Hij slaat weer genadeloos toe
Soko, sokòòòòò!!!! Als je die kreet van Jörgen Raymannhoort, kun je er weer even écht voor gaan zitten want dan weet je: QuintisRistie slaat weer genadeloos toe in de Nederlandse spruitjesgemeenschap.Sterker nog, Quintis probeert dan zélf een spruitje te worden! Onlangs was hijweer in Suriname voor de geboorte van zijn dochtertje Amber. Maar voor Parbodeblijft hij voorgoed bij ons: vanaf het volgende nummer is Quintis een vanParbodes vaste columnisten.
Hij heeft nu drie kinderen, “waarvan ik in elk gevalzeker weet dat ik de vader ben. Over de anderen laat ik me niet uit.”
En als Amber haar paspoort krijgt, keren ook moeder endochter weer terug naar Nederland. Want daar ligt op dit moment een glanzendetoekomst aan zijn voeten. “Nadat ik twee jaar voor Jörgen steeds een Surinaamsitem had gedaan in ‘Groeten uit Paramaribo’, was ik hier een beetje door m’nonderwerpen heen. Puur op de bonnefooi ben ik toen naar Nederland gegaan, methet voornemen om bij het programma van Jörgen stage te gaan lopen. Eigenlijkzijn we daar pas op het idee gekomen om als vervolg van ‘Groeten’ nu ‘QuintisIntegreert’ te gaan maken. En dat sloeg erg goed aan. Ik had er ook best willenblijven. Maar er was gewoon niet genoeg werk voor me. Dus ik ging aan het eindvan het televisieseizoen gewoon terug om hier de draad weer op te pakken. Totik opeens dat aanbod voor een tv-spotje van Lassie toverrijst kreeg. Datveranderde alles! Hoe ze bij mij kwamen? Nou, in één van die ‘QuintisIntegreert’ afleveringen zat ik te dineren in de Librije, dat is een heel chicrestaurant in Zwolle. Drie Michelinsterren. Ik kreeg zo’n menu met allemaalgangen, maar er zat telkens weer geen rijst bij. Dus ik riep steeds luider:‘Waar is m’n rijst?! Ik wil m’n rijst!!!’ Zo zijn ze op het idee gekomen, zezochten gewoon een leuke, vrolijke Surinaamse jongen. Dus ik direct weer terugnaar Nederland. Want het was me daar wel érg goed bevallen. Nu doe ik voorRaymann de serie ‘Quintis Onderzoekt’, waarin ik typisch Nederlandse gewoontesen gebruiken onderzoek. Ik kan in Nederland nu echt m’n ding doen, kan m’n eikwijt. En mensen genieten er van. Dus nee, alleen als ik een momentje leeg zit,even niks om handen heb, denk ik soms: liever was ik in Suriname. Ik heb meecht aangepast. Ga vaak met vrienden zoals Emiel Bakker, mijn regisseur,vissen, in de grachten, op het Amsterdamse IJ, ik heb me aangesloten bij eenhengelver eniging… De eerste keer dat ik meeging was het hartje winter! Ikhad thermo-ondergoed, daaroverheen een korte broek, daarover m’n slaapbroek endáárover mijn ketelpak… Ik wilde geen risico’s nemen, hè, en ik heb het danook níét koud gehad.”
PadreFamilias
Maar er isinmiddels meer werk voor hem. Voor de nieuwe zender Talpa speelt hij in depolitieserie Van Speyk de brigadier die ook de wachtcommandant is. “Ik heb daarde dagelijkse leiding, verdeel de taken en doe ook zelf onderzoek. De PadreFamilias, zeg maar, zo’n grote gezette man die heel dicht bij de mensen staat.Ik werd gevraagd om auditie te doen. Maar ik wilde niet: ‘Ik ben helemaal geenacteur, die andere mensen hebben er voor doorgeleerd, die hebben ervaring, watheb ik nou?’ Maar mijn managementbureau Men at Work zei: ‘Probeer het gewoon,dan ben je in elk geval een ervaring rijker.’ Dus ik er naar toe, maar watgebeurde? Ik had natuurlijk die tekst uit mijn hoofd geleerd, maar ik kreeg hemniet uit m’n strot! Het was gewoon niet mijn praatstijl. Toen zeiden ze: doehet maar zoals het jou het beste ligt. Ik heb drie variaties gespeeld, binneneen half uur waren we klaar! Plotseling ben je er dan binnen!
“Hetjammere was, die opnames bleken allemaal ‘one takers’, het stond er in één keergoed op. Terwijl ik het zo graag nóg een keer over zou doen. Want ik moestvolgens het script bovenop mensen zitten, iemand bij z’n lurven pakken en tegende muur smijten, echt geweldig: ‘Attentie, stilte, geluid, camera, áctie!” Endan mocht ik báhm, een deur intrappen. Ja, hij was natuurlijk wel met speekselgeplakt, maar het leek net echt! Sáááng!
