Het gevaar van de relibarbaar
Als we in Suriname ergens trots op mogen zijn, dan is het wel de vreedzame wijze waarop verschillende religieuze groepen met elkaar omgaan. Maar hoe lang nog? Want zich christelijk noemende relibarbaren dreigen de verdraagzaamheid behoorlijk te verstoren.
Terwijl de traditionele christelijke kerken al sinds jaar en dag steeds meer terrein verliezen, schieten pinkstergemeenten en meer vage kerkclubjes als paddenstoelen uit de grond. Dat is niet alleen in Suriname zo, ook in andere landen waar het gezag van de katholieke en protestantse kerken eeuwenlang vanzelfsprekend en onaantastbaar leek, zijn gelovigen zoekende en proberen hun heil ergens anders te vinden. Op zich is daar niets mis mee. Bovendien gelooft men in elke kerk in dezelfde God, de Boodschap is vaak alleen anders verpakt. Dat geldt ook voor de honderden pinkstergemeentes in ons land, waar die Boodschap doorgaans op theatrale en opzwepende wijze wordt gebracht, met voorgangers die evengoed stand-up comedians zouden kunnen zijn. Kom daar maar eens om in bijvoorbeeld de katholieke kerk. Maar helaas zitten er bepaalde kerkgemeenten tussen, die weinig respect kunnen opbrengen voor de denkbeelden van andere religieuzen.
Dat bleek maar weer eens begin november, toen een groep gelovigen, merendeels leden van Bribi Ministries, de activiteiten in verband met Divali op grove wijze verstoorden. Bribi had vergunning gekregen voor het houden van de zogeheten ‘1000 Mannen Loop’. Christelijke mannen, vreemd genoeg de ‘stootgroep’ van Bribi genoemd, begonnen en eindigden samen met onder meer parlementariër Carl Breeveld op het Onafhankelijkheidsplein een mars door het centrum van Paramaribo. Het waren er bij lange na geen duizend, desondanks was het geruime tijd heel gezellig. Maar bij terugkeer op het plein sloegen bij sommigen de christelijke stoppen door en ging het mis. Het scheelde maar een haartje, of het was tot een opstootje of nog erger gekomen. Met christelijke muziek die met een overdosis aan decibellen uit jukeboxen schalde en opzwepend hallelujagebral van voorgangers, werd totaal geen rekening gehouden met mensen die de Divaliviering bijwoonden. Tot overmaat van ramp eistte Bribi dat de grote dia, die traditioneel rond Divali op het Onafhankelijkheidsplein staat, zou worden verwijderd. Dat gebeurde uiteindelijk niet, maar de organiserende Culturele Unie Suriname (CUS) voelde zich dusdanig bedreigd door de mannen, dat ze het maar afdekte. Ondertussen dropen veel mensen die speciaal op de Divaliactiviteiten waren afgekomen, vanwege de grimmige situatie af. Clifton Hornberg van Bribi Ministries waste later zijn handen in onschuld. ‘Wij zijn uitbundig. We zingen, dansen en schreeuwen halleluja. We gaan ons niet inhouden om hen.’ Vreemde opstelling voor iemand die de mars juist heeft georganiseerd om aandacht te vragen voor christelijke normen en waarden. Maar wie Bribi een beetje kent, zal zich niet verbazen. Zoals veel Pinkstergemeenten belooft deze het paradijs, maar gelovigen moeten vooral een stevige duit in het collectezakje doen zodat de voorgangers en andere leidinggevenden een goed leven op aarde kunnen leiden. En o ja, en passant ‘genezen’ ze door een simpele handoplegging wel zieke mensen; de kreupelen kunnen weer lopen, de blinden weer zien. U kent dat soort wonderen wel. In feite hebben we in Suriname helemaal geen gratis zorgverzekering nodig en kunnen we de ziekenhuizen wel sluiten! Dat een groep Bribibarbaren zich zo laat gaan, zegt natuurlijk niets over het christendom. Maar dit soort praktijken zijn wel een teken aan de wand dat er ongewenste scheurtjes beginnen te ontstaan in de zo geroemde Surinaamse religieuze tolerantie en zijn zelfs gevaarlijk. Met aanwijzingen daartoe zijn we de afgelopen jaren wel vaker geconfronteerd. En altijd zijn het christelijke (Pinkster)gemeentes die in naam van God mot zoeken. De grootste branieschopper is zonder twijfel Steve Meye van de populaire Nieuwe Generatie Gemeente Gods Bazuin. Die komt regelmatig in opspraak door zijn wonderlijke gedachten en vreemde, zelfs schokkende uitspraken. Kort samengevat luidt zijn boodschap: als je niet in Hem (lees: Meye himself) gelooft, zal je bestaan ellendig zijn en zul je, als de tijd daar is, branden in de hel. Zo haalde hij zich in 2008 de woede van velen op de hals na de vliegramp op 3 april bij Benzdorp, waarbij negentien mensen op het leven kwamen. Dat ongeluk stond volgens hem ‘niet los van de afgodische en occulte praktijken van politieke bonzen’. Hij veegde vooral de vloer aan met Marrons en hun politieke voorman Ronnie Brunswijk. En vertelde doodleuk dat de watersnood van 2006 het werk was geweest van de duivel. Laat die man toch kletsen, zullen veel mensen zeggen. Maar niet vergeten mag worden dat hij tegenwoordig voor veel belastinggeld de religieus adviseur is van president Desi Bouterse, die zich in 1999 aansloot bij de kerk van Meye. In die hoedanigheid schopt hij zo nu en dan ook op politieke podia tegen zere benen. Echt luisteren doet Bouterse naar de adviezen van zijn goeroe trouwens niet: op de in 2010 door Meye met veel bombarie aangekondigde boetedoening van de president voor de gebeurtenissen tijdens de militaire dictatuur, wacht het volk nog steeds. Figuren als Hornberg en Meye vergeten echter één ding: mocht het door hen in het vooruitzicht gestelde paradijs bestaan, dan zullen ze te zijner tijd bij de poort ongetwijfeld moeten uitleggen waarom ze zich tijdens hun aardse bestaan in Zijn naam zo hebben misdragen. Hoe dat afloopt, zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen. Ondertussen moeten wij aardlingen maar met ze leren leven. En ze vooral niet te serieus nemen.