Gehakt met een bijsmaakje
Naomi Tull (25) studeerde in mei dit jaar af aan het Polytechnisch College Suriname, studierichting Hoger Laboratorium Onderwijs. Ze deed onderzoek naar de aanwezigheid van Salmonella- en E. coli-bacteriën op varkens- en kipgehakt bij slagerijen in Paramaribo.
“Ik werk op de afdeling Algemene Bacteriologie van het BOG, een voedsellaboratorium. Maar we kunnen daar vanwege te weinig capaciteit lang niet alles testen. Vleesproducten bijvoorbeeld worden niet structureel onderzocht, al krijgen we af en toe producten van slagerijen die gecertificeerd willen worden. Maar de aanwezigheid van bacteriën kan een indicator zijn van hoe het gesteld is met de hygiëne van het vlees, en dus ook van de voedselveiligheid. De gezondheid van de consument kan in gevaar komen; je kunt namelijk heel erg ziek worden van sommige soorten bacteriën.
“Het onderzoek vond plaats bij 15 willekeurig uitgezochte slagerijen, in samenwerking met het BOG en de afdeling Veterinaire Inspectie van LVV. Over een periode van 3 weken hebben we van elke slagerij op verschillende tijdstippen monsters genomen van het gehakt dat in de vitrine lag, dus zoals het verkocht wordt. Vervolgens is het onderzocht in het Centraal Laboratorium van het BOG. Als microbiologische criteria heb ik een Europese Verordening als leidraad genomen, want in Zuid-Amerika bestaat zoiets niet. Ook zijn de monsters naar de CARPHA gestuurd, de Caribbean Public Health Agency. Daar hebben ze de verschillende soorten Salmonella en E.coli getypeerd.”
Lees de conclusie van het onderzoek in de Parbode van september.