Het magische blokje
Een bouillonblokje gebruik je niet, dat zet je. En nergens ter wereld wordt in de keuken zo vaak een blokje gezet als in Suriname. Tientallen miljoenen gaan er op jaarbasis doorheen. Een kleine glimlach kan Irene Spangenthal, directeur van HEM Suriname en de enige officiële importeur van de ‘echte’ Maggiblokjes in Suriname, dan ook niet onderdrukken. Op haar kantoor aan het Kerkplein werpt ze een blik in haar papieren om een rekensom te maken waarvan de uitkomst, zo heeft ze even daarvoor al verklapt, gelijkstaat aan: massaal.
De som gaat als volgt. In de meest verkochte verpakking van Maggi zitten vijftig blokjes. In een case zitten daarvan 48 verpakkingen. Dat maal tweeduizend – het aantal dozen in een zeecontainer – en dat maal veertien, het aantal zeecontainers dat per jaar wordt afgeleverd in de haven van Paramaribo. Dan kom je uit op een bijna hallucinerend aantal van ruim 67 miljoen blokjes die jaarlijks geïmporteerd worden. De blokjes zijn afkomstig uit Guatemala en alleen van Maggi.
“En dat is alleen van de meest gangbare lijn”, voegt Spangenthal toe. “Je hebt ook nog een verpakking van honderd blokjes. Dan heb je nog de vegetarische blokjes, dat is ook een hardloper. En daarnaast zijn er ook nog tabletgevormde blokjes. Het is duizelingwekkend.”
De exacte samenstelling van het blokje is ook voor Spangenthal onbekend. Wel weet ze dat er verschillende soorten blokjes zijn en dat bij de productie rekening wordt gehouden met de specifieke culinaire en historisch bepaalde smaakvoorkeuren van een bevolking. De opgetrokken wenkbrauwen die Surinamers ten deel vallen wanneer ze hun koffers op Schiphol moeten openen en douaniers talloze zakken blokjes ontwaren, zijn dus onterecht. Het blokje van Suriname is anders dan het blokje van Nederland. Logisch dus, dat als je in Nederland de smaak van Suriname wilt proeven, je zorgt dat je het Surinaamse blokje in handen krijgt.
De smaak te pakken? Lees dan verder in Parbode!