Hélène Burgos-Overman (85): Ik verveel me nooit
Drie honden verwelkomen me vrolijk bij de poort, wanneer ik het erf in het uiterste hoekje van de Limoniastraat betreed. Hélène Burgos-Overman (85) en haar dochter zitten samen op het balkon van de woning. Hélène op een comfortabele stoel met zachte, stevige kussens. Rechts van haar een rollator, met een rekje dat tjokvol zit met allerlei spullen. Op een laag houten tafeltje liggen allerlei plastic tasjes met paperassen en handwerkjes. “Ik schrijf, maak handwerkjes, ansichtkaartjes. Als ik het ene beu ben, ga ik weer iets anders doen. Ik ben altijd bezig.”
Hélène is geboren en getogen in Paramaribo in een gezin van vier meiden en één jongen. Ze had een onbezorgde jeugd. Haar vader werkte bij Suralco. “In de grote vakantie gingen alle vrouwen en kinderen met de boot naar Moengo om hun vader te bezoeken. Alle kinderen waren laaiend enthousiast. De moeders hadden het zwaarder; in het begin duurde de tocht bijna een hele dag, dus er moest ook eten zijn voor onderweg. Later kwamen er snellere motoren op de boten, waardoor de reis ongeveer twaalf uur duurde. Het waren altijd mooie zomers”, zegt ze met een dromerige blik in haar ogen.
Hélène heeft sowieso mooie herinneringen aan haar jeugd. “Gisteren sprak ik nog met twee vriendinnen in de Mantel, over hoe fijn we het vonden op school. De zusters voedden ons op met discipline. Leerden ons normen en waarden. De jeugd van tegenwoordig heeft meer discipline nodig.” Hélène is twee keer per week te vinden bij Stichting de Mantel, waar ze naast een hoop tori praten ook allerlei bezigheden bedenkt om te doen. Verder praat Hélène als Rozekruiser (A.M.O.R.C.) van tijd tot tijd met de jeugd over normen en waarden. “Goed gedrag geef je door. Dat probeer ik te benadrukken. Ieder mens is een voorbeeld voor de ander”, zegt ze.
tijdens de tweede Wereldoorlog leerde Hélène haar echtgenoot kennen: de marinier Hugo Overman. Hij kwam vaak thuis bij huize Burgos, samen met de neven van Hélène. “Mijn vader verwende ons altijd. Hij stuurde ‘snoepgeld’ en spelletjes. Zodoende hadden we een dambord. Mijn zus en ik waren er gek op en konden dus een aardig potje dammen. We wonnen altijd van de jongens”, zegt ze met een brede grijns op haar gezicht.
Hugo en Hélène trouwden in 1954, toen Hugo definitief naar Suriname kwam. Het echtpaar kocht na zeven jaar het huidige perceel aan de Limoniastraat om te gaan bouwen. Ze kregen uiteindelijk zeven kinderen. Sinds het overlijden van Hugo in 2009 woont Hélène nog samen met twee dochters.
In 1966 besloot Hélène de opleiding aan de kweekschool te volgen. “Ik was zwanger van de zevende toen ik mijn examens deed”, glundert ze. Hélène hield van het onderwijzen. “Ik werkte overal met plezier, gewoon omdat ik een positief mens ben. Ik deed alles voor en met de kinderen. Ik was een hele lieve juf.” Hélène grabbelt in het mandje van haar rollator en haalt een prachtige houten blokfluit tevoorschijn. Het mondstuk en de gaatjes op de fluit zijn al wat versleten door het vele spelen. “Deze moest ik aanschaffen voor de opleiding destijds. Deze fluit is ouder dan mijn jongste dochter”, lacht ze. Op verzoek speelt Hélène een paar noten.
“Ik houd van muziek en zingen. Ik stuur liedjes via de WhatsApp naar mijn kleinkinderen, voor de achterkleinkinderen in Nederland.” Hélène heeft al een paar jaar een smartphone. “Ik ben helemaal op de hoogte van de actualiteiten. Ik lees elke dag Starnieuws, luister muziek en spreek met de familie uit Nederland via WhatsApp en Skype. Ik kan het alle ouderen aanraden, vooral omdat ik tegenwoordig wat slechter ter been ben. Op deze manier sta ik toch in nauw contact met de familie en de rest van de wereld. Het is een nuttige en leuke bezigheid. Ik verveel me nooit.”