Het Pietendebat
De wind waait door de bomen en het gekissebis over Zwarte Piet steekt op. Dat gaat zo al een paar jaar. Sommige mensen nemen aanstoot aan het personage van Zwarte Piet in de Sinterklaasfolklore. Andere mensen beseffen opeens dat dit de wezenskern van hun Nationaal Erfgoed uitmaakt: tot hier en niet verder. Nederland staat pal..
Het Sinterklaasfeest is het mooiste feest dat ik ken; het begint met de officiële entree van de goedheiligman, een optocht door de stad voor kinderen met hun ouders. Op de dag zelf verschijnen verklede figuren die zich van huis tot huis spoeden om de kinderen te vermaken. Er wordt verteld dat ze bij nacht over de daken rijden, om cadeautjes door de schoorsteen te gooien. Vandaar dat kinderen hun schoen zetten bij de centrale verwarming. Je mag het als klein kind geloven, maar in dit geval wordt de geloofsafval je door niemand kwalijk genomen. In de klas en in het huisgezin maken groot en klein presentjes, fraai verpakt, surprises met zelfbedachte gedichten. Kortom, het is een openbaar festijn en een particulier feestje, het gaat om legendes en rituelen, om uitwisseling en eigen creativiteit. Mooier kan niet. Voorop in de hele folklore loopt een verklede bisschop: ‘Sinterklaas’. Is dat antipapistisch of juist heimelijk rooms? Ik heb geen idee. De meeste mensen zullen er wel helemaal niets bij denken. In vroeger jaren zag je nog wel eens een plaatje van drie baby’tjes in een kuip: dat waren de kinderen die de heilige Nicolaas van Myra had gered uit handen van de Joodse slager die juist van plan was om ze te koken en te fileren. Dat detail is na de oorlog discreet weggewerkt uit respect voor de Joden, toen ze inmiddels merendeels verdwenen waren. Er zijn in die naoorlogse jaren nog wel meer gênante kleinigheden weggepoetst, bijvoorbeeld uit de plaatselijke passiespelen (‘eeuwenoude volkstraditie!’): de wat al te enthousiaste uitbeelding van de Joden die Christus’ kruisiging verlangden. Traditie kan dus best voortgaan en toch veranderen. Sinterklaas is een volksfeest én een feest voor thuis en in de klas. Je zou toch willen dat iedereen daar aan kan meedoen en er volop plezier aan beleeft. Nu blijkt dat mensen die alweer een half mensenleven in Nederland wonen die rare donker geschminkte kereltjes kwetsend blijven vinden. Het zijn meest donkere mensen, daar zal het van komen. En, inderdaad, met regelmaat worden zwarten in Nederland voor Zwarte Piet uitgemaakt en dat is kwetsend. Maar zo hadden de vanoudse Nederlanders het nooit bekeken. Eerlijk niet. Verdraaid, nu je het zegt, het is inderdaad te mal voor woorden. Dat is de bedoeling niet. Nou, dan schilderen we die Pietengezichtjes voortaan in bonte kleuren. Wat maakt het uit? Zwarte Piet wordt Bonte Piet. Toch gaat het om principes. Ten eerste, de erkenning dat nu in Nederland heel veel donkere mensen wonen, voor een groot deel met een andere culturele achtergrond. Die horen er allemaal bij. Ten tweede gaat het om iets dat tegenwoordig ‘wederzijds respect’ heet, maar wat gewoon beleefdheid is: anderen ontzien. En dat kun je ook van die anderen verlangen. Sint, breng ons dit jaar een doosje schmink in alle kleuren van de regenboog.
De auteur is emeritus universiteitshoogleraar sociale wetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Dit artikel is eerder verschenen in NRC Handelsblad in oktober 2013