Films & Zo, februari 2012
De Heineken ontvoering
Drie weken lang was Nederland in spanning toen in 1983 Freddy Heineken, directeur van een van de grootste bierconcerns ter wereld (ook eigenaar van Parbobier), werd ontvoerd. Maarten Treurniet maakte er een bioscoopfilm van.
Let wel: geen documentaire, want bij een titel als De Heineken ontvoering verwacht je toch een realistische weergave. Dat vinden althans ontvoerders Jan Boellaard, Frans Meijer en Willem Holleeder. Ironisch genoeg hebben de topcriminelen rechtszaken aangespannen tegen producent IDTV, omdat de film niet waarheidsgetrouw zou zijn en de ‘resocialisatie’ van Holleeder – inmiddels de godfather van de Nederlandse onderwereld – in gevaar zou brengen.
De grootste concessie aan de werkelijkheid is de fictieve hoofdpersoon Rem Humbrechts (Reinout Scholten van Aschat), die een symbiose zou zijn van Holleeder en medeontvoerder Martin Erkamps, maar toch vooral doet denken aan de eerste. Rem eist de hoofdrol op in het eerste deel van de film, waarin de planning en de ontvoering in beeld worden gebracht als een realistische heist-thriller. We volgen de jonge Rem vanaf het moment dat hij zich aansluit bij het groepje criminelen, onder wie zijn zwager Cor van Hout (Gijs Naber). In hoog tempo wordt de ontvoering gepland en uitgevoerd. Het is niet raar dat Rem zich ontpopt als de sadist van het stel, want Scholten van Aschat geeft hem vanaf het begin iets ondoorgrondelijks mee.
Treurniet heeft gekozen om de bevrijding van Heineken als een duidelijke cesuur te gebruiken. In het tweede deel draait het kat-en-muisspel om en wordt vanuit het perspectief van de biermagnaat de klopjacht op de ontvoerders gevolgd. Wanneer die eenmaal gepakt zijn, volgt het juridische gevecht, waarvan de begrijpelijkheid helaas wordt opgeofferd aan de vaart.
In dat andere timbre krijgt Rutger Hauer, na een halve film in een benauwend kamertje opgesloten te zijn geweest, eindelijk de kans om zich het scherm toe te eigenen. Hij weet in Heineken de gebroken zakenman te vatten die aan zichzelf is gaan twijfelen, zonder de volhardendheid te verliezen van de man die gewend is te krijgen wat hij wil. Hij wordt daarin ter zijde gestaan door Truus te Selle, die aan Lucille Heineken-Cummins met een minimum aan woorden zowel standvastigheid als kwetsbaarheid kan meegeven.
Het is dan ook dankzij de acteurs dat de film meer is dan een interpretatie van historische feiten. Ze romantiseren de ontvoering niet, maar dramatiseren hem wel. Zo wordt het ontslag van de vader van Rem (in werkelijkheid de vader van Holleeder) een van diens belangrijkste drijfveren voor de ontvoering. Afgezien van wat fictief wapengeweld, heeft Treurniet zich weinig artistieke vrijheden veroorloofd. De rechter stelde de producent dan ook in alle zaken in het gelijk. Want procederen tegen fictie, dat is toch alsof je je tegenover Da Vinci beklaagt dat Mona Lisa in het echt een bakvis was.
De Heineken ontvoering, Maarten Treurniet (regie), 2011