Het tweede leven van de petfles
Overal zie je ze liggen: lege petflessen. In Suriname lijkt het een gewoonte, bijna een must, om deze achteloos na gebruik weg te gooien. En dan niet in de vuilnisbak, nee gewoon wherever. De gevolgen voor het milieu zijn desastreus. Iedereen weet het. Zelfs de overheid. Toch heeft de overheid geen beleid om dit probleem aan te pakken, dus hebben enkele producenten –hoe kan het ook anders– zelf het initiatief genomen om lege flessen in te zamelen. Moe van het wachten op de overheid.
Ze hebben allebei net een flesje water gekocht. Twee jongens lopen op hun gemakje van de winkel naar hun auto. Een van hen heeft flinke dorst en neemt vlak voor hij instapt al de laatste slok. Hij draait de dop op het lege flesje en gooit het een meter of twintig voor zich uit. Om er vervolgens met zijn auto bijna overheen te rijden.
Dit is slechts een voorbeeld van hoe de petfles de afgelopen jaren onderdeel van het straatbeeld in Suriname is geworden. Zelfs in het binnenland groeien de stapels lege flessen. Want de stijgende productie van de bottelaars in de afgelopen jaren heeft automatisch tot gevolg dat er meer afval is. Langs de kant van de weg, in de rioleringen of gewoon in de natuur. En wie ruimt dat op?
Bij gebrek aan actie vanuit de overheid heeft een aantal bottelaars besloten een deel van het probleem op te lossen. “In 1999 zijn wij al begonnen met het inzamelen van lege flessen”, vertelt Guno Cruden, werkzaam bij frisdrankfabrikant Fernandes. “Jaarlijks halen we zo’n twee miljoen flessen uit het milieu. Dat lijkt veel, maar er is berekend dat dit nog maar vier of vijf procent is van het totaal aantal petflessen dat Suriname jaarlijks binnenkomt.”
Ook al wordt de frisdrank van Fernandes in Suriname gemaakt, de plastic flessen komen uit Mexico en Honduras. Een anderhalve literfles komt binnen als een dikke plastic reageerbuis met een lengte van ongeveer vijftien centimeter. Er kan zo een dop op gedraaid worden, maar veel vloeistof kan er nog niet in. “De pre-forms worden in de fabriek opgeblazen tot de grote flessen die we in de winkels hebben staan. En voor de kleine flesjes hebben we kleinere pre-forms”, legt Cruden uit.
Bewustwording
“Vroeger hadden we vooral flessen van glas. Maar PET, het soort plastic waar onze flessen nu van zijn gemaakt, bleek een veel gemakkelijker materiaal. Het glas verdwijnt, we hebben nog maar één maat verpakking van glas. PET is makkelijker en veiliger voor de consument.”
Maar de stapels gebruikte petflessen worden hoger en hoger. “Omdat er vanuit de overheid totaal niets wordt gedaan, hebben wij besloten de bewustwording via de scholen op ons te nemen”, zegt Cruden. Kinderen worden aangespoord om flessen in te zamelen, wie de meeste flessen bij elkaar krijgt kan mooie prijzen winnen. Maar: alleen de Fernandes-flessen tellen mee.
Ook waterbottelaar Para Springs organiseert een eigen inzamelingsactie op scholen. “Vorig jaar deden er 25 scholen mee, om in drie maanden zoveel mogelijk Para Springs-flessen in te zamelen”, aldus productmanager Vere Baumgart. “We zamelden er 63.000 flessen mee in. Dat is veel minder dan de hoeveelheid flessen die wij in omloop hebben, het is nog niet eens twee procent.” Daarom heeft de bottelaar het aantal scholen en het aantal maanden dit jaar verdubbeld. “We zijn gefocust op scholen, omdat we vinden dat dat de beste plek is om te beginnen. En via de kinderen creëer je ook bewustwording bij de ouders, want zij geven de flessen aan de kinderen mee naar school.”
