Het ‘ergste drama’ dat Suriname wakker schokt
Het sloeg in als een bom. Een vader die in februari bij een zelfmoordkamikaze zijn drie jonge kinderen meesleurt. Het debat over zelfmoord,maar ook over huiselijk geweld is geopend. Deze sluimerende tragedie had voorkomen kunnen worden. Een pandit: “Ik wil dan ook de gemeenschap oproepen om niet met ruzie te blijven zitten en alert te zijn.”
Hun afwezigheid is indringend merkbaar in het huis van Radhna’s ouders. De drie kinderen zaten er zo vaak dat zelfs de helft van hun kleren daar lag. De leegte weegt zwaar. Nog zo kort geleden speelden ze hier, maakten ze lawaai, veroorzaakten ze drukte. Nu is er een lege vloer. Stilte. Geen kinderstemmen op de achtergrond.
Vergeven
Naar haar eigen huis is de jonge weduwe, Radhna Nibar-Mirchi (24), nog niet teruggekeerd. Het leeghalen stelt ze even uit. Eén bed zal ze houden, de andere schenkt ze aan armen, alsook een deel van de kleren van haar kinderen. Nu trekt ze een jaar in bij haar ouders, concrete toekomstplannen heeft ze nog niet. Wel speelt ze met het idee om te gaan studeren en daarna te werken.
Radhna’s moeder zit zwijgzaam in de zetel. Haar gezicht kan de pijn niet verbergen. Zonder dat haar dochter het hoort, bekent ze dat het niet zo goed gaat. “De enige reden dat ik me sterk houd, is zij”, zegt ze zacht. “Wanneer het echt niet lukt, ga ik apart zitten zodat ze mijn verdriet niet kan zien.”
Overdag kan Radhna zich wel bezighouden, maar zodra ze alleen is, krijgt ze het moeilijk. “Dan spelen de gebeurtenissen zich als een film af in mijn gedachten.” De auto die gevonden wordt, de begrafenis en crematies. Was ze sneller in de auto gestapt, dan was het niet gebeurd, sluimert door haar hoofd.
“Ik heb Soerinder vergeven. Hij is er niet meer, dus waarom zou ik hem niet vergeven? Hij hield heel veel van me”, zegt ze zonder twijfel, “en ik ook van hem. Ik wil niet dat er nog iets slechts wordt geschreven over hem.” Veertien was ze toen ze haar toekomstige man leerde kennen. “Een nieuw leven met een andere man, dat lukt nooit meer.”
Als een bom is het drama ingeslagen. Ook nationaal. Een vader sleurt in zijn zelfmoordkamikaze willens en wetens zijn drie kinderen mee de dood in. Dat maakt het een van de ergste drama’s die Suriname gekend heeft. Voor menigeen zelfs “het ergste”. Soerinderkoemar Nibar krijgt ruzie met zijn vrouw in de auto en laat haar uitstappen. Hij dreigt met zelfmoord waarin hij de kinderen zou meesleuren en voegt daad bij woord. Een dag later wordt de auto uit de Saramaccarivier opgevist. Radhna blijft alleen over.
Massa
Naast verontwaardiging, ongeloof en onbegrip is er vooral ook solidariteit. Drie crematies en een begrafenis, dat kost wat. Luisteraars van radiozender Sangeetmala wilden geld inzamelen voor de weduwe, andere radiostations volgden. Zelden kwamen maatschappelijk en politiek Suriname zo op de been voor de uitvaart van tot dan nog onbekende burgers. De Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) was voorbereid op de massale opkomst. Op het terrein van partijcentrum De Olifant, was een tent geplaatst en in voldoende stoelen en water voorzien. Ook de ordedienst was aanwezig, die normaal actief is op andere bijeenkomsten van de partij. Een rij van tientallen meters om een laatste groet te brengen. Tot ver buiten de tent schoven de rouwenden aan, hier en daar onder een paraplu om niet te bezwijken in de blakende zon.
Onafgebroken keek Radhna naar de kisten met een mengeling van wanhoop en ongeloof. Alles leek aan haar voorbij te gaan: de immense opkomst en daarbovenop de aanwezigheid van president Bouterse en Jennifer Geerlings-Simons, voorzitter van de De Nationale Assemblee.
