Het volk juicht
Ocer aan de Benjaminstraat, zaterdag 5 juli 2008. Het is negen uur. Aan tafel op het podium zitten de heer Hok, van de PALU, de heer Soemita van de KTPI, de heer Sardjoe van de BVD, de heer Bouterse van de NDP en de heer Alibux van DNP2000. Feestvergadering, onderwerp: de proclamatie van het Nationaal Democratisch Platform 2008, ondertekening van de overeenkomst, bevestiging van de samenwerking.
Er zijn ook dames op het podium, gekleed in het zwart. Zij geven de protocollen aan, buigen zich voorover naar de heren, wijzen waar getekend moet worden en slaan gedienstig de blaadjes om. De ondertekening is een feit. Lieve Hugo zingt: ‘Mi ai e lon watra’ en ‘Ai Sranan’. Master of Ceremony is Guno. Hij juicht: “Het is zover!” en “Het is nu gedaan!!” Tromgeroffel, de mannen op het podium omhelzen elkaar, keren zich naar het volk, slaan gebroederlijk de armen om elkaar heen. Ze toasten. De master: “Proficiat, proficiat, proficiat! Applaus voor uzelf.” Het volk juicht. De tafel, en de vlaggen worden aan een kant gezet, want “Den man mus’ tak’ anga yu, toch?” “Ja, ja, ja!”, antwoordt het volk. Muziek van Papa Touwtje: ‘Sten agen!’ Terwijl de muziek wegsterft, kondigt Guno de sprekers aan: “W’o kis’ den speeches!”
Kleinste
De eerste ‘bigi pa’ is de heer Hok. Zo bigi is hij natuurlijk niet, want hij moet als eerste. Het gaat hier, zoals overal op de wereld, van klein naar groot tot allergrootst, dus de heer Hok is de kleinste, maar toch. De heer Hok spreekt namens de PALU. Hij spreekt woorden als ‘bondru’ en ‘krakti’, ‘sorgu gi a her’ volk’ en ‘swit’ Sranan’. Hij is klaar met zijn speech. Hij mag gaan zitten op één van de rode pluche stoelen recht voor het podium.
Guno: “Tamara un’ kan bigin. We laten geen kruimels voor ze over.” Hij doet zijn duim naar beneden. De heer Soemita komt op. Ho, ho, sorry, helemaal verkeerd. De heer Soemita komt op, samen met vier Javaanse dames die Javaanse bewegingen maken op moderne muziek. Het wordt een erg lang dansje. Vervolgens spreekt de heer Soemita namens de KTPI. Hij spreekt woorden als ‘respect en harmonie’, ‘bewuste verantwoordelijkheid en volksbelang’, maar ook ‘welzijn en welvaart voor volk en geliefd Suriname’. Einde van de speech, applaus, hij mag naar de pluche stoel.
Master Guno wordt vervangen door een Hindostaanse heer die ook heel goed kan aankondigen. “Leve de nieuwe combinatie”, roept hij en “Here comes The Lion King”. Aanzwellend tromgeroffel. De heer Sardjoe komt alleen, heeft genoeg aan zichzelf. De heer Sardjoe spreekt namens de BVD. Hij spreekt woorden als ‘verpaupering’, ‘pina’, ‘fuga’, ‘grote puinhoop’, ‘bergafwaarts’, ‘keerpunt’, ‘omwenteling’ en ‘we go for forty’. Einde van de speech, applaus, hij mag naar de rode pluche stoel.
Jules
De volgende spreker is oom Jules. Hij wordt aangekondigd met zijn eigen motto: “Ik heb meer geleerd uit mijn fouten dan uit mijn successen. Maar degenen die geen fouten maken, maken waarschijnlijk niets.” Hij komt het podium op terwijl het lied ‘Wi na wan’ door de ruimte schalt. Oom Jules spreekt namens de VVV. Hij spreekt woorden als ‘strategie’, ‘wederom’, ‘manifest geworden’, maar gelukkig ook ‘tyar’ kenki’ en ‘ala sma kan ab’in’ bun’. Hij belooft: wanhoop wordt hoop, chaos wordt orde, verdeeldheid wordt harmonie en nog veel meer. Einde van de speech, applaus, hij mag naar de rode pluche stoel.
