‘Focus moet terug naar produceren olie’
Het zijn razend drukke tijden bij Staatsolie. Het staatsbedrijf pompt elke dag 17.000 vaten olie naar boven, haalde met een nieuwe obligatielening onlangs 100 miljoen USdollar op, is samen met een tiental internationale oliebedrijven voor de kust van ons land druk op zoek naar nieuwe olievoorraden én sleutelt daarnaast volop voort aan zijn gloednieuwe olieraffinaderij, die eind vorig jaar officieel in gebruik werd genomen.
We schamen ons dan ook wanneer we ons voor dit interview tien minuten te laat aanmelden op het hoofdkantoor van Staatsolie, achter het ministerie van Openbare Werken. Gelukkig is kersvers algemeen directeur Rudolf Elias (55) lang de kwaadste niet. Na een – terechte – bolwassing mogen we alsnog onze vragen op hem afvuren. Hoe voelt het bijvoorbeeld om eenolieproducent te mogen leiden?
Elias:“Het is uiteraard erg leuk om de baas te zijn van een bedrijf, omdat je dan een persoonlijk stempel kan drukken op de manier waarop dat functioneert. Ik heb een heleboel ideeën om Staatsolie naar een nog hoger niveau te tillen, en als directeur kan ik die nu uitdragen. Op welke vlakken ik verschil met (voorloper, red.) Marc Waaldijk? Om te beginnen ben ik veertien jaar jonger. (lacht) Ik heb andere, frisse ideeën over de bedrijfsvoering van Staatsolie. Onze focus moet terug naar het vinden en produceren van olie, wat wij in ons jargon de upstream noemen.”
Een interview met Staatsolie-directeur Elias, over de obligatielening, de bemoeienis van de overheid, over de voorraden voor de kust en over de toekomst van Staatsolie. Nu in Parbode!