Dagtaak
Clyde Vyent heeft een dagtaak aan deze scholen. Hij haalt namens de bottelaars de lege flessen op. De ene dag doet hij de scholen in het centrum, dan weer Zorg en Hoop of een andere wijk. “De Blijdschool, die heeft er altijd wel veel”, weet hij. Aangekomen op het schoolplein blijkt dat hij niets te veel heeft gezegd. Hard werken is het niet voor Vyent: de leerlingen laten hun spierballen zien en sjouwen samen de grote zakken waarin ze de flessen hebben verzameld, richting de laadbak. Vyent helpt de knulletjes om de zakken over de rand te tillen. Binnen een paar minuten is de laadbak al bijna vol.
De lege flessen zullen worden samengeperst tot balen plastic. “Vroeger werd het versnipperd”, vertelt Cruden. “Maar als je het perst wordt het nog compacter. En dat is natuurlijk voordelig voor de export. Het plastic gaat naar Azië. Daar wordt het omgesmolten en gebruikt om andere plastic producten van te maken. Flessen zullen het nooit meer worden, die zijn soms zo vies en vuil, die kun je niet nog eens voor de voedingsindustrie gebruiken.”
Kleur
Geperste petflessen exporteren om die even later weer als plastic stoeltjes, fleecedekens of cd-hoesjes uit Azië te importeren. Als het aan Glenn Ramdjan ligt komt hier zeer binnenkort een eind aan. Het bedrijfsplan ligt klaar, de machinelijn wordt gemaakt en alles is berekend: Suriname is klaar voor een recyclingbedrijf. “Express Recycling Company Suriname, Recomsur, wordt het eerste recyclingbedrijf in Suriname. Er zijn veel geruchten dat men al aan recycling deed hier. Maar de betekenis van het woord recyclen is bij het Ministerie van Handel en Industrie niet helemaal duidelijk gesteld. Als je op de werkplaatsen van ‘recyclebedrijven’ gaat kijken zie je dat ze meer bezig zijn met het produceren van plastic, dan met het recyclen ervan.” Recomsur zal de flessen op kleur sorteren, ze wassen en versnipperen. “De flakes gaan we exporteren. Dat is helemaal schoon PET, een grondstof waar nieuwe producten van gemaakt kunnen worden.” Naast PET zal Recomsur ook alle andere plastic flessen recyclen, zoals de HDPE- en PP-flessen.
Maar de flessen zullen niet zomaar de fabriek van Recomsur komen binnenwaaien. “Ze gaan verzameld worden door stichting Suwama, wat staat voor Surinam Waste Management, waarvan Ramdjan voorzitter is. “Suwama gaat verzamelen op scholen en ook bij bedrijven. Maar we willen de verantwoording nemen voor heel het land. Het is nu allemaal zo beknopt. Alle Fernandes- en Para Springs-flessen worden opgehaald. Wij willen heel Suriname doen, dus ook het binnenland. Met de watersnood zijn er heel veel flessen naar het binnenland gegaan en die liggen nu keurig daar. Het ophalen daar gaat wel geld kosten. We brengen handpersen, zodat de flessen worden verkleind voor het transport.”
Statiegeld
Logistiek gezien een hele klus, zeker als je bedenkt dat pas na de inzameling het echte werk in de fabriek begint. Toch ziet Ramdjan geen heil in een systeem van statiegeld, omdat de infrastructuur en de medewerking van winkeliers een probleem kan vormen. “De overheid wíl wel dat er iets gebeurt, maar iemand anders moet het dóen. Het bedrijfsleven is verantwoordelijk, vindt ze. Daar komen de flessen vandaan. Maar de bottelaars zeggen: als wij het moeten doen, wordt de frisdrank duurder en dan belast je de consument ermee.” Cruden van Fernandes ziet in de toekomst wel een statiegeldsysteem voor zich. “Maar als bedrijf alleen kun je dat niet zomaar beginnen. Voor zo’n stap heb je de overheid nodig.”