Guno komt weer in beeld, Papa Touwtje laat zijn ‘sten agen’ horen. De spanning stijgt. Guno kondigt onze enige nationale leider, de heer D.D.B. aan. It is showtime!!!! Het licht gaat uit, boven ons klinkt het aanzwellend geluid van een helikopter, bommetjes met paarse glitters ontploffen. Voor het podium wordt een rookgordijn opgetrokken, oh symboliek, en u mag zelf kiezen of u het gelooft of niet, uit de hemel vallen lange paarse repen dun plastic. Alstublieft!
Een stem klinkt: “Now it is going to begin!” Daar komt onze leider. Hij is gekleed in het wit, witte broek, wit sportief jasje waaronder een T-shirt met het gezicht van Che Guevara. De eerdere sprekers waren natuurlijk ook gekleed, maar Desi is geklééd, begrijpt u. Hij spreekt niet, hij zingt namens de NDP! Hij zingt ‘A change is gonna come’. Hij loopt heen en weer over het podium, buigt voorover, schudt handen. In beeld de tekst: ‘A change is gonna come, o yes it will’.
Gezegend
Onze leider spreekt namens de NDP, hij spreekt woorden als ‘gezegend land’, ‘goed toeven voor kinderen en kindskinderen’. Hij verwijst naar Obama en ‘yes we can!’ Hij spreekt van ‘een geestelijke omwenteling anno 2008’, ‘krakti’, en ‘a bigi man na loktu’. Hij staat samen met ons voor grote taken, nobele taken. “Wij gaan dit land aan God opdragen.” Hij houdt van ons, nee, hij is verliefd op ons, op mij. Halleluja! Samen mogen we roepen: “Eenheid, eenheid, eenheid!” Het is tijd voor een tweede lied, dit keer een Hindostaans lied. Vloeiend gezongen, voor zover ik dat kan beoordelen.Samen mogen we zingen op de tonen van ‘Waarheen?’ Een eenvoudige tekst: ‘Paniek, pahahaniek, paniek, paniek…’ Een eenvoudige tekst, dat lukt wel. Tijd voor nieuwe teksten. “We gaan dit land opbouwen, we gaan grote projecten uit de grond stampen, w’e drai anu, par’ a boto. We moeten geloof hebben in onszelf. We gaan rijst verbouwen, voor het volk, voor de wereld. Er staan grote dingen op stapel. We stappen af van de pras’oso mentaliteit, we gaan het land ontsluiten. Yu mu’ abi a bribi. Yes we can!” ‘Ai Sranang’ klinkt het uit de luidsprekers, ‘ai Sranang!’ Einde van de voorstelling.
Vernedering
Terwijl ik naar buiten loop, kijk ik naar de gezichten. Ik ken hier slechts een enkeling. Twee mensen groeten me. Ik zie armoede en leed, vernedering, marginalisering, ontbering. Ik zie gebrek aan onderwijs, gebrekkige huisvesting. Ik zie mensen die uitgekotst zijn door ons onderwijssysteem, afgeblaft, ingerekend door onze ambtenaren van Politie en Justitie, met een kluitje in het riet gestuurd door het ministerie van ROGB, afgescheept met een aalmoes door Sociale Zaken en ga zo door. Almachtigen van Suriname, ik verzoek u beleefd, nee ik bid u, om al deze mensen niet langer te veronachtzamen. Ik kijk naar boven. Vergis ik me nou, of zie ik daar heel hoog boven de Almachtige en Che Guevara? Ze staan gebroederlijk naast elkaar, de armen om elkaar heen geslagen. Ze kijken naar beneden, ze schudden hun hoofd. Er valt een paarse slinger naar beneden, vlak voor mijn voeten.
Auteur: Anne Huits