Grote bek
“Toen ik zestien jaar was, ben ik van huis weggelopen en niet meer teruggekomen. De relatie met mijn ouders was zo slecht, dat ik geen seconde langer bij hen wilde blijven. Ze zijn strenggelovige moslims en wilden dat ik me aan allerlei regels hield. Maar ik kon me er echt niet aan houden. Ik was een koppige, losgeslagen puber die hield van zijn vrijheid. Ik heb het leven van mijn ouders erg moeilijk gemaakt door alles te doen waarin ik zin had. Zo stal ik de auto van mijn vader meerdere keren en op een dag heeft hij aangifte gedaan. Toen werd ik opgepakt door de politie. Daarna kreeg ik nog een maand straf thuis.
Mijn vader mishandelde me soms zo erg dat ik striemen had. Hij voelde zich machteloos, omdat ik nooit luisterde. Het werd zo erg, dat ik uiteindelijk kwaad uit huis ging om een eigen leven op te bouwen. Ik dacht dat ik het wel alleen kon. Vrijheid blijheid. Maar dit liep natuurlijk zwaar uit de hand.
De vrijheid gaf mij zo veel mogelijkheden dat ik helemaal los ging, en ik verwaarloosde mezelf enorm. Mijn moeder stopte mij stiekem geld toe, maar dat ging grotendeels naar de huur van mijn kamer. En voor de rest ging het vooral naar alcohol, wiet, hasj en cocaïne. Daardoor at ik soms dagenlang alleen brood. En ik ging met allerlei vrouwen naar bed. Ik kwam er ten slotte achter dat het stoer lijkt om een grote bek tegen je ouders te hebben, maar als een instabiele jongen van zestien kon ik echt niet zelfstandig zijn. Na ongeveer drie jaar kreeg ik mezelf weer onder controle, en op mijn negentiende had ik toch een leuke baan gevonden en een vaste relatie.
Dit duurde ongeveer tien jaar, daarna ging het mis. Mijn vriendin ging vreemd en ik werd zó depressief dat ik opnieuw de verkeerde keuzes maakte. Ik verkocht binnen een paar weken het huis dat ik inmiddels van mijn oma had geërfd en vertrok voor een maand naar Brazilië. Daar heb ik enorm gefeest en met tientallen vrouwen seks gehad. Maar toen ik thuis kwam, had ik een lege portemonnee, geen huis en geen vrouw. Ik had ongelooflijk spijt, want ik stond weer bij het begin.
Dit is inmiddels jaren geleden, maar ik merk dat ik nu nog last heb van mijn keuzes in het verleden. Ik koos steeds voor de korte termijn, ontvluchtte situaties om het zo snel mogelijk te vergeten. Maar nu heb ik daar niks aan. Ik ben nu een man van veertig die zich soms nog steeds gedraagt als een zestienjarige. Dan denk ik: Amir, je bent geen puber meer. Je moet op deze leeftijd een huis, vrouw en kinderen hebben. Ik ben toe aan stabiliteit, alleen weet ik niet hoe ik dat kan bereiken. Ik ben constant in mijn oude patroon gevallen.
Als ik mijn leven opnieuw kon leven, had ik de tijd uitgezeten bij mijn ouders, totdat ik wat volwassener werd. Ik had die periode van verwaarlozing moeten voorkomen. Hierdoor heb ik een slechte basis gekregen en ben ik mijn huis kwijtgeraakt. Daarnaast had ik meer aan mijn moeder moeten denken. Zij was ontzettend verdrietig toen ik wegging. Ik koos steeds voor mezelf. Maar aan de andere kant: ik weet niet hoe het anders was gegaan. Alleen nu probeer ik wel jongeren te waarschuwen tegen naïviteit en losbandigheid. Want als ik naar mijn verleden kijk, vind ik het echt verschrikkelijk.”