de feiten eens goed op een rij te zetten.
Pitti en Kieboom waren goed bevriend met elkaar. Pitti was destijds stafmedewerker op de afdeling Marketing van de Surinaamse Luchtvaart Maatschapij en Kieboom onderdirecteur bij het ongedierte- bestrijdingsbedrijf Killit. Samen werden zij na een avondje stappen op brute wijze van het leven beroofd.
Die bewuste vrijdagmiddag hebben Kieboom en Pitti een bedrijfsfeestje van Killit, waar eerstgenoemde onderdirecteur is. Na het feestje besluiten de twee naar hun stamcafé De Punt te gaan. Volgens getuigenverklaringen moet het duo ongeveer rond half tien ’s avonds de destijds populaire uitgaansgelegenheid zijn binnengekomen. Omstreeks half drie in de ochtend verlaten zij De Punt weer. Niet veel later worden ze van dichtbij door het hoofd geschoten door vermoedelijk twee mannen. Een aantal dagen later wordt Kenneth D. als hoofdverdachte opgepakt. Tot grote ontsteltenis van de nabestaanden wordt de verdachte, na langer dan een jaar in voorarrest te hebben gezeten,
vrijgesproken door de rechter.
Maar dat Kenneth geheel wordt vrijgesproken, roept veel vraagtekens op. Die bewuste avond bevestigen diverse getuigen dat zij omstreeks één uur, twee onbekende mannen van Creoolse komaf in De Punt gesignaleerd hebben. In het strafdossier blijkt uit de getuigenverklaring van de barman dat één van de twee mannen twee glazen punch bij hem bestelde. Wat hij en andere collega’s opmerkelijk vinden, is dat die glazen bij sluitingstijd nog driekwart gevuld worden teruggevonden. Ook verklaart de barman dat hij één van de mannen zo goed heeft gezien, dat hij hem bij een eventuele spiegelconfrontatie positief zal herkennen. Een week later identificeert hij Kenneth na een spiegelconfrontatie inderdaad.
De moord
Als Pitti en Kieboom het café verlaten, lopen ze in de richting van hun auto die geparkeerd staat ter hoogte van het Commissariaat in de Van Sommelsdijckstraat. De auto is een grijze Toyota Harrier en staat op naam van de directeur van Killit. Op het moment dat zij naar de auto lopen, zouden de twee Creoolse mannen ook zijn weggelopen van De Punt. Als de slachtoffers nog maar net weg zijn, horen verschillende mensen twee schoten en zien vervolgens een grijze Toyota Harrier wegrijden in de richting van de Grote Combéweg. Dit wordt ook bevestigd door een verklaring van politieagent Brian P., die op dat moment onderweg naar de plek van de moord is. De auto met verdachten passeert zijn politiewagen ter hoogte van de Wichersstraat. Helaas weten Brian en zijn collega pas later dat de vermoedelijke moordenaars in deze auto zijn weggevlucht. De achtervolging wordt wel ingezet, maar blijkt tevergeefs.
Nickerie en informant X
De ochtend na de moord wordt dezelfde Toyota Harrier in Nickerie teruggevonden. De nummerplaten zijn van de auto verwijderd en bovendien zijn er bloedsporen te zien. Dankzij informant X lijken alle puzzelstukjes in elkaar te vallen. Deze getuige wenst anoniem te blijven uit angst voor represailles van Kenneth. X vertelt gedetailleerd wat hij in die bewuste nacht van vrijdag op zaterdag meemaakte. Hij rijdt omstreeks kwart voor vijf in de ochtend op zijn brommertje door Nickerie, als op de hoek van de Suikerrietstraat en de Crownstraat zijn motor uitvalt. Op dat moment ziet hij een grijs gelakte Toyota Harrier langzaam komen aanrijden over de Fredericiweg. Het valt hem gelijk op dat de auto geen nummerplaten heeft. Vermeldenswaard is dat de Fredericiweg parallel aan de Crownstraat loopt. Slechts een kleine loostrens scheidt beide wegen. Op een gegeven moment stopt de auto op zo’n twintig meter afstand van de Suikerrietstraat op de Fredericiweg. Vervolgens stapt aan de linkerzijde een Creoolse man uit om te urineren.