“Ik stonddaar dus wel tussen allemaal van die Gouden Beeld winnaars, mensen als PeterFaber, Tygo Gernandt en Rik Lauspach, maar ik werd vanaf dag één door henomarmd en ingepalmd. Terwijl ik wist: ik kan aan die lui niet típpen., ik magslechts hun hielen kussen en nu hoorde ik opeens zelf bij die grote vissen! Ja,ik voelde me er heel erg thuis, we gingen als broers en zussen met elkaar om.Samen gehuild, samen gelachen…En als zo’n serie dan stopt, val je in zó’ngroot gat… Daarom zou ik ook geen acteur willen worden, ik zou de anderenniet los kunnen laten.”
Wiskundesom
Hij isdrieëndertig “maar soms voel ik me even oud als mijn zoon van acht en soms voelik me wel tachtig. Vooral omdat ik zo’n workaholic ben. Dan zeggen mensen uitmijn directe omgeving: ‘Nu moet je écht even kappen.’ Tot voor kort wist ik ookniet wat vakantie was.
“Ik ben inhet militair hospitaal geboren, vlak bij het AZ. Waarom juist daar? Misschienhaalde mijn moeder het Academisch niet? In elk geval, ik ben opgegroeid metdrie moeders, waaronder mijn twee oma’s en vijf vaders, want naast mijnstiefvader fungeerden mijn moeder en mijn oma’s ook als vader. Nee, mijn eigenvader was er niet bij, ik heb altijd een heel goede band met hem gehad. Dedrang naar hem was heel groot, maar ja, hij ging in Nederland wonen. Hij wasgoed in wiskunde dus hij heeft het mijn moeder geprobeerd uit te leggen.Sindsdien zei altijd tegen me: ‘Jij bent de uitkomst van een wiskundesom die ikniet begrepen heb’.
“Ik was alskind een heel eigenwijs mannetje, altijd bezig mijn eigen zin door te drukken.Misschien omdat ik ook heel lang alleen ben opgegroeid, zeker tot mijndertiende. In de weekends logeerde ik bij een van m’n oma’s. Mijn moeder washeel streng, van haar heb ik de meeste klappen gehad. Vaak genoeg ben ikonnodig in mekaar geslagen. Omdat ze me tegen de grote boze buitenwereld wildebeschermen. Zo mocht ik bij voorbeeld niet voetballen. Maar ik zat vol energie,moest gewoon beweging hebben. Dus als zij na het eten sliep kroop ik uit mijnslaapkamerraam waarna zij, vaste prik, wat later met de riem in de hand hetvoetbalveld op kwam lopen. Waarom ik niet mocht voetballen? Omdat het etenmoest zakken, omdat ik mijn schoolwerk moest doen. Wat zijniet wist, was dat ik altijd de knapste van de klas was, dus dat huiswerk makenvoor mij niet gold. Ik was natuurlijk een bijdehandje, een mondige jongen.Never nooit brutaal, maar wel vaak hinderlijk. Irritant. Ik kon mensen hetbloed vanonder hun nagels vandaan halen. Toch, als ik nu een leerkrachttegenkom, zeggen ze steevast: ‘We zijn zo trots op je! Die jaren zijn kennelijkniet voor niets geweest.’
Dierenarts
“Ik wildedierenarts worden. Een oom van me was dokter. Als hij op bezoek was, ging ikgauw in zijn tas. En met die scalpel, injectiespuiten en handschoenen liep ikdan naar mijn slaapkamer om op dieren te experimenteren. Dan haalde ik bloedvan een rat en die spoot ik in een leguaan, of het bloed van de hond spuiten ineen krab om te kijken of ie ging blaffen. Nee, blaffen deed hij niet, maar hijheeft me wél geknepen!. Daarna besloot ik om lijfwacht te worden, dat is datsensatiebeluste in mij hè: kijken vanaf welke kant die kogel komt en hem danmet een tikje van baan doen veranderen.
“Maareigenlijk wilde ik al vanaf mijn dertiende voor de radio gaan werken. Als mijnvader hier met vakantie was, deed hij diensten voor KBC, hij was medeoprichter.Ik heb toen één keer vijf minuten mogen presenteren: alle mensen feliciterendie die dag jarig waren. Later mochten we ook voor Apintie Vakantieradioverzorgen. Heb ik Michael Jackson nog geïmiteerd. Ik kreeg in die tijd ook heelveel pakken slaag omdat ik cassettebandjes van mijn oma’s en tantes pikte om ermijn opnames op te maken. Wilde iemand naar Diana Ross luisteren, kreeg jeopeens mijn stem! Ja, in die tijd liep ik rond met drie onderbroeken en tweebovenbroeken om de klappen op te vangen…
“Op eengegeven moment besloot ik dat ik oorlogsjournalist zou worden. In ’90, we zatenin het staartje van de Binnenlandse Oorlog, ben ik het leger ingegaan. Omdatmij beloofd was dat ik dan in Brazilië een officiersopleiding zou krijgen en ereen cursus journalistiek zou volgen. Het bleek een complot, want uiteindelijkkreeg ik doodleuk te horen dat ik bij de infanterie was ingedeeld. Ik heb alseen kleine jongen staan huilen op de appélplaats. Maar ik heb er achteraf geenspijt van gehad. Het klinkt misschien raar maar volgens mij ben je geen echteman als je je dienstplicht niet hebt voldaan. Je leert er discipline,doorzettingsvermogen te kweken en zo’n houding van: er voor gáán.”
