Footworks op Surinaamse bodem
Recentelijk konden wij hem meemaken als artistiek leider enperformer van het grootste salsafestival, Salsuri, in Suriname. Brian van derKust of Bra zoals ze hem hier noemen vertelt over zijn gave en het bereiken vande internationale top.
Zijn kunnen opde dansvloer tonen deed Brian (37) al vanaf zijn tienerjaren. Wanneer vriendenvan vroeger hem na jaren weer tegenkomen, volgt steeds weer die vraag: ‘dans jenog?’. “Ja, ik dans nog”, zeg ik dan. “En dat houdt mij van de straat!” Zijneerste succes behaalde hij op zijn achttiende – op het danskampioenschap inNIS. “Ik zou dan als kampioen afgevaardigd worden naar een internationalecompetitie in Italië, maar de organisatie had de boel opgelicht en dat ging dusniet meer door. Ik dacht toen van: weet je wat, ik ga hier niet zitten wachtenen neem gewoon zelf het initiatief. Zo ben ik op eigen houtje naar Nederlandgegaan. Daar bleef ik bij een zus, verveelde me, en op een dag sloeg ik de gidsopen en zocht naar dansscholen. De meeste dansers van de dansacademie kwamenvan de Louise Doorenbos Balletschool en ik besloot: die moet ik hebben!”Carrière maken betekent hard werken, maar ook geluk hebben. Al na de eerste leszei Doorenbos tegen het danswonder: “Jij bent mijn zoon!” Brian lacht om de nostalgie:“Die vrouw haalde me op en zette me weer thuis af, het was me een tijd. Vandrie tot elf was ik bezig met Jazz, Beat Ballet, Flamenco. Ze noemde mij de‘spinning wonder’!” Brian bleef lange tijd bij Doorenbos; ook toen hij deauditie niet haalde voor de dansacademie. “Tekort aan klassiek”, was deopmerking, “kom na een half jaar terug.” Maar klassiek was te staccato, testijf voor het elastisch talent. Jazz, Jazz-fushion zat hem beter in deschoenen. En toen kruiste salsa zijn weg. “Ik dacht altijd zoiets van dat isvoor homo’s, maar toen een vriend mij een keer naar zo’n salsaparty bracht,keek ik er wél van op: is dit salsa? No man, dìt kan ik beter! Ik was al bezigmet Latinjazz en dat lag dichtbij salsa waardoor ik er geen moeite mee had. Ik deedmijn eigen ding en toen begon het met: ‘kan je ons op de zondag laten zien hoeje het doet?’ en zo is dat gegroeid naar fulltime les geven. Ik heb een tijdgekend van 7 dagen in de week salsales geven. Daarnaast werkte ik voor degemeente Amsterdam. Salsa is een uit de hand gelopen hobby!”
Bra
Moeder van Para, vader van Saramacca, hij is de jongste vande zeven kinderen en de enige die zich bezighoudt met dansen. De omvang vanzijn faam en succes is natuurlijk niet te meten of af te lezen aan een medailleof beker. Maar hoe bekend is Bra? Bescheiden zoals hij is, antwoordt desalsagoeroe op gedempte toon: “Mi ne ley, maar ze kennen me! Ik ben een begripin Nederland. En international heb ik ook naam gemaakt. Ik ben niet goedkoop,maar als de mensen horen: workshop ‘Brian van der Kust’ of ‘Footworks’ dan stromen ze ernaar toe.Het is charismatisch en expressief wat ik doe, ik straal peace en gezelligheiduit. En de organisaties weten het: ik geef me helemaal. Als ik dans is het geen200, maar 1000%! Soms ben ik net terug van Duitsland of ik moet alweer weg naarPolen, UK of Rusland. En als het geen workshop is, dan wordt ik gevraagd om eenstel in New York te begeleiden voor een danskampioenschap.
Er zijn ook afzeggingen, want soms a man furu en het gezinvraagt ook om aandacht. Nu doe ik een of twee keer per maand een internationaleworkshop en een maal per week les in Rotterdam. In Nederland, als ze weten dathet om culturele of projecten voor jongeren gaat dan zijn ze wat soepeler. Dusmijn baas houdt rekening daarmee.”
Dansen is niet alleen zijn lust en leven, naast zijn werkals ambtenaar houdt Brian ook een eigen catering op na. “No mi lob’ a bori tuman!”
Kusje
Kusje, zoals van der Kust bekend staat in Nederland, genietniet alleen succes maar ook respect in de salsadanswereld. Door zijn kennis enervaring wordt hij bij festivals vaker gevraagd voor de choreografie of omzitting te nemen in de jury. “Bij mij weten ze het: ik zal je altijd ‘poweren’,al kennen we elkaar niet. Dansen is kunst en hoe meer je samenwerkt, hoe meerje zal bereiken. Ik geniet, ik straal uit. Ik groei. En ik laat groeien. Eenoor voor je medemens, hoe kan ik helpen? Maar ook een oog voor het talent: kandie het beter, laat die het doen. Kom niet met geslijm bij mij, als je hetverdient dan verdien je het. Mijn salsa is altijd iets anders, ik wordongevraagd naar voren getrokken, maar ik zal nooit naast m’n schoenen lopen,want zo ben je d’r, zo ben je d’r niet. Hetzelfde publiek dat je heeft gemaaktkan je ook breken.”
“Wat ik ookdoe, ik zal mijn afkomst niet verloochenen. Wij zijn daar in Nederland en zoalsje ‘t ziet leveren wij van daaruit onze nuttige bijdrage. Ik vind dat wij alsSurinamers dat horen te doen. Er is zoveel talent hier, maar ze schamen zich.Ze kijken eerst, dan volgen ze. Wat ik hier zie, is dat er in Suriname veelgedanst wordt, maar meer door de ouderen, en met hart en ziel. Bij de jongerenis het weinig creatief, ze zijn er te commercieel mee bezig. Voor mij is hetniet alleen een stukje brood verdienen, dansen is voor mij ook expressie,uiting geven van hoe jij je voelt en op een goede manier contact maakt met deander. Ik vind het daarom leuk om de jongeren hier te helpen. Als ik zie dat jetalent hebt en dat je er tijd in wilt stoppen, dan kan je me altijd om hulpkomen vragen. Patrick Mussendijk, Mambo Mike, Patrick Rosheuvel, ze warenallemaal eens onder mijn vleugels. Van de groep jonge dansers uit mijn tienertijdben ik de enige die door is
gegaan met dansen.” Brian noemt namen van toppers uit die tijd, jongens die nuaan de drugs zitten of op een andere manier ontspoord zijn geraakt.
“En dat is heel jammer, want dat waren ècht jongens mettalent, ik keek toen tegen ze op!” Nu kijkt de wereld op tegen de ‘Footworks’ van Suriname. In zijn optreden,samen met Patrick Mussendijk, op een van de showavonden van hetSalsurifestival, kon de leider van de tòp New Yorkse Santo Rico salsagroep hetniet nalaten om na afloop van het nummer het podium op te gaan, de microfoonover te nemen en uit te gillen: “This is the best showperformanceI-have-ever-seen!”