Guno Kletter (81) – Surinamers hebben slow motion uitgevonden
We ontmoeten Guno Kletter (81) op een druilerige donderdagmiddag bij een knusse warung in Paramaribonoord. Kletter is gepensioneerd arts en woont sinds 2000 weer in Suriname, na jarenlang in Amerika te hebben gewerkt. Hij woont inmiddels in overbridge. “Ik ben altijd district minded geweest. Ik houd van de natuur en de schone lucht. ook vind ik de districten veiliger wonen en er is minder lawaai.” Kletter is geboren en getogen in Suriname. Zijn vader was arts van Creools-Joodse afkomst en zijn moeder was Duits-nederlands. Het grootste deel van zijn jeugd groeide hij op in Domburg, samen met zijn vier zusjes. “Ik kan me nog zo goed herinneren dat alle jongens in die tijd een katapult hadden en daarmee vogels neerschoten. Mensen kunnen zich dat nu niet meer indenken, maar ik vond het een geweldige bezigheid en was me van geen kwaad bewust. Puur omdat ouderen ons nooit erop wezen dat het fout was.”
Kletter wilde zolang hij zich kan heugen al dokter worden. “Arts zijn is een prachtig beroep. Het helpen van mensen. Constant te maken krijgen met nieuwe problematiek. Een arts blijft altijd gestimuleerd om verder te leren.” na zijn studie streek Kletter neer in Moengo, om als ‘geneesheer’ te werken in verschillende marrondorpen langs de Cotticarivier. na twee jaar moest hij weer verkassen naar de stad. “De overheid gaf me een stootje, aangezien ik zonder ze ervan op de hoogte te stellen een advertentie in De West had geplaatst dat ik niet meer in staat was mijn patiënten adequaat te helpen wegens de nonchalante houding van de overheid. Ik kwam constant medicijnen tekort. Die actie werd me niet in dank afgenomen en ze plaatsten me over naar het BoG.”
Daar bleef hij niet lang. na verschillende andere banen, een specialisatie Interne Geneeskunde in nederland en een jaar op Curaçao, kwam hij in het streekziekenhuis van nickerie te werken. “Daar kreeg ik ooit een kalf cadeau van een patiënt als blijk van waardering. Ik heb er zo om gelachen, want ik wist niet wat ik met dat beest moest doen. uiteindelijk heb ik hem losgelaten op een plek vlak bij het Bigi Pangebied en later verkocht toen we gingen verhuizen.”
Het gezin Kletter, met inmiddels drie kinderen, besloot in de tijd van de onafhankelijkheid te verhuizen naar Amerika, waar Kletter tot zijn pensioen werkte. Amerika was even wennen voor hem. “Mensen in Amerika zijn veel alerter en werken vlotter. ook is de verhouding tussen patiënt en arts heel anders. In Suriname kijken mensen te veel op naar de arts. Alles wat de arts zegt, wordt voor waarheid aangenomen.
“In Amerika overkwam het me voor het eerst dat een patiënt niet meeging in mijn oordeel. Het was een meisje in haar puberteit. Ze kwam met haar moeder mee die ik behandelde voor diabetes. Haar dochter was veel te dik, dus ik stelde voor om haar bloed te prikken. Haar bloedsuiker bleek veel te hoog, dus ik vertelde haar het resultaat en stond op om uit de andere kamer wat informatiefolders voor haar te pakken. toen ik terugkwam in de behandelkamer zei ze: ‘Maar dokter ik weet hoe het komt. Ik heb gisteren twee stukken taart gegeten’. Dat was voor het eerst dat iemand twijfelde aan mijn autoriteit.
Het was niet vervelend hoor, maar ik dacht toen wel voor het eerst van: het is niet altijd ja en amen.” Eenmaal terug in Suriname, moet de arts zich weer aanpassen. “Het is wel wennen om weer terug te zijn. Surinamers doen alles in slow motion. Ik denk dat ze het woord hebben uitgevonden. Eindeloos achter een vrachtwagen hangen in het verkeer, ellenlang doorkletsen over hetzelfde en passief en langzaam op de werkvloer. Ik denk dat vooral remigrerende Surinamers moeite hebben zich aan te passen aan hun vaderland. Het lijkt me leuk om met een select groepje remigranten in contact te komen. Gewoon om te praten over onze ervaringen en ideeën uit te wisselen.”