Hollands paniekvoetbal
Het zat er vooraf al aan te komen: Nederland bekijkt het Suriname van president Desi Bouterse met argus-ogen. Hoewel de politiek zich haast om te zeggen dat men de nieuwe regering op haar beleidsuitvoering en daden zal beoordelen, heeft men eigenlijk al, knap voorbarig, conclusies getrokken. Iedere beweging van Bouterse wordt, met dank aan de Nederlandse media, op de weegschaal gelegd. Andere Surinamers, die vooral de dupe zullen zijn dat projecten in de ijskast worden gezet, spelen in het Hollandse paniekvoetbal kennelijk geen rol van betekenis meer.
Stop de persen! Bouterse is ziek! De Nederlandse media waren er als de kippen bij toen president Bouterse eind augustus een weekje zijn taken overdroeg aan vicepresident Ameerali omdat hij ziek was. Dit was pas echt nieuws! Zelfs het NOS-journaal besteedde er uitgebreid aandacht aan, waarbij correspondent Hennah Draaibaar verschillende genoemde diagnoses verwoordde: beroerte? Knokkelkoorts? Of gewoon oververmoeidheid? Het leek alsof de wereld verging. Terwijl het toch gewoon om een zieke president ging. Ooit een item gezien bij het NOS Jourmaal dat de Amerikaanse president Obama een griepje heeft? Of dat zijn Franse collega Sarkozy met koorts op bed ligt? Een paar dagen later sloegen de stoppen helemaal door, toen advocaat Gerard Spong in de Volkskrant met grote stelligheid beweerde dat Bouterse een hersenbloeding had gekregen. De telefoonlijnen richting Suriname raakten oververhit omdat redacties hoopten dat hun correspondenten de opmerkelijke ‘onthulling’ van Spong zouden bevestigen. De teleurstelling was groot toen bleek dat de advocaat het bij het verkeerde eind had.
Panische reactie
Het is typerend hoe men in Nederland momenteel tegen Suriname met Bouterse aankijkt. Iedere puf die hij laat, wordt breed uitgemeten. Of het nu nieuws is of niet. Het trieste is dat als gevolg van de panische reactie de kans groot is dat projecten worden gestaakt of niet zullen worden verlengd. Vooral binnen de wereld van de NGO’s die afhankelijk zijn van financiële of deskundige ondersteuning vanuit Nederland, houdt men het hart vast. ‘Volgend jaar loopt de bestaande overeenkomst af, wij zijn bang dat we niet op verlenging hoeven te rekenen omdat men in Nederland Bouterse niet lust’, hoor je menigeen zeggen.
De gemeente Amsterdam gaf al een voorproefje van wat Surinamers nog te wachten staat. De samenwerking met Suriname op velerlei gebied wordt gestaakt, hoewel de gemeenteraad wel van burgemeester Van der Laan verwacht dat humanitaire plannen voorlopig worden uitgevoerd. Maar andere projecten, zoals de versterking van het Korps Politie Suriname die met eigen Amsterdamse middelen zijn gefinancierd, zullen stopgezet worden.
Of we nu echt rouwig moeten zijn om het vertrek van Amsterdam, is overigens de vraag. De gemeente heeft sinds 2001 meer dan dertig projecten uitgevoerd of willen uitvoeren, de resultaten waren echter wisselend. Van de miljoenen euro’s die Amsterdam heeft uitgetrokken voor de ‘samenwerking’ is maar een beperkt deel ten goede gekomen aan Suriname zelf.
Anton de Kom
Eén van de eerste projecten waarvoor toenmalig burgemeester Job Cohen persoonlijk in 2002 in Paramaribo het startschot gaf, was de restauratie van het geboortehuis van Anton de Kom. Hij onthulde een prachtige gedenkplaat, maar acht jaar later staat het pand er nog steeds vervallen bij. Men was een beetje voorbarig geweest: met de nazaten was geen overeenstemming over de bestemming van het houten monument, Amsterdam stelde teveel voorwaarden. Uiteindelijk is het beschikbare geld gebruikt om het Nola Hatterman Instituut te restaureren.
Deze kunstacademie heeft overigens een mede door de gemeente gefinancierde samenwerking met de Rietveld Academie. Docenten vliegen af en aan om wekenlang les te geven. Op zich niets mis mee. Maar afgesproken is ook dat ieder jaar twee Surinaamse studenten een opleiding mogen volgen in Amsterdam. Een Rietveld-docent gaf onlangs toe dat ze in de afgelopen jaren maar één student hebben gevonden die daadwerkelijk voldoende capaciteiten had. Maar ja, omdat het geld nu eenmaal op moet, worden steevast toch op jaarbasis twee studenten geselecteerd. Ook al hebben ze de kwaliteiten niet en horen ze op Rietveld niet thuis.
Absoluut paradepaardje van Cohen was de Stichting Sekrepatu, opgezet met steun van de gemeente en de woningbouwvereniging Het Oosten en de Algemene Woningbouwvereniging. Een woningcorporatie naar Hollands model, als wapen in de strijd tegen de woningnood onder vooral ‘armere’ Surinamers. In 2002 tekende Cohen een intentieovereenkomst met Suriname voor de bouw van vijfhonderd woningen in een periode van vijf jaar. Dat aantal werd niet gehaald. En is nu nog steeds niet gehaald. Cohen ging er gemakshalve vanuit dat die overheid bouwgrond (die er in overvloed is) beschikbaar zou stellen, maar dat gebeurde niet. Ook kreeg Sekrepatu geen vrijstelling voor het betalen van invoerrechten voor geïmporteerde bouwmaterialen. Met als gevolg dat men zelf grond moet kopen en de kosten onacceptabel hoog zijn. Het doel, goedkope woningen voor minder-draagkrachtigen, schiet men daardoor voorbij. De woningen zijn alleen binnen het bereik voor de middenstandsklasse. Je kunt je afvragen waarom de gemeente toch met dit project is doorgegaan, terwijl de overheid geen enkele medewerking verleende. En wat te denken van het opzetten van waterzuiveringsinstallaties in dorpen in het binnenland, waar de bewoners eigenlijk helemaal niet op zaten te wachten. Een groot deel van het beschikbare geld voor de samenwerking is opgeslokt aan werkbezoeken. Tientallen omvangrijke delegaties (niet alleen van gemeentepersoneel, maar ook van politietoppers en omgekeerd van Surinaamse notabelen aan Amsterdam) stapten op het vliegtuig en sliepen in dure hotels, dan kun je zelf tot de conclusie komen dat het zeer veel geld heeft gekost, terwijl je bij een deel van de resultaten vraagtekens kunt zetten.
Snoepreisjes
In een interview zei Cohen in 2002 dat bij de samenwerking het mes aan twee kanten snijdt. Letterlijk: ‘Aan de ene kant worden miljoenen euro’s uitgegeven aan ontwikkelingsprojecten, anderzijds wordt dat terugverdiend door gemeentewerkers die in Suriname helpen bij het opzetten en uitvoeren van projecten. Die komen als veranderde mensen en supergemotiveerd terug’. Dat riekt toch naar snoepreisjes om de eigen ambtenaren blij te maken, of Surinamers er ook daadwerkelijk aan hebben gehad, was schijnbaar van minder groot belang.
Maar aan dergelijke misstanden besteden de Nederlandse media geen aandacht. Nee, alles draait nu om Bouterse. Dat hij nog maar vaak ziek mag worden; dan hebben de journalisten ook wat te doen. Het echte nieuws komt wel een andere keer…