Gaan voor het ‘groene goud’ – Parbode Sneak Peek
Conservation International (CI) Suriname heeft op 10 augustus de conceptwet ‘Duurzaam Natuurbeheer’ aangeboden aan DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons. De vernieuwde natuurbeschermingswet – een product van het ‘Project Onze Natuur Op 1’ – moet de opmaat zijn naar economische ‘groene groei’.
Suriname is een land vol aan ‘potentie’, rijk aan natuurlijke hulpbronnen. Maar ook aan gemiste kansen, waardoor het veelal bij het eerste blijft. Na het gele en het zwarte goud lonkt nu ook het ‘groene goud’. Verschil is dat je flink geld eraan kan verdienen door het juist niet te winnen. In januari 2018 keerde een delegatie terug van een studiereis uit Costa Rica met de overtuiging dat het ‘groene goud’ ook voor Suriname een ‘belovende sector’ is voor economische diversificatie.
Met een bosdekking van 93 procent is Suriname het ‘groenste land’. Op bosrijke landen wordt een dringend beroep gedaan hun bossen zo duurzaam mogelijk te beheren. Ofwel te laten staan. Uiteraard tegen betaling. Twintig procent van de wereldwijde CO2-uitstoot komt door ontbossing. Bossen vormen namelijk een enorme opslagplaats voor koolstof, waardoor te veel CO2 vrijkomt als ‘broeikasgas’ door grootschalige ontbossing.
Drastisch verminderen van ontbossing is dus essentieel tegen opwarming van de aarde en daarmee klimaatverandering. Hiervoor heeft de VN in 2005 speciaal het REDD+ Programma ingesteld, als onderdeel van het Klimaatverdrag. Het staat voor ‘Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation’; verminderen van uitstoot door ontbossing en bosdegradatie. Het plusje staat voor ‘bijkomstig verminderen’ van CO2 door duurzaam bosbeheer.
Suriname heeft wel oren naar ontvangen van ‘koolstofkredieten’ en doet daarom sinds 2014 mee aan REDD+, dat in meer dan zestig landen wordt uitgevoerd. De vereiste REDD+ Strategie voor duurzaam bosbeheer is in concept af. Daarbij worden concrete voorstellen gedaan, waaronder over de vereiste moderne natuurwetgeving. In dat licht kan de aangeboden conceptwet Duurzaam Natuurbeheer door CI-Suriname een welkome aanzet zijn naar economische ‘groene groei’. “Als Suriname steeds verder vordert in zijn REDD+ Programma dan zal men ook hierop kunnen leunen”, beaamt John Goedschalk, directeur van CI-Suriname.
Brede betrokkenheid
Bosrijke landen die kiezen voor duurzame economische activiteiten met aanzienlijk minder CO2-uitstoot, kunnen in aanmerking komen voor extra ‘koolstofkredieten’. REDD+ eist daarnaast ‘brede en nauwe betrokkenheid’ van maatschappelijk belanghebbenden – stakeholders. Daaronder vallen ook inheemse en tribale gemeenschappen, wier grondenrechten dienen te worden gewaarborgd. De conceptwet Duurzaam Natuurbeheer houdt hiermee volop rekening. Zo’n tachtig stakeholders uit gelederen van overheid, bedrijfsleven, ngo’s, natuurbeschermingsorganisaties en inheemse en tribale gemeenschappen, werden nauw betrokken bij het concipiëren. Dat leverde maar liefst 400 ‘suggesties’ op.
Formeel heet het dat het ministerie van Ruimtelijke ordening en Grond- en Bosbeheer (RGB) initiatiefnemer is en de rol van CI en het wereldnatuurfonds WWF daarbij ‘ondersteunend’. Ervaren internationale CI-collega’s hebben het concept doorvorst. De nieuwe wet moet stimuleren tot duurzame economische ‘groene groei’. Suriname heeft nog altijd een minieme ontbossingtoename van 0,11 procent. Maar dat is een gemiddeld percentage. Er zijn specifieke gebieden die 1 procent of zelfs hoger scoren. “Dan gaat het echt snel”, waarschuwt Goedschalk. “Met deze conceptwet wordt een goede basis gelegd zodat adequaat natuurbeheer en bescherming echt onderdeel wordt van de samenleving. Wettelijk hebben burgers hierin nog geen rol. We willen de ownership vergroten zodat iedereen kan meedoen.”
De huidige natuurbeschermingswet uit 1954 houdt vrijwel geen rekening met grondenrechten van lokale leefgemeenschappen. De conceptwet daarentegen bepaalt dat zonder hun instemming, een gebied niet ingesteld kan worden als beschermd natuurpark of reservaat. Evenmin als er geen ‘consensus’ is over wat valt onder ‘leefgebied’. Goedschalk: “Dus op meerdere niveaus zijn er veiligheidskleppen ingebouwd. Hiermee hebben wij ook de basis gelegd om koolstofkredieten voor het bos te kunnen verhandelen en laten erkennen wettelijk.”
Lees het hele artikel in het oktobernummer van Parbode