Volgens het hindoeïsme was de eenjarige Ishaan te jong om gecremeerd te worden. Na zijn begrafenis vonden de crematies van vader Soerinder, zesjarige Tuchal en driejarige Shereja plaats op Weg naar Zee. Iedereen stond rond de brandstapels gedrumd, persfotografen wrongen zich ertussen en wanneer er beweging kwam in de massa, hielden mensen zich aan elkaar vast om niet te vallen.
Nooit verwacht
Ook voor de moeder van Soerinderkoemar, Dhanradjie Nibar, was het overweldigend. “Dat ik de president ooit een hand zou geven, had ik echt nooit verwacht”, vertelt ze enkele dagen later bij haar thuis in Wanica. “Op dat moment was ik even vergeten wat er gebeurd was. Ik had nooit gedacht dat ik zoiets zou meemaken en dat er zoveel mensen om me heen zouden zijn.” Maar velen liepen haar familie gewoon voorbij, zonder te condoleren. “Iedereen zegt dat mijn zoon een moordenaar is, maar ze vergeten dat ik moeder ben. Beide moeders moeten getroost worden. Sommige mensen hebben mij uitgescholden, maar misschien moest ik het horen. Misschien heb ik dat verdiend”, mijmert ze triestig voor zich uit.
Dat haar zoon zelfmoord zou plegen, heeft ze niet zien aankomen. “Ik had een goeie band met Soerinder, maar we hadden wel eens ruzie. Hij was als kind heel erg agressief. Hij deed enkel wat hij zelf wilde en luisterde naar niemand. Echt naar niemand. Ook niet naar ons. Maar ik weet niet waarom hij dit gedaan heeft. Niemand weet het.”
Van haar vijf kinderen blijven nog twee over. Een dochtertje stierf heel jong de verdrinkingsdood en een ander zoontje pleegde eveneens zelfmoord. “Hij was ook erg agressief. Elk verlies was een verrassing. Het mag niet meer opnieuw gebeuren, dat zou ik niet meer aankunnen.”
Volgens haar hielden Radhna en Soerinder enorm veel van elkaar. “Ze hadden te veel liefde voor elkaar”, zegt ze. “Hij werd jaloers, zij werd jaloers. Daarom ontstond er vaak ruzie, heb ik begrepen. Ze waren zo verliefd dat ze niets konden verdragen. Hij is agressief geweest tegen haar. Ze zijn vaak uit elkaar gegaan, maar zijn ook altijd teruggekeerd omdat hun liefde te groot was.”
Dat was subtiel merkbaar tijdens de crematies. Radhna, die voortdurend ondersteund moest worden, stond bij de brandstapel van haar kinderen, maar haar laatste wens was ook die van haar man te zien, wat verderop.
Opluchting
Tijdens de uitvaart werden de families niet alleen medisch, maar ook psychologisch bijgestaan door het traumateam van het Psychiatrisch Centrum Suriname. Henk Amstelveen, hoofd van het PCS, heeft ook de klas van Tuchal bezocht. “Ze hebben afscheid genomen van hun klasgenootje. Ieder mocht een boodschap voor hem schrijven op een blaadje. Die hebben we daarna aan ballonnen bevestigd en de lucht in gelaten. Verder hebben ze tekeningen gemaakt over hoe ze zich voelden. Tuchals plaats in de klas was plotseling leeg. De leerkracht had er een kaarsje gezet, maar dat kan niet een jaar zo blijven. Dus hebben ze zijn bank buiten geplaatst, zodat de kinderen Tuchal konden loslaten.”
Ook het Bureau Slachtofferzorg is betrokken bij de familie. Enkele dagen na de crematies staat coördinator Asha Naipal op het punt om de vader van Radhna te bellen, wat ze dan bijna dagelijks doet. Het is opmerkelijk hoe diep het verhaal reikt bij de hulpverleners. Na het telefoontje is de sfeer compleet anders. Een van opluchting. Ze heeft Radhna zelf aan de lijn gehad en ze praatte. Een eerste lichtpuntje in een lang rouwproces. Er wordt gevreesd dat ze na de rouwperiode in een zwart gat valt. Tien dagen lang is er altijd iemand om hen heen, maar na die periode begint de aandacht te verzwakken. Iedereen gaat door met zijn leven en dat zal Radhna ook moeten doen. “Het enige wat haar nu echt zal helpen is praten, praten, praten. Op die manier moet ze opnieuw weerbaar worden”, legt Asha Naipal uit.
