Home alone: geen geld voor oppas? – Parbode Sneak Peek
Op sociale en reguliere media, zelfs in het parlement, werd er begin juli over niets anders meer gesproken: vier jonge kinderen die alleen thuis zaten terwijl mama aan het werk was, waren in een brand omgekomen. Op dezelfde dag kwam tijdens een andere brand nog een kindje om, ook terwijl mama niet thuis was. Deze schrijnende gevallen brachten ons ertoe in groter verband te gaan onderzoeken of, hoe vaak en vooral waarom het gebeurt dat Surinaamse moeders hun jonge kinderen alleen of met onvoldoende of inadequate oppas thuislaten.
Tekst Renate Sluisdom
Van moordbeschuldigingen tot doneeracties, en van medeleven tot oproepen voor strafrechtelijke vervolging, er werd van alles geroepen. Maar kritiek op de werkelijke reden voor het alleen thuis zijn van de kids, bleef uit.
Direct na het ongeluk vertelde de moeder dat ze de oppas had overgelaten aan een vijftienjarig nichtje, dat echter nergens te bekennen was. Achteraf ontkende het nichtje die opdracht van haar tante gekregen te hebben. De vier kinderen tussen de 6 en 1,5 jaar oud waren alleen thuis, achter slot en grendel, en brandden dood.
In Team Mama, een Surinaamse Facebookgroep van twaalfduizend moeders werd het ene verhaal na het andere opgerakeld, niet alleen van moeders die kinderen met inadequate oppas thuis lieten, maar ook van moeders die zelf als jeugdige op kleintjes hebben moeten letten. We lezen:
‘Mijn dertienjarige let na school op haar tweelingzusjes van acht, drie uurtjes maar tot ik thuis kom’.
‘Ik heb maandenlang mijn vier kinderen, waarvan de oudste vijf jaar was, alleen thuis moeten laten om te gaan werken. Ik heb duizenden angsten doorstaan, vaak zitten huilen op het werk.’
‘Ik was negen en moest elke dag passen op mijn broertje en zusje van zeven en drie. Mijn vader en moeder werkten allebei fulltime’.
‘Ik was dertien toen ik op mijn pasgeboren neefje moest letten van 6 uur ’s avonds tot in de ochtend, waarna ik gewoon naar school moest’.
‘Ik zei tegen mijn dochter van zeven: als je ziet dat er rook ergens vandaan komt pak je je broertjes (2 jaar en zes maanden) en ren je naar buiten. Het is niet prettig, maar als je geen keus hebt ga je een kans nemen.’
‘Ik was vier en moest thuisblijven met mijn zusje van twee, als mijn moeder boodschappen ging doen in een ander dorp’.
‘Ik weet dat het vreselijk is, maar ik moet mijn baby van anderhalf met mijn zoon van acht thuis laten, vier avonden per week, nu al voor meer dan een jaar, want ik heb werk gevonden in een casino’.
‘Mijn zoontje van tien lette op die kleine vanaf ze twee maanden was. Gado sar’ mi. Alles is altijd goed gegaan.’
Deze verhalen lijken het vermoeden te staven dat de moeders geen keus hebben of in ieder geval ervan overtuigd zijn dat ze geen keus hebben. Omdat de zorgzame Surinaamse samenleving waar elke buurvrouw een oogje in het zeil houdt, zo goed als verdwenen is. Want elke buurvrouw heeft ook twee jobs. Of meer.
Enquête
Om deze en andere vermoedens te onderzoeken hebben we onder Team Mama-leden een enquête van twintig vragen gehouden waaraan 144 moeders hebben meegedaan. En bij de eerste vraag al wordt het pijnlijk duidelijk: bijna de helft van de respondenten heeft ooit haar jonge kinderen alleen thuis gelaten. Dat gebeurt om even naar de winkel te rennen, of om papa om 12 uur ’s nachts kilometers ver naar de hoek te rijden waar hij de bus pakt voor zijn nachtshift. Of om huilend (vanwege angst en schuldgevoel) twee uurtjes te gaan werken om de hoek met een baby van acht maanden thuis, terwijl alleen de buurvrouw op de hoogte is.
De groep van 144 bestaat merendeels uit jonge moeders, de helft is jonger dan dertig jaar. Van de onderzochte moeders hebben de meesten (35 procent) een inkomen tussen SRD 2000 en SRD 3000, terwijl ruim 15 procent een inkomen boven SRD 4000 geniet. De ondervraagde dames komen voornamelijk uit Paramaribo, Wanica en Para. Wat studie betreft doen de dames het zeer goed. Bijna de helft (ruim 47 procent) is hbo- of hoger opgeleid; individuen met alleen basisschool komen in deze enquête niet voor. Twee derde (67 procent) van de mama’s heeft een fulltime baan, en nog eens 10 procent geeft aan daarnaast een kleine onderneming te draaien. De burgerlijke staat vertoont enige verrassing: maar 24 procent vult daar ‘alleenstaande ouder’ in, bijna net zoveel als het aantal dat invult ‘gehuwd’, terwijl bijna de helft van alle respondenten samenwoont. Mama’s met een of twee kinderen komen het meest voor.
Samengevat is het een groep van jonge, middel- tot hoogontwikkelde, naar Surinaamse maatstaven redelijk verdienende moeders met meest een of twee kinderen, van wie de helft zich genoodzaakt ziet haar kinderen weleens alleen thuis te laten. De vraag rijst of de hoogte van het inkomen bepaalt of kinderen alleen thuis worden gelaten.
Het hele artikel is te lezen in de septembereditie van Parbode.