Giskus bouwt verder (registered)
Voetbal is nog steeds verreweg de populairste sport in Suriname. Over geen enkele sport zijn de discussies zo heftig en emotioneel, ook al betreft het buitenlandse clubs en sterren. Als overkoepelend orgaan heeft de Surinaamse Voetbalbond (S.V.B.) dus een enorme verantwoordelijkheid. Louis Giskus werd in maart met een ruime meerderheid herkozen als voorzitter. Aan plannen om de voetbalsport verder te ontwikkelen, heeft hij geen gebrek.
Giskus (59) is na een actieve sportloopbaan (eerste klasse voetbal met Sea Boys in de topsectie van de SVB) sportbestuurder geworden. Zo was hij voorzitter van de Lelydorp Sportbond. Nu hij herkozen is als voorzitter van de SVB wil hij veel realiseren. Zelf zegt hij dat het zijn laatste zittingsperiode is om daarna met bestuurspensioen te gaan.
Is het logisch dat het bestuur-Giskus is herkozen?
“Het was niet zozeer logisch, als wel dat we het veld kennen en dus een inschatting konden maken van wat de verhoudingen waren en hoe die zich naar de verkiezingen toe zouden vertalen. Uitgangspunt van het zittende bestuur is geweest dat open de strijd wordt ingegaan en dat, als er fouten zijn gemaakt, deze worden afgestraft door niet herkozen te worden. In die zin zou je kunnen zeggen dat de uitslag logisch was en dat we zeker waren van onze zaak.”
Veel mensen menen dat er geen markt is voor profvoetbal in Suriname. Deelt u die mening?
“Het bedrijven van profvoetbal is afhankelijk van de economy of scales van een land. Bij alle modellen die zullen worden gebruikt om geld te genereren, zal de kleine markt een negatieve uitwerking hebben. De Surinaamse markt leent zich dus niet voor profvoetbal, omdat het op geen enkele wijze de bedragen zal kunnen genereren die nodig zijn. Wat wel een optie is, is het professionaliseren van de organisatie en de omgeving; er moet een transformatie plaatsvinden van een vrijwilligers- naar een door professionals geleide organisatie. De sleutelposities moeten door betaalde bestuurders worden ingenomen. De eerste fase van dit streven is inmiddels gerealiseerd door de aanstelling van Gordon van Sichem als betaalde directeur. ”Professionalisering van de omgeving betekent ook het aanbrengen en/of verbeteren van de structuren bij de SVB-leden, alsook het trainen van bestuurders. Het uiteindelijke resultaat moet zijn dat de kwaliteit van het product omhoog gaat. Een welkom instrument bij de professionalisering is de standaardisering die door de wereldvoetbalbond FIFA wordt doorgevoerd. Voor verschillende facetten van een organisatie, bijvoorbeeld de statuten, laat de FIFA standaardmodellen ontwikkelen, waarbij haar leden de verplichting tot het gebruiken van deze modellen wordt opgelegd. Zo kan het dus gebeuren dat, via de FIFA lidbonden, verenigingen van ons worden verplicht tot het gebruik van standaardstatuten, waarin de verplichting tot het maken van een jaarverslag als belangrijk punt is opgenomen. “Essentieel daarbij is dat ook de financiële huishouding van lidorganisaties transparant wordt gemaakt. De SVB kan zelfs accountants inschakelen om de financiën van een lidorganisatie te beoordelen. Voordeel hiervan is dat onduidelijke geldstromen uit het Surinaamse voetbal kunnen worden geweerd.”
Is het plan om Suriname op een WK te krijgen een zeepbel?
“In de bevindingen van een in 2006 georganiseerd seminar is vastgesteld dat Suriname, met de beschikbare talenten zowel hier als in het buitenland en bij een goede organisatie, in staat moet zijn het WK van 2014 te halen. We moeten er niet vanuit gaan dat meedoen geen zin heeft omdat we steeds de underdog zullen zijn of als kanonnenvoer voor de grotere landen zullen dienen; het is een wereldwijd gebeuren waarbij je je als land in de wereld profileert. Als klein land moeten we ons erin berusten dat de titel is weggelegd voor de grote jongens; ook hier speelt schaalgrootte een doorslaggevende rol. Uitgangspunten moeten zijn: het waardig uitdragen van Suriname, stijgen op de FIFA-ranglijst, een factor worden binnen jouw zone, in ons geval de Concacaf, en vooral niet terugvallen qua niveau na deelname aan een WK. Let wel dat wij bij de afgelopen kwalificatiecampagne bij de laatste twaalf landen van de Concacaf zijn geëindigd, twee stappen verwijderd van WK-deelname. De Concacaf zone bestaat uit veertig landen. Bijzonder is ook dat we dit als enige van de twaalf landen hebben bereikt met een amateurcompetitie, met weinig inwoners en zonder gebruik te maken van spelers van buiten het land.
Wat dit betreft zijn de perspectieven dus bemoedigend. In elk geval heeft de SVB de regering een voorstel gedaan over de wijze waarop het vraagstuk van het gebruik van spelers van buiten met een Surinaamse achtergrond kan worden opgelost. De regering heeft dit stuk nu in discussie. Trouwens, omdat de FIFA de situatie van kleine landen zoals Suriname beseft, met name voor wat betreft de braindrain die zich ook op sportgebied voordoet, zijn de regels op dit stuk zodanig dat gebruik kan worden gemaakt van spelers die niet in het land zelf wonen, maar er wel binding mee hebben. Zelfs naturalisatie is mogelijk. Wat ook vooral voor het voetbal in het land zelf van belang is: bij plaatsing voor een eindronde is elk land gegarandeerd van een startpremie van vijf miljoen Zwitserse Franken (omgerekend ruim 4,3 miljoen US dollars)!”