X herkent deze man gelijk als Ken-neth. De verdachte stond namelijk in het licht van een lantaarnpaal. X weet Kenneth zo goed te herkennen omdat ze vroeger samen hebben gewerkt bij het beveiligingsbedrijf Mozart Security. Kenneth vraagt nog aan de chauffeur welke richting ze op moeten, maar X weet niet wat de chauffeur antwoordt. Ook heeft hij deze man niet gezien, maar dat de bijrijder Kenneth is, is iets dat hij met honderd procent zekerheid kan zeggen. Als de auto wegrijdt, verliest hij hem al gauw uit het oog. De volgende dag hoort hij via het nieuws van de dubbele moord in Paramaribo, dat de daders in een grijze Toyota Harrier zijn gevlucht en deze auto in Nieuw Nickerie is teruggevonden. Omdat X zeker weet dat wat hij gezien heeft, met de moord te maken moet hebben, kan hij dit niet voor zich houden en besluit met zijn verhaal naar de politie te stappen.
Informant X weet verder te melden dat hij Kenneth daarvoor twee keer eerder in Nickerie heeft gezien. Hij heeft hem toen nog gesproken. Kenneth geeft toe eind april in Nickerie geweest te zijn. Naar eigen zeggen om weer werk te zoeken bij Mozart Security. Hij probeert een slaapplaats te vinden bij het bedrijf, of dat hem lukt is onbekend. Twee weken later komt Kenneth opnieuw in Nickerie. Wederom wil hij iemand van Mozart Security spreken. Weer lukt hem dat naar eigen zeggen niet.
Hotel Concorde
De Toyota Harrier wordt uiteindelijk op het parkeerterrein van Hotel Concorde teruggevonden. De nummerplaten ontbreken nog en verder zijn bloedsporen zichtbaar. Ook verraden een hoop dode insecten op de bumper dat de auto in korte tijd snel een lange afstand heeft afgelegd. De Toyota moet omstreeks vijf uur in de morgen daar geparkeerd zijn, omdat de bewoonster tegenover het hotel rond deze tijd een auto hoort stoppen. Ze heeft geen zicht op de parkeerplaats, maar kijkt door enkele spleten van haar woning en ziet twee mannen van achter weglopen. Zij heeft duidelijk in haar eerste verklaring gemeld dat zij deze personen niet heeft kunnen herkennen, omdat de straatverlichting zeer slecht was en zij hen van achteren zag. In haar tweede verklaring zegt zij echter iets heel anders, maar daar zullen wij later op ingaan.
12 juni
Kenneth heeft geen vaste verblijfplaats, maar mag in Creola (Saramacca) bij de familie S. onder een tent in de achtertuin slapen. Als wederdienst helpt hij de familie zo nu en dan met het kappen van podosiri. De familie is hem liever kwijt dan rijk, omdat hij vaak ’s nachts het erf verlaat en zij vermoeden dat dit was om te stelen. Ook in de nacht van vrijdag 11 op zaterdag 12 juni treft mevrouw S. Kenneth niet in zijn hangmat aan, wanneer zij omstreeks middernacht naar het toilet gaat. Als de bewoners omstreeks negen uur in de morgen wakker worden, ligt Kenneth wel weer onder de tent, maar de nacht ervoor was hij weg.
Wat de familie S. opvalt, is dat Kenneth zich in de dagen na 12 juni erg vreemd gedraagt. Hij draagt opeens een grijze pet. Die trekt hij tot ver over zijn voorhoofd, waardoor zijn gezicht deels wordt afgedekt. Als hij een auto het erf op hoort rijden, trekt hij zich gelijk terug naar het achtererf. Dit gedrag doet de familie S. vermoeden dat Kenneth iets uitgespookt heeft. Ze verzoeken hem daarom hun erf te verlaten. Hij zegt dit te zullen doen, maar nog voor die dag aanbreekt, arresteert de politie hem.
