Ganja
Rappa ontleedt op zijn typisch eigen(wijze) manier
bekende en minder bekende woorden
De immigranten namen behalve hun schamele bezittingen, ook zaden van nuttige vruchtgroenten mee, zoals karailja (sopropo), bhindi (oker), kohora (pompoen/pampoeng), sem (kuli-bontji/ Hindostaanse boontjes), lauki, sapoetja enzovoorts. Op de plantages werden deze zaden rond de arbeidersbarakken uitgezet, eventueel voorzien van een klimrek van takken, een djamrah. Voor de sem heette dat dan een ‘sem-ke-djamrah’.
Toen jaren terug een Hindostaanse broeder op de snelweg in Nederland om twee uur in de ochtend werd aangehouden, met een rokende wagen propvol van een huwelijksfeest afkomstige familieleden, moest hij zijn naam aan de motoragent doorgeven. Zonder blikken of blozen zei die goochemerd: ‘Shantiperkash-karailja Sem-ke-djamrah’. De agent zei: ‘Jakkes, hoe schrijf je dat? Ach, weet je wat, ik rij vóór en jullie volgen mij’. Zo werd Kries c.s. met politie-escorte netjes thuisgebracht.
Maar de immigranten brachten ook ganja-zaad mee en dat deed het hier goed. De ouderen rookten dan in de koestal achterop de gedroogde ganja-toppen en filosofeerden daarna over tradities, religie en zo, totdat de koloniale politie een paar arresteerde wegens het telen en roken van de gedroogde toppen van de vrouwelijke canabis sativa, oftewel marihuana. Wisten die immigranten veel dat hun traditionele genotsmiddel in ‘Nederlandsch Guyana’ bij wet verboden was!
Er zijn in de archieven verslagen van rechtszaken hieromtrent te vinden, waarbij een beëdigde tolk vertaalde. Zo van: ‘Edelachtbare, de verdachte stelt dat hij die ganja gebruikt om tot rust te komen en over religie te filosoferen’.
‘Oh? Dus als ze die rommel hebben gerookt, zien ze zeker het Nirwana. Zeg hem dat hij drie maanden in de cel mag gaan filosoferen’.
Dat de rechter met collega’s in de Buitensociëteit Het Park wat borrels achterover sloeg en daarna met hen over de rechtsgang filosofeerde, moest toch kunnen? Terwijl alcohol bij de moslim Brits Indiërs juist verboden spul is. Hebben de Hindoe-immigranten misschien daarom vooral hun zonen streng verboden te roken en als ontspanning maar liever het wettelijk toegestane genotsmiddel alcohol te gebruiken? Feit is dat het district met de grootste concentratie Brits-Indische nazaten ook het hoogste aantal zuiptenten per honderd inwoners heeft, met alle kwalijke gevolgen van dien.
Moeten de nazaten dan terugstappen naar de traditionele Indische hennep, oftewel ganja? Zou ons rijstdistrict dan als eerste de ganja legaliseren, zoals Uruguay? Maar de afvalstoffen van ganja worden het best door transpiratie afgescheiden, en dat doen de landbouwers nu veel minder dan hun voorouders. Dan maar liever doorzuipen; dat komt ook de schatkist ten goede, niet je lever.