Er wordt weleens gezegd dat de SVB te weinig moeite doet om aan FIFA-gelden te komen.
“Nee! De FIFA stelt in twee gevallen middelen beschikbaar; ten eerste voor de zogenoemde ‘FIFA Goal projecten’, ter verbetering van de infrastructuur. Aan deze projecten is steeds een bedrag van 400.000 USdollar verbonden. De SVB heeft al twee goalprojecten gerealiseerd: de eerste is het Emile de la Fuente Sportcomplex en de tweede is de gedeeltelijke renovatie van het André Kamperveen Stadion. Voor stadions geeft de FIFA in principe geen geld, maar er is ingespeeld op de sentimenten die opspelen bij de naam André Kamperveen. “Het andere geval betreft de FAP-projecten, voluit Financial Assistance Projects, ter ontwikkeling van voetbal in je land; als nationale bond dien je een begroting in, het wordt door de FIFA beoordeeld en na goedkeuring wordt een bedrag van 250.000 USdollar per jaar in vier termijnen uitgekeerd. Achteraf moet een financieel verslag worden ingediend. Bij dit bedrag hoort ook nog de verplichting om aan alle activiteiten van de FIFA deel te nemen, dus toernooien voor U-17, U-20, U-23, senioren en vrouwenvoetbal. Ter indicatie: een reis naar Trinidad met een selectie kost de SVB 22.500 USdollar. “De FIFA heeft ook projecten voor de ontwikkeling van de voetbalsport; het laatste project in dit verband is het Win in Concacaf with Concacaf-project. Er is tien miljoen USdollar beschikbaar gesteld, voor elf geselecteerde Concacaf-landen; Suriname is binnen de selectie van deze elf landen gevallen. Het verhaal dat bij indienen van een projectplan bij de FIFA een lid in aanmerking kan komen voor een substantieel bedrag klopt dus niet; de eerder genoemde projecten zijn de enige waaruit financiering door de FIFA plaatsvindt.”
Bent u van mening dat de potentie van het André Kamperveen Stadion en omgeving momenteel onvoldoende wordt benut?
“Dat is zeker waar, maar er zijn factoren waardoor dat niet mogelijk is; ten eerste zou bij de bouw van een multifunctioneel complex het bestaande bouwwerk tegen de vlakte moeten. Wij wilden beginnen met het slopen van tribune-noord. Een deel van het begrote bedrag was al gereserveerd (FIFA Goal project) en de rest zou uit de verkoop van het George Streepy Stadion komen. Maar we hebben geen toestemming van de regering gehad om te verkopen. In beperkte mate is bij de renovatie van de hoofdtribune toch het één en ander gedaan. Er zijn een paar units ingericht voor verhuur en in de tribune zelf is een business-unit. Het plan voor een multifunctioneel complex leeft nog, maar er moeten middelen worden aangetrokken. We verwachten niet dat dit binnen een kort tijdsbestek gerealiseerd wordt.”
Doet de SVB aan planning op lange termijn?
“Momenteel ligt een concept klaar van ‘Visie op de ontwikkeling van het Surinaamse voetbal van 2009 – 2014’. Vooralsnog bestaat het uit hoofdpunten; dit zal worden voorgelegd aan de leden en zal na goedkeuring verder worden uitgewerkt. Er zijn vier aandachtsgebieden verwerkt, namelijk: de ontwikkeling van de voetbalinhoud in Suriname, de ontwikkeling van marketing en promotie en verbetering van het imago van het Surinaamse voetbal, het structureren en transparant maken van voetbalorganisaties en tot slot het intensiveren van de maatschappelijke rol van voetbal in Suriname. Deze aandachtsgebieden zijn specifieker uitgewerkt en geven duidelijker de te volgen weg aan. Dit plan moet de professionalisering echt gestalte geven.”
Voorzitter zijn van de nationale voetbalbond is iets anders dan het voorzitterschap van een randdistrictsbond. Toch?
“Zonder meer; je hebt te maken met voetbal van het gehele land en internationaal voetbal. Je moet kennis van zaken hebben van SVB- en FIFA-reglementen en niet bang zijn om besluiten te nemen. Als voorbeeld wil ik hier even de kwestie van samenwerking met de groep-Seedorf aanhalen, in relatie tot zowel de SVB-reglementen als die van de FIFA. Moet je, alleen om het financieel voordeel dat uit die deal kan voortvloeien, het risico nemen om in conflict te komen met jouw lidbonden en de FIFA, omdat je de reglementen naast je hebt neergelegd? Ik dacht het niet. Verder is een grotere mate van redelijkheid en flexibiliteit een vereiste, ook vanwege andere krachtenvelden die in werking zijn en die invloed op het te maken beleid zouden kunnen hebben. Belangrijk is vooral de financiering van het te voeren beleid. Je hebt veel en veel meer middelen nodig, dus daarvoor is beleid nodig. De SVB haalt haar middelen van verschillende kanten. In eerste instantie heb je de gangbare inkomsten zoals contributie van lidbonden. Hoewel dit meer een ceremonieel bedrag is, gezien de beperkte potentie van deze organisaties. Daarnaast verdienen we wat aan verhuur van accommodaties en aan muurreclame. Een andere inkomstenbron is die van donaties en sponsoring. En belangrijk is die van de strategische partners, tot nu toe de Suriprofs en de KNVB. Directeur Van Sichem zal vooral bij het aanboren van financiële bronnen en de productmarketing een belangrijke rol moeten spelen. Ik hoop het als bestuurder in ieder geval mee te maken dat Suriname een WK-eindronde haalt.”