Gezond en lekker
Heb je het over Suriname, dan heb je het over lekker eten. Toch? Er gaat geen gelegenheid voorbij of er komt een stevig maal op tafel. Meestal belandt een kip in de pan, een enkele keer is het wat anders. Maar soms weten we helemaal niet wat we willen koken. Daarvoor zijn er vele honderden kookboeken. Parbode heeft de meest bijzondere uitgezocht. Deze maand: ‘Gezond en lekker’.
Het staat al een tijdje in mijn keukenboekenkast (de eerste druk verscheen in 1999 bij Vaco), maar ik grijp nog met enige regelmaat naar ‘Gezond en lekker’ van Muriel Sam-Sin-Hewitt. De ‘nieuwe specialiteiten uit de keuken van Muriel’, zoals de ondertitel luidt, bevat namelijk inderdaad veel nieuws: gerechten die je in standaardkookboeken niet snel tegen zult komen. Het is vaak nét even anders.
Tien jaar geleden verscheen de eerste druk bij Vaco, een herdruk volgde in 2003. En terecht. Het handzame boekje telt verrassend veel gerechten, inclusief een duidelijke woordenlijst voor wie niet zo is ingevoerd in de Surinaamse benamingen voor bepaalde ingrediënten. De recepten zijn overzichtelijk inge-deeld, helder en begrijpelijk beschreven. Overigens zijn de meeste gerechten best bewerkelijk, dus niet geschikt om ‘even snel’ te maken. Maar voor wie van uitgebreid kokkerellen houdt, mag dat geen belemmering zijn om aan de slag te gaan.
Vegetariërs komen uitgebreid aan hun trekken, met tal van groenten- en opvallend veel tahoegerechten. Tahoe, een soort witte koek gemaakt van sojabonen, wordt beschouwd als het vlees voor de vegetariër. Veel vleesliefhebbers vinden het echter een slecht alternatief en halen er hun neus voor op. Maar in ‘Gezond en lekker’ bewijst Sam-Sin-Hewitt dat dit onterecht is. Het is verbazingwekkend welke smakelijke combinaties ze heeft bedacht. De smaakvolle aardappel/tahoe-schotel is mijn absolute favoriet. Minstens zo gevarieerd is haar selectie bredebongerechten. De ‘bredebon met fantasie’ moet u zeker een keer uitproberen. Het is een smakelijke manier om van uw vleeskliekjes af te komen.
Aan onalledaagse soepen ook geen gebrek. Ik heb bijvoorbeeld nooit geweten dat je van agumawiwiri een ‘bouillon Chinese stijl’ kon maken. Eerlijk gezegd qua smaak niet het hoogtepunt uit het boek, maar ieder heeft zo zijn voorkeuren.
Nee, geef mij dan maar de viskopsoep. Menigeen zal bij het idee vooraf gruwen, voor mij is het echter de koning der soepen in ‘Gezond en lekker’.
Enig minpuntje is dat het boekje slecht gebonden is en na veelvuldig gebruik uit elkaar valt. Maar gelukkig zijn er herdrukken verkrijgbaar.