Geeta Thakoerdien onderzocht de impact van kleinschalige goudwinning op zoogdieren te Brownsberg – Parbode Sneak Peek
Al sinds de vorige eeuw berokkent kleinschalige goudwinning enorme schade aan het Brownsberg Natuurpark. Biologe Geeta Thakoerdien (35) onderzocht de effecten van deze flagrante natuurvernietiging op de zoogdierenfauna aldaar. In juli studeerde ze op dit onderwerp af aan de masteropleiding Environmental and Conservation Biology aan het Institute for Graduate Studies & Research.
Tekst Samantha Waridjan
Thakoerdien is gespecialiseerd in zoogdieren. Ze onderstreept het belang dat er onderzoek wordt gedaan op het gebied van de negatieve effecten van goudwinning. “Zo kan er meer informatie verkregen worden, zodat er overgegaan kan worden tot een strakker beleid en strengere maatregelen vanuit de overheid met als doel behoud van onze biodiversiteit.”
De docente biologie heeft voor haar afstuderen zowel literatuur- als veldonderzoek gedaan. Het veldonderzoek deed ze van september 2016 tot april 2017. Literatuurstudie doet ze nog steeds om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen. Voor het veldonderzoek heeft ze gebruikgemaakt van cameravallen als onderzoeksmethode. Een groot deel van de camera’s was reeds geplaatst, aangezien haar onderzoek deel uitmaakte van een lopend project. “Er waren reeds op zestien locaties camera’s geplaatst. Zelf heb ik dat op nog eens negen locaties gedaan.” De camera’s in het Brownsberg Natuurpark waren op zowel ongestoorde locaties als locaties dicht bij mijnen en toeristengebieden. Elke maand ging Thakoerdien naar het onderzoeksgebied om de camera’s te servicen en data over te zetten. “Bij elke trip verbleef ik er drie á vier dagen en altijd in een groep, met mijn begeleider dr. Paul Ouboter en enkele collega’s die mij hebben geassisteerd met het veldwerk.”
Gevaarlijk onderzoek
Haar veldonderzoek ging niet over rozen, integendeel. “Het was niet gemakkelijk en vol risico’s en gevaren. Ik moest lange afstanden bergafwaarts afleggen en dan weer bergopwaarts, me door dicht bos begeven met soms labariaslangen die op de loer lagen of gevaarlijke bijen en schorpioenen die zich aangevallen voelden. Een van de keren tijdens het afdalen naar de Witikreek, gooiden wilde apen vanuit de bomen takken naar ons.” Het bos is de natuurlijke habitat van de dieren. Ze zien mensen als een aanval op hen, legt ze uit. Een ander obstakel was dat ze soms zelf een stuk bos moest openkappen om een weg te maken om verder te kunnen. “Heel vaak was ik uitgeput van het bergbeklimmen, zeker vanuit de Witikreek terug of vanuit de Ireneval terug. Ik heb er iedere keer pijnlijke en vermoeide benen van overgehouden. Maar ik had altijd een voldaan gevoel nadat ik de data had bemachtigd.”
Lees dit artikel verder in het oktobernummer van de Parbode, ook online verkrijgbaar