Voorkomen
Het drama heeft het debat over zelfmoord geopend. Reshmie Bihariesingh van U-Care en Kitty Guicherit van Infocus Productions zetten een bewustwordingscampagne op met de boodschap ‘Jouw leven is mij dierbaar!’ Ook het hoge aantal zelfmoorden binnen de Hindostaanse gemeenschap komt wederom ter sprake. Pandit Sieuw Ghisaidoobe, de huispandit van het gezin Nibar, vindt dat de Hindostanen weinig praten over hun problemen. “Ze blijven gesloten en vertellen niets aan een derde. Nu zie ik wel dat in gemeentelijke kringen praatgroepen ontstaan. Die zijn toegankelijker dan officiële instanties. Er komt pas verandering nadat er iets schokkends is gebeurd. Ik denk dat mensen meer zullen nadenken bij ruzie in hun relatie. Ze zullen terugdenken aan het drama en de problemen misschien sneller aanpakken.” Ghisaidoobe denkt dat deze sluimerende tragedie voorkomen had kunnen worden als de autoriteiten op een juiste manier gehandeld hadden. De familie, maar ook de politie heeft geweten dat er een serieus probleem van huishoudelijk geweld was. “Bepaalde instanties hadden bij een signaal in moeten grijpen. Maar ook het gezin zelf had op een normale manier de problemen moeten aanpakken.”
Pandit Shyam Mahadew Missier, de gezinswoordvoerder tijdens het drama, wil niemand met de vinger nawijzen, maar denkt ook dat de politie maatregelen had moeten treffen, zoals een speciaal team sturen. “Het gezin had natuurlijk ook de problemen kenbaar kunnen maken. Ik wil dan ook de gemeenschap oproepen om niet met ruzie te blijven zitten en om alert te zijn.”
Tijdens de uitvaart kregen we dezelfde boodschap van hoogwaardigheidsbekleders. “Naast ons verdriet en de omvang van deze ramp, moeten we aandacht schenken aan het debat over zelfmoord”, sprak DNA-voorzitter Jennifer Geerlings-Simons. “Het is geen eenvoudig vraagstuk, dus we moeten ons erover buigen als één samenleving. De overheid kan zoveel doen, maar ik roep ook de gemeenschap op om ieder in zijn omgeving, religieuze groepering, gemeente, op te letten, zodat we nog tijdens het leven kunnen ingrijpen en ondersteunen.”
Heimwee
Voor Radhna en haar gezin is het allemaal te laat gekomen. Tijdens het gesprek gaat de telefoon enkele keren. Er wordt gebeld naar aanleiding van wat er in een krant verschenen is: er staat verkeerd vermeld wie het ingezamelde geld heeft ontvangen. Radhna klinkt vermoeid. Bij de overhandiging zelf was ook al duidelijk dat het haar weinig kon schelen. De financiële steun is natuurlijk welkom, maar het gedoe eromheen niet. Tijdens het wachten op ‘de media’ rees een discussie tussen de twee pandits over enkele afspraken. “Hiermee kunnen ze mijn man en kinderen niet terugkopen!”, riep Radhna plotseling. Het werd haar duidelijk te veel. Een ongepaste reactie volgens verschillende mensen, vertelt ze enkele dagen later.
Een jaar zal ze rouwen. Ze prutst aan haar witte rok, die tot haar enkels reikt. “Soerinder zou deze niet mooi gevonden hebben. Hij hield ervan als ik leuk gekleed was, dus geen lange rokken”, vertelt ze met een dromerige blik. “Ik droeg ook heel graag sieraden. Zelfs al was ik alleen thuis, toch droeg ik altijd oorringen, kettingen, armbanden en ringen. Nu zal ik die een jaar lang niet dragen.” Heimwee klinkt door haar weemoedige stem.