Het magische blokje
Een bouillonblokje gebruik je niet, dat zet je. En bijna nergens ter wereld wordt in de keuken zo vaak een blokje gezet als in Suriname. Tientallen miljoenen gaan er op jaarbasis doorheen. We zijn vergroeid met het bouillonblokje.
Ramon Beuk, de beroemde televisiekok uit Nederland, stipte het onderwerp al aan in zijn kookboek Terug naar mijn Roti, dat hij maakte naar aanleiding van de gelijknamige televisieserie waarin hij in 2011 naar jaren afwezigheid terugkeerde naar zijn geboorteland Suriname. Hij beschrijft hoe hij ooit aan zijn moeder vroeg hoe men in Suriname kookte toen er nog geen Maggiblok bestond. Haar antwoord was even kort als veelzeggend: ‘Toen was er nog geen Surinaamse keuken.’
Het is bekend, bij iedereen, al vele generaties lang. Dat kleine, merkwaardige en mysterieuze blokje, is de absolute smaakmaker van de Surinaamse keuken. Vroeger kenden we ze vooral in felrode en –gele verpakking van het merk Maggi, tegenwoordig zijn ook veel andere merken populair. Maar ook al is het van een andere fabrikant, we blijven ze hardnekkig maggiblokjes noemen. Zoals we ook onze kleintjes een pamper omdoen, ook al gebruiken we massaal wegwerpluiers van andere merken.
Het blokje is geliefd bij iedereen, gebruikt door iedereen. Of het nou de Hindostaanse keuken betreft, de Javaanse of de Creoolse: je ontkomt er niet aan om tijdens het kookproces op een gegeven moment een graai te doen in de zak met blokjes om vervolgens boven de pruttelende pan het blok tussen duim en wijsvinger te verkruimelen.
Verder lezen? Koop dan nu de Parbode. Nog tot eind deze maand in de winkel en daarna verkrijgbaar via de redactie.