Terug naarde radio, zijn troetelkind. “Op m’n zestiende werd ik er door Marciano Jessurunen Pearl Antonius van KBC op uitgestuurd om persconferenties te verslaan. Metvragen die ze voor me op papier hadden gezet. Moest ik een vraag stellen overmooi lobbywerk. Informeert de voorzitter wat ik met die vraag bedoelde. Op datmoment werd het zwart voor me. Ik wist helemaal niet wat lobbyen wás! Eencollega die naast me stond, had het door en fluisterde: ‘Ik beantwoord dievraag wel even’ Was ik gesaved!
“Ik hadnatuurlijk geen flauw benul, was nog maar een onbeduidend guppie, maar ik vroeggewoon alles aan mijn grote broers en zusters zoals Robert Wijdenbosch, StevenWijntuin en Nita Ramcharan. Dat waren mensen die altijd in mij geloofd hebben.En later kwam natuurlijk Johnny Kamperveen met ABC. Ik had gehoord dat ze meteen nieuw station zouden beginnen, dus toen ik bloed had afgestaan, ik ben eenvaste bloeddonor, was ik toch in de buurt, heb ik mijn stoute schoenenaangetrokken en ben daar gaan aankloppen. En uiteindelijk is inderdaad de keuzeop mij gevallen, ik werd een van de eerste vaste omroepers. Voor KBC maakte ikeen soort volksradio met veel Surinaamse muziek, maar het nieuwe station stondkwalitatief wel veel hoger. Daar heb ik eigenlijk mijn grote doorbraak gehad.Weet je waarmee? Er was toen een hitje: ‘Allemaal in het Bubbelbad’. Ik ben,voor een televisie-uitzending, op Nieuw Amsterdam in een kapa gesprongen, zo’nstalen pot waarin ze vroeger rietsuiker kookten. Wist ik veel dat er water inzat?! Ik zat ónder de modder! Dus dat is mijn liedje geworden. Vanaf toen wasik bekend met mijn live reportages.
“In ’99, ikwas inmiddels heel erg bekend, had het ene na het andere succesvolleradioprogramma, zonder uitzondering sloegen die in als een bom, werd er diedemonstratie tegen Jules Wijdenbosch georganiseerd. Ik was er natuurlijk als dekippen bij, want een beetje rel is aan mij wel besteed. En we wisten dat depolitie voor de eerste keer met pepergas zou schieten, een soort traangas.Eerst ging ik achter de ME staan, maar de mensen gooiden met stenen en daar hadik geen dekking, dus ik holde terug naar de brug… hoorde ik achter me ‘toef’.Dat was de mislukte eerste traangasbom, de wind joeg de rook zó weer terug naarde politie en kwam ook op mij af. Mijn legerervaring: meteen plat gaan. Roepteen journalist: ‘Er is een collega neergeschoten.’ Ik had een shirt aan met eenrode afbeelding er op, dus die man zag al bloed! Daarna ging ik naar hetkabinet van de president. Een lijfwacht die de ingang bewaakte gaf me eenlichte stomp tegen mijn buik; gooi ik me gíllend over de grond… Hijn Bijnenheeft er zúlke mooie foto’s van gemaakt… ze stonden in de kranten, inNederlandse bladen…. het werd overal heel serieus genomen, een érnstigeaanslag, alleen jij weet nu dat het allemaal theater was.”
Allemaalleuk en aardig, maar vlak zijn politieke aspiraties niet uit: “Ik wordpresident. En dat zeg ik niet als grap. Al zou ik ooit een Nederlands paspoortkrijgen, Surinamer ben je in je binnenste en het lot van mijn landgenoten gaatme zeer aan het hart. Ik denk dat ik als invloedrijke burger veranderingen kanbrengen, een beleid kan voorstaan waardoor je het land op een hoger plan tilt.Ik weet dat ik een voorbeeld ben voor heel veel Surinaamse mensen. En als zebereid zijn om in mij te geloven, dan wil ik gebruik maken van mijn gave…Waarom moet je lid van een bepaalde partij zijn om aan een stukje land tekomen?! Ik heb nu geen zin om de hele vuile was buiten te hangen, maar waarommoeten wij dealen met criminelen in de Assemblee?! Zo veel mensen zijnteleurgesteld in de politiek…. Het is een en al voortrekkerij van de eigenleden, grond, baantjes, bouwopdrachten, noem maar op. Ik wil oprecht mijnbijdrage leveren, het enige wat ik nodig heb is een volk dat in me gelooft, endat geloof ook vast wil houden. Nu al hebben we uitstekende ministers, noem VanRavenswaaij, maar die man wordt steeds teruggefloten.
“Natuurlijk,mensen kunnen roepen: Quintis is een grappenmaker!’, maar dat zegt misschienmeer over henzelf. Wanneer Arnold Schwarzenegger in een film met een dikke buikrondloopt als zwangere man en tóch governor van Californië kan worden, waaromzou ík dan geen kans maken?!”