Help, ik krijg een drieling! – Parbode Sneak Peek
Suriname telt volgens het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting negen drielingen. Moeders die van de ene op de andere dag te maken krijgen met een drukke opvoeding. Niet alleen qua aandacht, ook financieel moet er met een drieling offers gebracht worden. Maar als je het aan de ouders vraagt, overheerst nog altijd het plezier van drie, boven de ‘loodzware’ opvoedtaak.
Tekst Arjen Stikvoort
Alle handen zijn nodig om de bijna twee jaar oude drieling en de twee andere kinderen van Naomi Pobosie groot te brengen. Hoewel het al een hele opgave voor ouders is om één kind op te voeden, voelt de 25 jaar jonge moeder zich gezegend met vijf kinderen. “Ze zijn een geschenk van God. Ik zal niet direct zeggen dat het zwaar is, want we worden altijd geholpen”, lacht zij. Haar drie identieke zoons Marcelo, Isco en Modric krioelen in een bed dat buiten op de veranda staat. Haar andere kinderen, Jerry van vijf en Isabel van drie jaar lopen en spelen eromheen. Naomi’s moeder Wilma helpt dagelijks mee met de verzorging. “Niet zozeer de verzorging van vijf kinderen is zwaar, maar eerder het feit dat we allemaal aan sikkelcel lijden.” Pobosie legt uit: “Drie van mijn vijf kinderen hebben een ernstige vorm van sikkelcelziekte, een aangeboren erfelijke bloedziekte waar nog niet echt medicijnen voor zijn.” Haar andere twee kinderen, zijzelf en haar man hebben eveneens deze aandoening, maar zij zijn minder vaak ziek. De laatste vijf jaar hoefde Pobosie zelf niet opgenomen te worden. “Gelukkig maar, want dat zou nu met vijf jonge kinderen niet goed uitkomen. Daar ben ik heel blij om. Alleen moet ik regelmatig naar het ziekenhuis voor een van mijn kinderen die plotseling een sikkelcelaanval heeft. Ze voelen zich ellendig, hun gewrichten zetten op, ze krijgen hoge koorts en hebben veel pijn. Als de één het de ene dag heeft, kun je er donder op zeggen dat de ander het de volgende dag ook krijgt.”
Pobosie heeft een druk leven. Ze woont met haar ouders, oudere zus en diens dochter, haar man en vijf kinderen in een klein huis op Lelydorp. Hoewel ze de eerste vijf levensjaren per maand SRD 3750 voor de drieling ontvangt, is dat geen reden voor haar om niet aan het werk te gaan. “Kijk, het is een bedrag dat zeker helpt bij de opvoeding en verzorging van de drieling. Maar als ik tussendoor wat tijd heb, werk ik bij koekjesfabriek Ginni’s omdat ik graag ook mijn eigen geld verdien, en soms doe ik wat schoonmaakwerk.” Het is belangrijk om geld te verdienen, zegt zij. Ooit wil ze een stukje grond kopen en samen met haar gezin een eigen huisje bouwen. “Ik ben blij met alle hulp die ik krijg van mijn ouders en van de rest van mijn familie. Iedereen springt bij. Vooral als we vaak naar het ziekenhuis moeten, is het een hele organisatie.” Ook heeft ze net een nieuwe koelkast gekregen van de Surinaamse Stichting Sikkelcel-anemie en Thalassemie. “Dat is een prachtig geschenk en goed bruikbaar. Ik kan de vele medicijnen die mijn kinderen nodig hebben, nu tenminste koel bewaren. Hun leven wordt steeds een beetje beter.”
Ambassadrice drielingen
Ruth Wijdenbosch is voorzitter van de Stichting Vrouwen Politieke Alliantie Suriname (VPAS). Ze spant zich al vele jaren in als ambassadeur van drielingen. “Het gezin is de hoeksteen van elke samenleving. Kinderen moeten in de gelegenheid gesteld worden gezond en gelukkig op te groeien. Dit kan door liefhebbende ouders, goede voeding en goede huisvesting.
Bij de geboorte van een drieling is elke uitgave die men normaal doet bij de geboorte van één kind, te vermenigvuldigen met drie. Dat is een zware opgave, zeker als de moeder alleenstaand is.
Al enkele jaren is er voor drielingouders een ondersteuningspakket van de overheid, maar omdat er steeds achterstanden zijn met de uitbetaling, komen deze gezinnen in financiële problemen. Zij zijn dan aangewezen op hulp van organisaties en het bedrijfsleven. Stichting VPAS ondersteunt door navraag te doen bij de bevoegde instelling en levert waar mogelijk een financiële bijdrage.
“De aandacht voor de geboorte, maar ook voor goede zorg en opvang van drielingen, zal altijd prioriteit moeten genieten van de gemeenschap en de overheid. De voorzieningen vanuit de overheid dienen op tijd uitgekeerd te worden. Even belangrijk als de financiële ondersteuning, is de ouder- en kindbegeleiding. Dit zal moeten gebeuren vanuit een systeem: het ziekenhuis doet aangifte van de geboorte van de drieling bij het ministerie van Sociale Zaken. De drieling wordt geregistreerd, krijgt bezoek, er volgt een evaluatie van de gezinsomstandigheden waarop vervolgens een ondersteuningspakket wordt samengesteld. Bij thuiskomst wordt de drieling niet alleen opgevangen door de familie, maar ook door een maatschappelijk werker en begeleiding (kraamzorg, red.) voor de baby’s. Zo kan de moeder in alle rust herstellen van de zware bevalling. Dat is de ideale situatie voor moeder en drieling; dan pas kunnen we zeggen dat de ‘opvang’ en ‘begeleiding’ goed is. Iedere keer als ik de baby’s eerst heb gezien in het ziekenhuis, teer en klein, anderen nog in een couveuse, en ik ze dan vele jaren later ontmoet en verneem dat het goed met ze gaat, vind ik dat geweldig.”
Hechte band
Evert, Nathalie en Oscar Adang vormen samen een 39-jarige drieling. Ze zijn erg aan elkaar gehecht. Oscar woont sinds kort zelfstandig met zijn gezin. “Dat is toch wel wennen hoor. Zo lang zijn we met zijn drieën geweest en dan kies je er ineens voor om van hen weg te gaan. Zo’n hechte band laat je niet makkelijk los. Maar gelukkig ben ik nog dagelijks bij hen.” De moeilijkste periode vond hij toen zijn broertje en zusje op school uit elkaar gingen.
Lees het hele artikel in het septembernummer van Parbode