Tegenstrijdigheden
In verschillende verklaringen die Kenneth heeft afgelegd aan de politie, komen opvallend veel tegenstrijdigheden voor. Uiteraard ontkent Kenneth dat hij in De Punt is gezien en herkend is in Nickerie. Dit terwijl de barman van De Punt hem herkend heeft, als te zijn één van de gasten die avond. Twee De Punt-bezoekers weten bovendien beiden tijdens een spiegelconfrontatie Kenneth eruit te pikken. Ook informant X kan met honderd procent zekerheid melden dat Kenneth de bijrijder was die bewuste ochtend in Nickerie. Als de verdachte met deze feiten wordt geconfronteerd, blijft hij erop hameren dat de getuigen zich vergissen. Op maandag 14 juni vertrekt Kenneth naar de stad om naar eigen zeggen ‘een krantje te gaan kopen’. Dat hij dit helemaal in Paramaribo doet, is op zich al vreemd, maar dat hij vervolgens ook nog eens een tijd stil blijft staan nabij de plek van de dubbele moord, is buitengewoon opmerkelijk. Hij stapt uit aan de Waaldijkstraat om vervolgens helemaal naar café De Punt te lopen en daarna de Van Sommelsdijckstraat in te gaan. De reden dat hij deze wandeling maakte, is volgens Kenneth omdat hij zijn nicht in de Wichersstraat wil bezoeken. De verklaring van de verdachte: ‘Ik heb mijn nicht niet ontmoet. Ik heb gesproken met haar zoon. Na vijf minuten vertrok ik’. Twee dagen later verklaart hij tijdens een ander verhoor dat hij, na het huis van zijn nicht bezocht te hebben, gelijk weer is
weggegaan. Omdat zij niet thuis was.
Als we vervolgens de getuigenverklaring van de zoon van zijn nicht erbij pakken, lezen we het volgende: ‘Als ik het goed heb, moet het enkele dagen na het geval waarbij twee mannen bij café De Punt doodgeschoten waren zijn, dat ik Kenneth op een morgen zo omstreeks iets na 12.00 uur op de hoek van de Wichersstraat en de President Da Costalaan zag staan. Hij keek in mijn richting en schreeuwde mij toe en wel met de letterlijke woorden ‘He Fa’. Ik gaf daarop als antwoord ‘Ai’. Hij bleef daarna nog bijkans vijf minuten op de bedoelde hoek, waarna hij wegging. Uitdrukkelijk verklaar ik u, dat ik hem persoonlijk niet gesproken heb, los van hetgeen hij mij toeschreeuwde’. Het moge duidelijk zijn dat Kenneth waarschijnlijk niet in de buurt van de moord kwam om zijn nicht te bezoeken. Het bleef bij een schreeuw in de richting van zijn neef.
Dat hij dan nog vijf minuten doelloos voor zich uit staat te staren in de buurt van het plaats delict, is des te dubieuzer. Wat de krant betreft, vertelt Kenneth dat hij die ‘thuis’ aan de familie S. heeft afgegeven. Zij beweren echter nooit een krant te hebben ontvangen.
Zo zijn er wel meer tegenstrijdigheden in de verklaringen van Kenneth. Een ander opmerkelijk aspect is dat de verdachte heeft geweigerd de slotverklaring te tekenen. In deze verklaring werden alle tegenstrijdigheden en feiten opgenoemd, met het weerwoord van de verdachte.
Conclusie
Deze feiten schijnen te ondersteunen dat Kenneth op zijn minst iets van de moord moet afweten. Het totale gebrek aan motief bij de moord doet ook vermoeden dat hij een verlengstuk was van iemand anders. Een ordinaire roofmoord was het niet. De slachtoffers hadden nog een aanzienlijke hoeveelheid geld bij zich en droegen hun sieraden nog. Ook lijkt de moord zeer goed uitgedacht te zijn.
Kenneth moest uiteindelijk voor het gerecht komen. De eis óf levenslang óf vrijspraak, roept natuurlijk een hoop vragen op. Wat nog meer vragen oproept, is dat Kenneth uiteindelijk wordt vrijgesproken. De reden: de tweede getuigenverklaring van de bewoonster tegenover het Hotel Concorde in Nickerie. Volgens die verklaring kwamen de kenmerken van de twee mannen die buiten liepen, niet overeen met die van Kenneth. Daarbij moet vermeld worden dat beide mannen van achteren werden gezien en de plek (althans tijdens de eerste verklaring) slecht verlicht was.
Tijdens haar tweede verklaring kon ze de mannen een kwartier lang in het licht bekijken. Een ander argument voor vrijspraak is dat in de auto nooit sporen van de verdachte zijn gevonden. Maar misschien is dat niet zo gek als duidelijk wordt dat de auto naar een andere plaats gereden werd voor onderzoek. Dit had natuurlijk nooit mogen gebeuren.
Dat deze moordzaak nooit opgelost is, lijkt een grote blunder van het Openbaar Ministerie. Of is het meer dan alleen toeval dat er nooit een veroordeling heeft plaatsgevonden?