Helene Amadtajib (72): Op de markt voel ik me prettiger dan thuis
Helene lijk een marktkoopvrouw in hart en nieren. Ze amadtajib (72) is duideneemt geen blad voor de mond en babbelt, nadat we met een glaasje soft en wat vers gebakken bananenchips op de bank hebben plaatsgenomen, honderduit over de gebeurtenissen van haar dag. Haar charmante giechel werkt zo aanstekelijk, dat menig mens direct zal begrijpen waarom deze dame al jarenlang een loyale klantenkring heeft.
Helene is geboren en getogen op leiding 11a. Haar moeder kwam uit nickerie en haar vader woonde in Commewijne. na hun huwelijk vestigden ze zich op leiding. De ouders van Helene hadden het niet breed. “We hadden iedere dag te eten, dus we waren niet arm, maar er was nooit geld voor iets extra’s”, vertelt ze. Helene had nog een jonger broertje en zusje. Ze ging naar de openbare basisschool aan de Commissaris Weytinghweg, waar tegenwoordig een muloschool staat. “Helaas heb ik nooit verder geleerd. Mijn ouders hebben me tijdens mijn examenjaar van school gehaald. er waren destijds vier uloscholen, maar die stonden allemaal in de stad. Mijn ouders konden het zich financieel niet veroorloven om mij naar de stad te sturen”, zegt Helene schouderophalend.
Op haar zestiende trouwde Helene met soeradie amadtajib. een jaar later betrokken ze de woning waar Helene nu nog steeds woont met het gezin van haar jongste dochter. soeradie werkte hard om het snel groeiende gezin te onderhouden. “Hij werkte de hele week bij fernandes, en in zijn vrije tijd was hij druk bezig met planten op het erf. toen ik zwanger was van de vijfde, besloot ik eten aan huis te gaan verkopen om voor een extra inkomen te zorgen.”
Helene bleek een gat in de mark te hebben gevonden. Ze was destijds de eerste in de omgeving van leiding die eten verkocht. Ze had zelfgebakken chips, zoals bananen, cassave en bronbron, maar verkocht ook eten: bami, nasi en saoto. in 1974, toen haar jongste dochter naar school ging, kreeg Helene via via een baantje als eetverkoopster op de l.a. simonsschool. iedere ochtend stond ze voor dag en dauw op om verse chips op hout te bakken, broodbeleg en maaltijden te maken. “Om zeven uur ging ik de deur uit, eerst vers brood halen, daarna om acht uur paraat staan op school, brood beleggen en eten verpakken. Vervolgens wachtte ik tot de eerste pauze om tien over tien, verkocht mijn eten, pakte mijn boeltje in en reed om elf uur weer naar huis. Doorgaans stond ik dezelfde middag alweer bananen en cassave te schillen voor de volgende ochtend. Cassave en bananen kocht ik in de Bomapolder. Het hout haalde ik zelf met mijn pick-up bij de Zaagmolen.”
na elf jaar stopte Helene bij de school. Ze wilde het iets rustiger aan gaan doen. “ik besloot twee dagen in de week op de Kwattamarkt te gaan staan. Daar verkoop ik nu al dertig jaar chips en pindasambal.” Mensen komen volgens Helene graag bij haar terug, omdat de pindasambal van constante kwaliteit is. “Mensen weten wat ze kopen bij mij”, zegt ze resoluut. Haar chips zijn geliefd om het lage zoutgehalte. “Mensen gebruiken te veel zout in de chips. Dit gaat ten koste van de smaak, maar is vooral ongezond. Mensen met hoge bloeddruk komen speciaal voor mijn chips.”
inmiddels maakt Helene de producten niet meer zelf. Dit heeft ze twee jaar geleden overgedragen aan haar dochter. Ze wilde eigenlijk helemaal stoppen met werken. “ik plantte vanaf mijn achtste jaar al rijst. ik vond dat ik wel genoeg jaren had gewerkt en gezwoegd. toch begon ik me na zeven maanden thuiszitten stierlijk te vervelen. ik miste de markt en de mensen. Op de markt staan is voor mij ontspanning. Zodoende dat ik toch weer twee dagen ben begonnen. Hoelang ik dit nog zal doen, weet ik niet. ik ben dankbaar dat ik gezond ben en geen lichamelijke klachten heb. We zien wel wat de tijd ons brengt.”