Ramdjan denkt daar anders over: “Wachten op de overheid duurt me te lang. We hebben stichting Suwama in het leven geroepen om het voortouw te nemen, en niet de verantwoordelijkheid af te schuiven op het bedrijfsleven of de overheid. We moeten het zelf doen, als individu. En natuurlijk zullen de overheid en de bedrijven hierbij betrokken moeten worden. Zo heeft het ministerie van ATM bekendgemaakt dat er momenteel een milieuwet in de maak is en men hoopt dat deze wet spoedig in werking zal treden.”
Rendabel
Tachtig miljoen flessen komen Suriname per jaar binnen, 140.000 petflessen worden dagelijks gebruikt. Voor frisdrank, maar de laatste jaren wordt er ook steeds meer water gedronken uit de fles, in plaats van uit de kraan. Dat draagt allemaal bij aan de groeiende afvalhoop, maar dat is voor Ramdjan uiteindelijk niets dan goed nieuws. “Er is genoeg plastic in en om Suriname om een recyclingbedrijf rendabel te maken. Maar het is niet alleen business voor mij. Want dan had ik niet de moeite genomen om ook het binnenland schoon te krijgen.”
Bij landverlies, grijp naar de fles! Van een afstandje lijkt het een stukje land dat is losgeslagen van de oever. Uit het groene gras steekt een palmboompje de lucht in. Voor de oplettende kijker zijn er ook wat peperplantjes te onderscheiden. “Die kokosnotenboom kan niet veel groter worden. Er is niet genoeg bodem om in te wortelen”, zegt meneer Ment vanaf de oever van de Surinamerivier. Onder het laagje gras en aarde bevinden zich namelijk duizenden lege petflessen, die het stukje grond drijvende houden. “Vorig jaar hebben twee Nederlandse zeilers dit tuintje gemaakt”, vertelt Ment. Het is even zoeken naar de ligplaats van het eiland, nu de eigenaren voor een aantal maanden naar Nederland zijn vertrokken. “Toen het net gemaakt was, lag het aan de markt hier in Domburg. Ze hebben de petflessen genomen, netten er omheen gedaan en aarde en klei erover gestort. Het drijft in de rivier, dus met hoog water gaat het omhoog, met laag water omlaag. Dan staat het water soms zo laag dat het eilandje niet meer drijft, maar op het land rust. Tot het water weer stijgt. Door dit eiland ben ik geïnspireerd.” Ment heeft al jarenlang een flink stuk grond in Domburg aan de rivier, maar de laatste tijd verliest hij flink aan oppervlakte. “Ik heb last van landverlies, dat komt door het water. Er is altijd sprake geweest van landverlies, maar dan ook van landaanwinst. Nu is het eigenlijk vooral verlies. Elke dag varen hier de bauxietschepen langs. De golfslag is te hard voor mijn grond.” Ment schat dat hij inmiddels al 1500 m2 aan de rivier heeft moeten afstaan. “Schoeiing aanleggen als bescherming is heel duur. Nu heb ik wat autowrakken in het water liggen om mijn land te beschermen. Het zou ideaal zijn als ik een eiland kon maken over de hele breedte van mijn stukje oever. Dan kan het als buffer optreden en kunnen de petflessen de klappen van het water opvangen.” Petflessen ter oeververdediging dus. Op het erf van Ment liggen inmiddels al vele vuilniszakken vol lege flessen. Zonder de wetenschap van de plannen ermee, doet het aan als een kleine stortplaats. “Ik heb de flessen gekregen of gekocht. Er is een zwerver in de Brokopondolaan die ze voor me ophaalt. Zo kan ik de straat schoonhouden en die zwerver heeft een job.” Ook via zijn advertentie in de Via2000 komen de flessen binnen. Het zijn er veel, maar nog lang niet genoeg. “Ik moet nog uitdenken hoe ik het precies ga maken. Maar ik ga mijn best doen om al het land terug te winnen.” |
Auteur: Inge Mathijssen
Beeld: Astrid Kroon & Archief Parbode