Het Surinaams ‘succesverhaal’ dat bijna misging – Parbode Sneak Peek
Aanvankelijk leek Suriname een ‘succesverhaal’ te worden in de strijd tegen de COVID-19-pandemie. Toen op 13 maart 2020 het eerste coronageval zich aandiende, werden de grenzen meteen gesloten. Niemand mocht via land, water of de lucht Suriname meer in. Ook gold verplichte en ‘bewaakte’ quarantaine van twee weken voor wie uit het buitenland kwam. Het land ging haast als vanzelf en zonder gemopper in lockdown.
Tekst Iwan Brave
Terwijl in de buurlanden Guyana, Frans-Guyana en Brazilië de besmettingen gestaag toenamen, hadden we hier eind mei ‘slechts’ twaalf besmettingen en één dode. Maar daarna ging het ineens met grote sprongen en stond enkele dagen later de teller op 74 besmettingen. Er gold van 4 tot en met 12 juni een ‘totale lockdown’ van zes uur ’s middags tot zes uur ’s ochtends.
Desondanks bleef het hard gaan. In die periode werd de tweede coronadode genoteerd tegenover 130 besmettingen, oplopend naar bijna vijfhonderd eind juni. Juli en augustus ontpopten zich tot de ‘heftigste’ maanden, met regelmatig zestig tot meer dan honderd nieuwe besmettingen per dag erbij. 15 augustus noteerde een recordaantal van 123 besmettingen en vijf doden. Het totaal was daarmee ruim 2650 besmettingen en 42 doden. Ondertussen was de dreiging van ‘overspil’ groot vanuit Frans-Guyana, waar geen stringent quarantainebeleid gold en de besmettingen torenhoog opliepen. Na eerdere versoepeling van de coronamaatregelen, werd weer een avondklok ingesteld. Begin oktober werd de magische grens van vijfduizend besmettingen bereikt. Op dat moment waren ruim 4800 personen genezen, terwijl al 106 mensen waren overleden.
Tot zover de kille cijfers. Wat ging ogenschijnlijk zo ineens mis? Christiaan Max Huisden, moleculair bioloog en richtingscoördinator Milieuwetenschappen van de Anton de Kom Universiteit van Suriname, volgde al sinds januari de COVID-19-ontwikkelingen in China op de voet. Hoe ernstig het zou worden kon Huisden niet inschatten, maar wat zich daar afspeelde was ‘alarmerend’. Op basis daarvan schreef hij brandbrieven naar onder meer het parlement, de ministeries van Volksgezondheid en Buitenlandse Zaken, het Bureau Openbare Gezondheidszorg (BOG) en het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR).
“Natuurlijk moet je het bezien binnen de context van jouw medisch systeem. En met een matige opvangcapaciteit zoals in Suriname moet je extra behoedzaam zijn”, zegt Huisden, die daarom pleitte voor hermetisch sluiten van de grenzen en ‘zero tolerance’.
De moleculair bioloog werd uitgenodigd door het BOG; het werd een ‘vruchtbaar gesprek’. Tot na de verkiezingen van mei hield Huisden nauw contact met het BOG en het Centraal Laboratorium. Delen van zijn adviezen zag hij terug in het beleid. “Zeker tot vóór de verkiezingen zijn zaken relatief goed aangepakt en strak in toom gehouden”, vindt hij. Maar tijdens de verkiezingen en de aanloop erheen kwam ‘onvermijdelijk het verslappen’. Er werden huis-aan-huiscampagnes gevoerd met de nodige voorzorgsmaatregelen, maar ‘effectieve preventie’ was niet mogelijk. “Dat heeft uiteindelijk bijgedragen aan een significante toename van het aantal besmettingen, opnames en sterfgevallen”, zegt Huisden.
Bestrijdingsaanpak
Doordat het coronavirus relatief laat zijn intrede deed in Suriname, waren er internationaal genoeg voorbeelden van hoe het niet moest qua bestrijdingsaanpak. Dit zegt infectioloog Stephen Vreden, lid van het Nationaal COVID-19 Managementteam. “Wij hadden al een plan opgesteld over wat te doen als zich hier het eerste coronageval zou voordoen.” Besloten was alle positief geteste personen gelijk te isoleren en verplichte quarantaine voor wie in contact met hen is geweest.
Lees dit artikel verder in de speciale decembereditie van de Parbode
In deze editie ook de meningen van vele burgers over de COVID-19-situatie en de resultaten van een door Parbode gehouden enquête