Grensgeschillen in de Guiana’s – Parbode Sneak Peek
De grenzen van (Brits-)Guyana en Frans-Guyana zijn omstreden en de Surinaamse dus ook. Deze grensconflicten zijn deels terug te voeren op 19e-eeuws onnauwkeurig onderzoek bij het in kaart brengen van het gebied. Maar recentere vondsten van zeldzame aardmetalen en olie helpen ook niet. In mei 2015 maakte Exxon Mobil een aanzienlijke olievondst bekend in het Stabroek-veld vóór de kust van Guyana.
Door Salomon Kroonenberg
Nog diezelfde maand vaardigde de president van Venezuela, de gewezen buschauffeur Nicolas Maduro, een decreet uit waaruit moest blijken dat de vondst aan Venezuela toebehoort (figuur 1). Venezuela maakt aanspraak op het hele westelijke deel van Guyana van 160.000 km2, dat ze Guayana Esequiba noemt. Het oliehoudende continentaal plat ligt in het verlengde daarvan. Op het Venezolaanse kaartje dat die aanspraak moet ondersteunen, staan de coördinaten van het geclaimde zeegebied zó slordig aangegeven, dat het zelfs een stukje van het Surinaams continentaal plat omvat. En dat terwijl Guyana en Suriname het in 2007 net met elkaar eens waren geworden over hun zeegrenzen. De pas gekozen president van Guyana, David Granger, protesteerde onmiddellijk luidruchtig, en beschuldigde Maduro de aandacht te willen afleiden van de rampzalige economische situatie die hij van zijn voorganger Hugo Chávez had geërfd, met het oog op de verkiezingen in december. Suriname protesteerde met stille diplomatie. Kennelijk geschrokken van de internationale ophef herriep Maduro het decreet met het kaartje, maar bleef het olierijke zeegebied claimen in een nieuw decreet zonder coördinaten. Een anderhalve eeuw oud conflict werd zo nieuw leven ingeblazen.
Ook Suriname heeft een grensgeschil met Guyana. Het gaat om de Tigri-driehoek, het gebied tussen de Boven-Corantijn en de Coeroeni-rivier. Toen Desi Bouterse voor een tweede termijn tot president werd gekozen, zei hij in zijn regeringsverklaring op 28 september 2016 dat hij de onrechtmatige bezetting sinds 1969 van het Tigrigebied (door Guyana) op de agenda van de bilaterale besprekingen zou plaatsen. Granger reageerde meteen: de claim van Suriname is vals. Guyana’s reactie is begrijpelijk. Als zowel de Venezolanen als de Surinamers hun zin zouden krijgen, blijft er nauwelijks iets over van het land. Ook dit grensconflict is al anderhalve eeuw oud, en beide spruiten voort uit misschien wel met opzet gemaakte fouten tijdens de expedities van de Duitse ontdekkingsreiziger Robert Schomburgk (1804-1865).
Robert Schomburgk, geboren in Freiburg in Thüringen, droomde als kind al van verre reizen en was vooral geïnteresseerd in botanie. In 1827 vertrok hij naar Amerika en de Caraïben, en na vergeefse pogingen botanische expedities gefinancierd te krijgen door de Linnean Society kreeg hij in 1834 de opdracht van de Royal Geographical Society om de natuurlijke gesteldheid van Brits-Guiana te onderzoeken, met de nadruk op minerale samenstelling, bodemklimaat, de bronnen, loop en bevaarbaarheid van de rivieren, de mensen, planten en dieren, en de huidige en toekomstige mogelijkheden van de kolonie. Zijn levensloop staat uitgebreid beschreven in de biografie uit 2006 van de Britse antropoloog Peter Rivière, als omlijsting van een geannoteerde heruitgave van Schomburgks eigen tweedelig reisverslag The Guiana Travels of Robert Schomburgk 1835-1844.
Op grond van zijn drie expedities tussen 1835 en 1839 trok Schomburgk in 1840 de westgrens van Brits-Guiana door tot aan de Orinoco-delta en vandaar naar het zuiden tot aan de Mount Roraima. De Venezolanen waren het daar niet mee eens (figuur 2), wezen op eerdere aanspraken, en na veel getouwtrek werd een internationale arbitragecommissie ingesteld, bestaande uit twee Britten namens Groot-Brittannië, twee Amerikanen die Venezuela vertegenwoordigden, en een vertegenwoordiger van de Russische tsaar als onpartijdige voorzitter.
Lees dit artikel verder in de maarteditie van de Parbode, ook digitaal verkrijgbaar