Het chronisch blonde ogen syndroom
Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen, een lied geschreven door Thé Lau (†2015). Het lied werd de afgelopen zomer onder anderen gezongen door Typhoon, geboren en getogen in de buurt van Zwolle, en door Ali B., geboren in Zaanstad en getogen in Amsterdam. Typhoon en Ali B. kunnen samen nog zo mooi zingen, u in dat verre Nederland zult niet nalaten ons fijntjes op de hoogte te brengen van die exotische achtergrond van Typhoon en die buitenlandse afkomst van Ali B. Ik noem dat het ‘chronisch blonde ogen syndroom’. Ach, het is zo heerlijk zingen op een warme zomeravond op een groot plein met in je rechterhand een biertje en in je linkerhand een lichtje. En zo zongen en juichten we en we dansten allemaal, daar in dat land van Maas en Waal. Maar helaas, het bleef niet zo mooi, het werd afschuwelijk en verschrikkelijk.
Op donderdag 12 november vorig jaar komen er in Beiroet ruim veertig mensen om bij een aanslag van twee zelfmoordterroristen. Herinnert u zich dat nog? Op vrijdag 13 november komen er bij diverse aanslagen in Parijs meer dan 120 mensen om. Dat weet u toch nog wel? Ivan Cairo, journalist bij een bekend ochtendblad in ons land, maakt zich op 18 november boos, want die twee aanslagen krijgen in de media niet dezelfde zorg en aandacht. Terwijl ik via mijn ‘allochtonenschotel’ naar een Nederlands praatprogramma kijk en luister, moet ik begrijpen dat, wat betreft de onevenwichtige aandacht voor beide aanslagen, de journalistieke ‘wet van de nabijheid’ van kracht is. Een schietpartij op het erf van de buren beleeft een mens nu eenmaal anders dan een schietpartij op duizend kilometers afstand. Hoe dichterbij de aanslag is, hoe intenser de beleving. Wetten, daar moet je aan gehoorzamen, nietwaar? Het ‘chronisch blonde ogen syndroom’. Daarnaast is een moslim die zichzelf opblaast en in die verachtelijke daad onschuldige mensen meeneemt een terrorist. En dat is hij natuurlijk ook. Maar een blanke jongeman die in een kerk in de Verenigde Staten een aantal – zwarte – gelovigen doodschiet, omdat ze volgens hem ‘verdwaald’ zijn in een verkeerd geloof, krijgt de voorlopige kwalificatie ‘verdacht van moord’ mee. Verschillende woorden voor eenzelfde verachtelijke daad. Het zijn ‘maar’ woorden, maar met woorden kunnen we de realiteit verscherpen, verzachten en verhullen.
De aanslagen in Parijs, daar zijn we mee bezig. Na die aanslag komt de minister president van Nederland, de heer Rutte, met een verklaring op de televisie. Wij vatten samen. Rutte is kwaad. Terecht. Wie niet? Hij condoleert Frankrijk. Terecht. Wij ook. Rutte vervolgt zijn betoog. Hij belooft ondersteuning. Immers, ‘wij delen onze waarden, wij delen onze beschaving. Onze veiligheid en onze vrijheid voorop’. En gaat hij verder: ‘het zijn aanslagen op onze manier van leven.’ Wij zijn gewend, om in het weekend ‘gewoon naar een restaurant te gaan’, een voetbalwedstrijd bij te wonen, of een concert te bezoeken. Op dat moment braken mijn beide Hollandse klompen. Wie zijn in Allah’s naam, die ‘wij’ waar mijnheer Rutte het over heeft? En wat is God hier en gunder ‘gewoon’?
Hoeveel mensen in Nederland en in de wereld kunnen het zich permitteren om‘gewoon’ naar een restaurant te gaan in het weekend, mijnheer Rutte? Hoeveel mensen in Nederland en in de wereld gaan elke avond met een akelig hongergevoel op een bed rusten of ‘gewoon’ op een broodmager matje dat op de kale grond ligt, mijnheer Rutte? Hoeveel mensen in Nederland en in de wereld kunnen het zich veroorloven om naar een concert te gaan, mijnheer Rutte? En hoeveel mensen moeten in een boom of lantaarnpaal klimmen om een glimp op te vangen van de voorstelling of wedstrijd? Als u dan toch zo graag bepaalde zaken wil verminderen, zou een bestedingsbeperking misschien een idee zijn? Minder uit eten, minder uitgaan, minder luisteren naar concerten? Allemaal een klein beetje minderen, dan kan er geld vrijkomen voor onderwijs. Trouwens, misschien is het ook een goed idee, mijnheer Rutte, om een paar bezoekjes te brengen aan scholen voor speciaal onderwijs, in het bijzonder in de grote steden. Op die scholen zijn de kinderen van ouders die niet lijden aan het ‘chronisch blonde ogensyndroom’ oververtegenwoordigd. Hoe zou dat komen? Zou de Schepper de verstandelijke vermogens ongelijkmatig verdelen over de mensheid, of is er sprake van een marginalisering die al begint op de scholen? Marginalisering, ook zo een mooi woord. En aan al die ouders en hun leiders van allochtone afkomstzou ik willen zeggen: maak ruimte vrij in uw gebedshuizen en zet deskundige mensen in voor intensieve onderwijsbegeleiding.
Weet u wat, ik ga een ander liedje zingen, een liedje uit een ver verleden, toen alles nog ‘gewoon’ was: ‘Ik ben zo blij dat ik een stukje van de wereld ben…. en dat ik mee mag doen met al wat leeft.’Mijn vraag is: mogen we werkelijk allemaal meedoen? Kunnen we ook allemaal meedoen? En willen we uiteindelijk nog allemaal meedoen? Neem nou bijvoorbeeld de heer S. Saverimuthu, 26 jaar, een schat van een jongen, nette ouders, keurig Hbo-diploma op zak. Hij wilde graag. Hij kon ook prima. Hij mocht niet. Hij heeft uiteindelijk zijn eigen weg gevonden. Hoe komt het toch dat hij niet mee mocht doen, mijnheer Rutte? Ja, wij zijn allemaal een stukje van de wereld, maar die stukjes verschillen wel heel erg van vorm, van kleur, van omvang. En het heeft er de schijn van dat er een relatie is tussen de kleur en de omvang van het stukje. Ach, lieve mensen, wij wonen allemaal op deze wereld, maar deze wereld is nog lang niet van iedereen, althans niet in gelijke mate. Nou hoop ik maar dat Thé Lau is gecremeerd en niet begraven.