Het Javanisme
Agama Jawa of Javanisme, het oorspronkelijke geloof van deJavanen is een mengvorm van Animisme, Hindoeïsme en Boeddhisme. Van de latereIslam zijn ook sommige gewoonten overgenomen. Vanaf voor de geboorte tot aan dedood speelt het getal zeven een belangrijke rol bij de rituelen, terwijl demens centraal staat bij dit geloof. Een tipje van de Javaanse sluier.
Een met krijt beschreven restant hout. Zo is de afslag van Boxel aangegeven. In een zijweg waarin niet minder dan vijf families wonen, staat het huis vanSaptoSopawiro.De gepensioneerde machinist is woordvoerder van de Federatievan het Javanisme en een van de weinigen die nog de kunst verstaat om deWajang-poppenvoorstelling op te voeren. “Taal is de basis van elke cultuuren in elke cultuur zit religie,” begint de gastheer. “In de voorstelling,in de muziek, je vindt het overal wel in terug. Om het Javanisme dus tebegrijpen,moet men de taal en de cultuur kennen. Men doet soms dingen waarvanmen de betekenis niet weet. De ouders hebben het zo gedaan, dus daarom doen ze het ook zo.” Zelf heeft Sopawiro de wetenschap over het Javanisme overgenomenvan zijn vader die een fanatieke belijder was van dit geloof.
Mitoni
Als hijover de rituelen vertelt, begint Sopawiro niet bijde geboorte maar bij demitoni: de zevende maand van de eerste zwangerschap.“De dukun -een vrouw die erweet van heeft- geeft de aanstaande moeder een badmet zeven verschillendewateren waarin ze geurige bloemen heeft gedaan om hetlekker te laten ruiken.Als men op boiti woont, zoals ik hier, haalt men hetwater uit zeven putten. Woontmen in de stad dan vult men zeven kommen ofemmers met water uit de kraan. Degedachte hierachter is dat de mens uit zevendelen bestaat. “Bij de mitoni gaathet om de eerste zwangerschapservaring vande vrouw. De wens voor een veiligverloop van de zwangerschap en de geboortewordt versterkt wanneer de zwangereeen jonge kokosnoot op het hoofd houdt endeze laat rollen in de sarong die zevoor zich openhoudt. De opgevangen vruchtwordt daarna in het midden gekapt. Opde ene helft van de kokosbast is eenmannelijke wajangfiguur getekend, op deander een vrouwelijke. Een benauwdmoment voor de aanstaande vader, want de kapmoet in een keer gebeuren. “Hijmoet daarom eerst gaan oefenen en de houwer moetvlijmscherp zijn, want er zijnveel toeschouwers die naar hem kijken!
Het waterin de kokosnoot komt door de natuur, het is wateruit de morele orde. Dit water,wat in haar schoot druipt, wordt de baby en zois de baby uit de morele waardeontstaan. Om het eenvoudiger te zeggen: de manen de vrouw zijn bij elkaargekomen en het resultaat daarvan is een baby”
Dan krijgtde vrouw de keus uit zeven verschillende sarongsom de natte sarong teverwisselen, maar pas bij de zevende geeft ze degoedkeuring. “We zeggen dan datze nu gereed is om de dawet en roedja ‘teverkopen’ aan de aanwezigen.”
Debetekenis van het laatste geeft aan dat de Javaan al voorde middeleeuwen wisthoe tegenover de medemens te staan. Door de roedja ‘tekopen’ mag het kind laterniet discrimineren. De roedja is een pittigevruchtendrank en wordt gevuld metzeven verschillende vruchten. Na het ritueelgedeelte krijgen degasten deslametan -heilsmaaltijd- of zoals Sopawiro het omschrijft:eengemeenschappelijke religieuze maaltijd. Typerend bij deze rijsttafel isdeconische vorm waarin de rijst wordt gepresenteerd en omdat eenzwangerschapnegen maanden duurt, worden er voor de zwangere negen specialegerechten apartgemaakt. Dat sommigen de Sana Budaya afhuren voor de mitoni omzo het groteaantal gasten te kunnen ontvangen, bewijst dat men hoge waardehecht aan ditritueel. “Volgt de geboorte, de kelahiran”, vertelt Sopawiroverder, “dan wordter een verwelkomingdienst gehouden met kinderen. Er is dangeen slametan maarzeven soorten pap!” Volgens het geloof is de geboortedag degelukkigste dag vande mens. Om dit te beleven hoeft de Javaan niet een jaar tewachten. DeJavaanse telling rekent uit dat het na 35 dagen weerterugkomt. Wie de Javaan bezoekt weet door hetbrandende lampje voor dehuisdeur dat er een baby is geboren. Men weet ook welkgeslacht het is: linksvan de deur een meisje en rechts een jongen. “Om bozegeesten af te weren, wantpasgeboren baby’s zijn nog teer.” De placenta welkenaar huis is meegenomen,ligt onder de lamp begraven.
