Gods kleinste huis is een krot
De weg naar de hemel is smal, maar dat geldt ook voor deloopplank naar de ingang van het kleinste kerkje van Zuid-Amerika. Je moet eenevenwichtskunstenaar zijn om ongedeerd binnen te komen. Dit kerkje staat aan deMauriciusstraat in Paramaribo. Het is een houten optrekje van, naar schatting,200 jaar oud. Alles aan, in en rondom het huisje verkeert in vervallen staat.Maar als je hartgrondig gelooft, deert dat kennelijk niet.
Op de deur is een wit houten kruisje gespijkerd metdaarboven de tekst ‘De kerk van’ en op het kruisje ‘Jezus Christus’. De ramenzijn aan de binnenkant afgesloten met wat gekleurde doeken. Op de vloer ligtzeil, de wanden bestaan uit planken in diverse kleuren en het plafond isgemaakt van de zijkanten van kartonnen dozen. De totale vloeroppervlakte isongeveer twaalf vierkante meter. Aan het plafond hangt aan een stukje snoer eenfitting met een klein peertje. In het midden staat een oude tafel. Achter dietafel staat een stoel en voor de tafel staan vier stoelen naast elkaar. Elkestoel heeft een eigen vormgever gehad. Op de tafel liggen wat losse paperassenen, uiteraard, een bijbel. Aan de wand hangen verschillende briefjes metallerlei teksten, zoals ‘Ecclesiaste when you come into this house pleaseremember it is God house, listen’.
Hier woont een kleine, maar gespierde man: Charles JosephEmanuel Benjamin, die uitlegt dat hij de voorganger van deze kerk is. Hij laatde statuten zien van de stichting ‘The Church Of Jezus Christ Foundation,’waarvan hij voorzitter is en zijn schoonzusje secretaris/penningmeester. Enbeiden de enige vaste gemeenteleden. De stichting bestaat sinds 2001. In destatuten staat het doel van de stichting: ‘De verbreiding van het Evangelie vanJezus Christus in de ruimste zin van het woord’.
Charles Benjamin is moeilijk te begrijpen, want hij spreektdrie talen door elkaar heen. Steenkolen Engels, Surinaams en Nederlands. Driejaar geleden is zijn tweelingbroer overleden en heeft hij de leiding van dekerk overgenomen. Benjamin werd 43 jaar geleden geboren in Guyana. Hij is, naareigen zeggen, twee jaar politieagent geweest en heeft daarna acht jaar lang alsparachutist bij de Special Forces van het Guyaans leger gediend.
In Suriname is hij jaren geleden bekeerd. Van de ene dag opde ander heeft hij besloten zijn leven aan de Heer te geven. Om het evangeliete verkondigen heeft hij zijn kleine woonkamer ingericht als kerkzaal en is hijiedere dag te vinden aan de Waterkant. Daar verkoopt hij op straat bloemen. “Deverkoop van de bloemen brengt mij in contact met de mensen. Als ze bloemen vanmij kopen, kan ik het evangelie verkondigen. Ik praat nooit buiten de bijbel.”
Benjamin vertelt dat hij na zijn bekering onmiddellijk isgestopt met roken en het drinken van alcohol. “Ik geef mijn leven nu aan Jezus.Natuurlijk is mijn kerkje klein, maar dat vind ik niet erg. Als iemand mij eengrotere ruimte aanbiedt of wil helpen de kerk groot te maken, dan zou ik datuiteraard wel fijn vinden. Ik ben nu heel blij en gelukkig. Natuurlijk krijg ikkritiek, maar dat vind ik niet erg. Ik kijk nooit terug, maar altijd vooruit.”
Op de vraag of de buren geen last van hem hebben, antwoordthij dat ze wel eens klachten hebben gehad, maar dat er nu rust en vrede heerst.Hij kan uren vertellen over de bijbel en wil wel dag en nacht op pad om mensente bekeren. “Want de dag van de opstanding is de dag dat je je hebt bekeerd enje leven aan Christus wilt geven.” En daar hoef je dus geen joekel van een kerkgebouwvoor te hebben.