Het is nog niet zo eenvoudig om corrupt te zijn – Parbode Sneak Peek
De demonstranten die haast dagelijks in Paramaribo betogen tegen de enorm gestegen prijzen, worden gedreven door de steeds zichtbaar wordende armoede, die snel om zich heen grijpt en extra pijn doet nu de elite zich in weelde blijft wentelen. Er is de afgelopen jaren zoveel geschreven over corruptie en vriendjespolitiek, dat iedereen nu wel weet waar deze rampspoed vandaan komt. Het is wanbeleid, en graaicultuur. Ter verdediging roepen de corrupte lieden dat het door de gedaalde prijzen van onze grondstoffen komt. Door de wereldmarkt dus, waar zij niks aan kunnen doen. En dat klopt wel een beetje, want als de goudprijs zou stijgen naar 1800 US-dollar, zoals die eens was, dan zou de Staat al gauw honderden miljoenen US-dollar extra ophalen, bijna de helft van de hele begroting.
Maar het zijn helemaal geen massale demonstraties tegen de dalende goudprijs. Daar gaat het niet over. De demonstranten zijn niet gek, ze zijn moe. Moe van de wijdverspreide corruptie en moe van de falende regering, die, toen de prijzen hoog waren, zo wijs hadden moeten zijn iets opzij te zetten. Maar ze deden het omgekeerde. Er werd als een dolle geld uitgegeven, vooral aan infrastructuur, want als ergens gemakkelijk geld onder tafel kan verdwijnen dan is het wel op Openbare Werken. Zo stond er na wat ‘wegwerkzaamheden’ voor SRD 2,5 miljard aan facturen open, toen opeens de staatskas leeg bleek. Van die 2,5 miljard was vermoedelijk door de aannemers al tussen de 10 en 20 procent aan smeergeld afgegeven, anders kregen ze de opdracht niet. Pas toen de buit – nog in harde SRD’s – binnen was, konden de facturen worden betaald. Jaren later, met bijgedrukt geld. Deze economische doodzondes leiden steevast tot devaluatie, en zo geschiedde. Kan je dus vaststellen dat macroeconomische wijsheden voor deze regering te hoog gegrepen zijn, op een eenvoudiger niveau gaat het ook al mis. Als je erkent een grondstoffeneconomie te hebben, faciliteer die bedrijven dan, maak het ze naar de zin.
Maar het tegenovergestelde gebeurde. Zo zag goudmaatschappij IamGold af van een investering van 150 miljoen US-dollar, omdat er ruim duizend illegale goudzoekers op de beste plekken van haar concessie aan het werk waren. De regering weigerde in te grijpen, nog een wonder eigenlijk dat het bedrijf gebleven is. Suralco daarentegen, geloofde er niet meer in en sloot haar fabriek met duizenden werklozen tot gevolg. De Surinamerivier zou uitgebaggerd worden, maar het contract werd opgezegd. Zo slibde de rivier verder dicht en konden de al kleine schepen nog maar half geladen vertrekken, waardoor ze de keiharde concurrentiestrijd met grote ertslanden als Brazilië en Australië verloren. Ook over nieuwe transportroutes naar nog onontgonnen bauxietreserves bleef Suriname relaxed achterover leunen.
Het hele artikel is te lezen in het juninummer van Parbode.