God
Een dag vantevoren was Sopawiro bezig geweest met eenbijeenkomst. Op het terras staat eengrote vlag in de kleuren rood, wit, geelen zwart, met in het midden eentekening van een menselijk figuur. Sopawirogeeft uitleg: “De kleuren zijn eenuitdrukking van de materiële aspecten vanhet bestaan. Rood zijn de oren -drift.Geel zijn de ogen -welgezindheid. Zwartis de mond -hebzucht. Wit, de zwakke, isde neus -je ademhaling, je leven, jevredig ziel en die moeten we sterker maken;al de andere zijn veranderlijk.”Sopawiro legt het eenvoudiger uit met zijnradio: “We weten dat er eenAlmachtige, een spirituele kracht, is in hetuniversum. Wij zijn de radio enGod is het station. Wat wij in het leven moetendoen is de frequentie versterken.En dit-wijzend naar het menselijk figuur-ishet grootste symbool van de Javaan.Het wordt gezien als de bijbel van hetJavanisme.”
Als deelvan de grootste Islamitische staat in de wereldontkomt de Javaan niet aan deinvloeden van de Islam. De besnijdenis, hetvasten en de veranderde jaartellingzijn daar enkele voorbeelden van. In detijd van de stamreligie bestond er aleen Javaanse jaartelling. Jaar 1 begon in78 N.C. Het zonnejaar bestond uit 365dagen en een maand uit 30 of 31 dagen.Invloeden van het Hindoeïsme waren hierinal merkbaar: de namen voor de dagenvan de week komen van het Sanskriet.
Maar sinds1633 is men, naar het voorbeeld van de Islam,overgestapt op het maanjaar, datuit 354 dagen, een maand uit 29 dagen, 12uren, 44 minuten en 9 secondenbestaat. Sopawiro maakt zelf de Javaansekalender; aan de hand van oudeingewikkelde berekeningen. De Sasi Sura-Nieuwjaar- is een hoogtepunt in hetjaar voor de Javaan. Sopawiro: “Menverwelkomt het nieuwe jaar met meditatie omlichaam en geest te zuiveren. 24uur lang, niet eten, drinken, praten en slapenen het liefst in de foetushouding.” Sopawiro zelf is er 3 dagen lang mee bezig:op zijn vaste plek,afgezonderd in een bosschage, niet ver van zijn woning.“Kies een stille plek,want men mag niet gestoord worden.” Sommigen die het tezwaar vinden, nemen omde zeven uren een pauze. “Je bent eigenlijk vrij om te bepalenhoe lang jebezig wilt zijn en in welke houding, maar wie God wilt zien ofkennen moet opdeze manier de Sasi Sura beleven.
Dood
Het huwelijk kan niet los gezien worden in dit geloof: hetis een ook onderdeel vande adat. Opvallend is de voorouder-verering. Op elkeplek waar een ceremoniewordt gehouden, de voortuin, eetkamer, of een andereplaats, is de satjen – hetfeestmaal voor de overledenen- te zien. Elkeversiering of decoratie metplanten, bloemen en bladeren heeft een symbolischebetekenis. Aan de bozegeesten moet duidelijk worden gemaakt dat er eenhuwelijkceremonie plaatsvindten dat ze moeten wegblijven, terwijl er met desatjen bescherming van devoorouders wordt gevraagd. Na een bad door de oudersen de dukun volgen er nogtal van plechtigheden die de dag tot een helebijzondere maakt.
Een van detradities waaraan men zich houdt, maar waarvanmen de rede niet weet, is dattijdens de wake het hoofd van de dode altijd naarhet noorden gericht moet zijn.De filosofie is dat wanneer de aardbol alsachtergrond tegen de mens wordtafgebeeld, we dan verticaal op aarde staan methet hoofd naar het noorden. Opdeze aarde hebben we geleefd, maar als westerven dan zijn we horizontaal opaarde. Het hoofd moet daarom gericht zijnnaar het noorden. Bij de sripahan -overlijden-heeft elk van de rituelen eeneigen betekenis. Het getal zeven komt weer sterknaar voren. Het wassen van hetlijk gebeurt met zeven soorten gekleurd water:het lichaam gaat terug naar zijnbestemming. Omdat het lichaam uit zeven delenbestaat, wordt deze aangekleedmet zeven lappen katoen of kledingstukken. Alseer voor de zeven delen van hetlichaam worden zeven grafstukken om de kistgelegd: het lichaam gaat terug naarde aarde; men weet nu dat de persoon niet opmaar in de aarde is.
De zevendeen laatste periode van rouw valt op de duizendstedag na de sterfdag. Hetanimisme gaat er vanuit dat er in de natuur, in elkmens en dier een ziel huisten dat deze het lichaam kan verlaten en na de doodkan blijven bestaan. Bij elkegelegenheid ligt daarom de satjen weer opgediend.
Adat
Sopawirowordt ook vaak gevraagd om uitleg te geven voor debuis over het Javanisme. “Inde woordenboeken wordt het met twee woordenaangegeven maar de juiste definitievan adat is een op religieuze grondenstoelend gewoonterecht. Op het wit trektSopawiro een horizontale lijn met eenbegin, midden- en eindpunt. “Hier begintde adat mee, met de geboorte. Dankrijg je de scharnierperiode waar je nog vanmening kan veranderen en een andergeloof kan aannemen. In het midden staat hethuwelijk. Je bent nu volwassen, jehebt een gezin, je kan je nu concentreren ophet geloof, je adat, en aan jeverplichtingen voldoen. Deze periode van huwelijktot de dood noemen we detroostperiode: je bent op zoek naar de juistebestemming.” Om het anders uit tedrukken zegt de woordvoerder: “De Javaan moetweten dat de grondgedachteuitgaat van de oorsprong en bestemming van bestaan.Men moet weten wat zijnoorsprong is, waar men vandaan komt, wat en wie men isen wat zijn bestemmingis.”